Doorgaan naar artikel

Hete soep

Het voerspoor dat Minister Schouten wil invoeren is niet praktisch. Maar totaal niet werkbaar? Dat valt misschien wel mee. Er zijn mogelijkheden en boeren zijn creatief en zullen meer weidegang toepassen en meer vers gras via zomerstalvoedering of eiwitrijkere kuil voeren.

Het moet minder, de stikstofbelasting op natuurgebieden moet omlaag. Daarvoor wordt vooral naar de ammoniakuitstoot van de veehouderij gekeken. Voor de langere termijn zijn stappen te zetten via verdund mestuitrijden, meer weidegang en minder eiwitrijk voeren. Maar ook op korte termijn, in 2020, moet al een resultaat geboekt worden. Het ministerie van LNV wil via een maximaal RE-gehalte in krachtvoer de emissie van ammoniak in 2020 met 0,2 kiloton omlaag brengen.

Een omstreden maatregel, omdat het de vraag is of deze maatregel ook echt tot de gewenste emissiereductie leidt. Algemeen bekend is dat de totale hoeveelheid stikstof in het rantsoen, en dan met name het verteerbare deel, een relatie heeft met ammoniakemissie. Maar krachtvoer is slechts een onderdeel van het totale rantsoen. Veel of weinig ruw eiwit (RE) in krachtvoer hoeft dus niets te zeggen over de totale hoeveelheid RE in het rantsoen. Deze kennis is algemeen aangenomen, maar het ­ministerie is voor de korte termijn erg gebonden aan juridische borging. In 2020 moet vooraf aantoonbaar een ­relatief kleine hoeveelheid emissie (die 0,2 kton) gereduceerd worden. En de aanvoer van krachtvoer, met bijbehorende gehaltes, is goed te controleren via de leveranciers en daarmee juridisch te borgen. Dat is net wat beter controleerbaar dan het RE-gehalte van het totale rantsoen. Maar die krachtvoermaatregel verkleint de keuzevrijheid van de veehouder om op basis van vakmanschap naar een goed resultaat te werken. Dit is wat boeren die aan het project Koeien & Kansen meedoen, aangeven. De regeling is niet praktisch. Want naast onzekerheden over emissiereductie en ontbreken van keuzevrijheid, betekent deze maatregel ook dat bepaalde diergroepen niet altijd op maat gevoerd kunnen worden. Hooguit door meer krachtvoer aan die diergroepen te voeren. Maar dat leidt tot verdringing van ruwvoer, onbalans in de energie-eiwitverhouding van het rantsoen en extra kosten. En dat is ook niet de bedoeling.

Wordt de soep dan wel zo heet gegeten als hij wordt opgediend? Is de maatregel dan totaal niet werkbaar? Dit valt misschien mee, er zijn mogelijkheden. Een aantal producten is ‘vrij’, bijvoorbeeld bierbostel, tarwe gistconcentraat en maisgluten. Daarnaast zijn boeren creatief, dus zullen ze zeker mogelijkheden vinden om gerichter eiwit te voeren. Bijvoorbeeld door meer weidegang, meer vers gras via zomerstalvoedering of eiwitrijkere kuil te voeren. Bovendien duurt deze maatregel vier maanden, een betrekkelijk korte periode. Daarna kan het verminderen van de ammoniakemissie anders geregeld worden, waarin mogelijk het totale rantsoen in ogenschouw wordt genomen. Hierbij moet wel lering getrokken worden uit de afgelopen periode, zowel door sector als door de overheid. Want de krachtvoermaatregel is zeker niet ideaal. Dit zal anders moeten wil een oplossing voor het probleem echt dichtbij komen. Het is belangrijk dat sector en ministerie samen de mogelijkheden gaan verkennen. Met een constructief overleg kun je meer bereiken. Alleen ga je sneller, samen kom je verder.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin