Bij het chemisch bestrijden spelen het tijdstip en de dosering een heel belangrijke rol. Een onkruidbestrijding uitgevoerd tussen het 3e en 5e bladstadium geeft normaal gesproken het beste resultaat. De op het perceel aanwezige onkruiden bevinden zich dan nog in een relatief jong stadium, waardoor vaak een wat lagere dosering met het onkruidbestrijdingsmiddel of een cocktail van middelen volstaat. Bovendien wordt door de bespuiting in dit stadium een mogelijke groeiremming van het maïsgewas zoveel mogelijk voorkomen. Een bestrijding bij groeizaam weer geeft normaal gesproken de beste resultaten, omdat de opname van het middel of de middelen door de onkruiden dan het beste is. Is er sprake van wat ‘schraler’ weer, dan bij voorkeur ’s morgens behandelen.
Bestrijding van onkruid in een later stadium van de maïs, dus vanaf het 5e bladstadium geeft om meerdere redenen niet het gewenste resultaat. Ten eerste heeft het maïsgewas veel meer moeite om te ‘ontgiften’. Door het forsere gewas raakt tijdens de bespuiting meer middel het blad van de maïsplanten, wat vervolgens weer moet worden afgebroken en groeiremming van de maïs kan veroorzaken.
Ten tweede is een hogere dosering noodzakelijk om het gewenste effect te realiseren. Dit maakt de bestrijding onnodig duur en ook nog eens lastiger omdat de aanwezige onkruiden in dit latere stadium ook nog eens meer zijn afgehard.
Ten derde worden door een zogenoemde ‘parapluwerking’ lang niet altijd alle onkruiden, die onder de maïsplanten staan, effectief bestreden omdat deze simpelweg niet door het middel geraakt worden.
De laatste en wel belangrijkste reden om niet te laat te spuiten in combinatie met een hogere dosering is dat vanaf het 5e à 6e bladstadium de generatieve organen worden aangemaakt, wat in ernstige gevallen opbrengstderving teweeg kan brengen door onvoldoende tot geen vulling van de kolf.
Wanneer sprake is van nakiemers en/of de aanwezigheid van de laat kiemende haagwinde en daarmee een tweede na opkomstbespuiting noodzakelijk is, dan is het zeer aan te bevelen om voor een onderbladbespuiting met specifieke middelen te kiezen.
Om de onkruidbestrijding een nog grotere kans van slagen te geven, kunt u gebruikmaken van de tool: ‘Onkruidherkenning’. Aan de hand van de afbeeldingen kunt u de op uw maïsperceel aanwezige onkruiden herkennen. Op deze manier kan er door de persoon die de onkruidbestrijding gaat uitvoeren heel gericht en adequaat gehandeld worden. De App is snel en eenvoudig op uw smartphone of tablet van de App store of Google Play te downloaden.
Laat u omwille van de actualiteit van toepassing en wegens het grote aantal op de markt zijnde onkruidbestrijdingsmiddelen en middelcombinaties, tijdig adviseren door gespecialiseerde leveranciers van onkruidbestrijdingsmiddelen en loonwerkers.