Doorgaan naar artikel

Biologische melkprijs houdt stand

Ondanks een forse toename van het aantal biologische melkveehouders blijft de biologische melkprijs overeind. De vooruitzichten lijken goed.

Het aantal biologische melkveebedrijven in Nederland nadert de 500, zo blijkt uit cijfers van Skal. In 2017 kwamen er 101 nieuwe spelers bij. De melkaanvoer wordt geschat op zo’n 250 miljoen kilo melk. Afgelopen mei draaiden zuivelverwerkers op volle toeren om de voorjaarspiek in melkaanvoer in goede banen te leiden. Hier en daar moest er wat biologische melk in het gangbare circuit worden gedrukt, om een te grote prijsdaling te voorkomen, maar al met al is het bijzonder dat de biologische melkprijs tot op heden geen grotere neerwaartse beweging laat zien dan tot nu toe. Bijzonder omdat niet alleen in Nederland de sluizen opengingen. Afgelopen jaar nam de aanvoer van biomelk in Noordwest-Europa met zo’n 500 miljoen kilo melk toe tot 4 miljard kilo.

Pas op de plaats

Met het voorjaar achter de rug en een teruglopende melkaanvoer lijkt iedereen opgelucht adem te kunnen halen. Wel is het voor de meeste spelers tijd voor een pas op de plaats. FrieslandCampina en A-ware hanteren een wachtlijst. Arla laat weten op de korte termijn geen nieuwe biologische melkveebedrijven erbij te krijgen. Rouveen neemt geen nieuwe bio-leden aan en bekijkt interne aanvragen voor omschakeling per geval. Eko Holland geeft aan nog wel open te staan voor nieuwe leden al wordt per geval gekeken of er voldoende afzetmogelijkheden zijn.

Farmel

Opvallend is dat handelsonderneming Farmel nog wel nieuwe leveranciers werft. Ze collecteren naar eigen zeggen momenteel zo’n 20 miljoen kilo biomelk en de ambitie is om dit volume komende tijd te verdubbelen. Farmel ziet voldoende mogelijkheden om de extra biomelk tot waarde te brengen.

Wankel evenwicht

Typerend voor de huidige situatie is een recent bericht uit Zweden. Het grootste biologische melkveebedrijf, met 1.350 koeien, schakelt over naar een gangbare bedrijfsvoering. Reden is het simpele feit dat er op dit moment in Zweden geen partij is te vinden die er 12 miljoen kilo biologische melk bij wil hebben. Zowel de huidige afnemer Skånemejerier, als Arla kan de biomelk in Zweden niet kwijt. Hoewel het om een Zweedse aangelegenheid gaat, toont dit gebeuren goed aan hoe wankel het evenwicht op de markt voor biologische melk momenteel is. Niet voor niets worden ook in Duitsland overschotten aan biologische melk in het gangbare circuit afgezet, naar verluidt op grotere schaal dan hier.

Verwerking biomelk tot boter

Leverancierscoöperatie Eko-Holland Melk op Maat laat weten in Nederland incidenteel biomelk als gangbaar in de markt te moeten zetten. Andere uitlaatklep is de verwerking van biomelk tot boter en poeder in loondienst. Eko-Holland regelt vervolgens zelf de afzet. Voorzitter René Cruijsen legt uit dat deze poeder en boter over het algemeen binnen Europa blijf. Als voorbeeld noemt hij export naar Italië. Over de vraag of deze export een lucratieve aangelegenheid is, is hij helder. Omgerekend verliezen we alleen aan transportkosten al 1 à 2 cent op de melkprijs die we in Nederland weten te realiseren.

De markt van plantaardig zuivel groeit hard

Hoe verder?

Hoe de biologische melkveehouderij zich verder gaat ontwikkelen, is moeilijk te voorspellen. Wat betreft de afzet lijken er in ieder geval in Nederland nog voldoende kansen. Zeker in vergelijking met marktaandelen voor bio in andere Europese landen. Wel is er stevige concurrentie van nieuwe duurzaamheidsinitiatieven en niet te vergeten een sterk groeiende markt voor plantaardige zuivel. Van deze laatste ontwikkeling ondervinden vooral biologische melkveehouders in de Verenigde Staten nu hinder.

Grootste speler is Eko-Holland

Eko-Holland is nog steeds de grootste speler in Nederland. De leverancierscoöperatie telt rond 180 leden, goed voor een productie van tussen de 90 en 100 miljoen kilo melk. Tweede speler is FrieslandCampina met 153 leden-melkveehouders die biologische melk leveren. Daar komt dit jaar nog een tiental bij, zo laat de onderneming weten. Ook is duidelijk dat een aantal veehouders de coöperatie heeft verlaten om elders biologische melk te gaan leveren. Volumes wil de zuivelcoöperatie niet noemen.

Arla grootmacht in Europa

Grootmacht in Europa is nog steeds Arla. In de 7 Europese landen telt de coöperatie 965 leveranciers van biomelk. Naast productie voor de Europese markt zet Arla ook fors in op export van biologische zuivel naar China, Azië en het Midden-Oosten. Over het aantal leveranciers van Arla in Nederland wil de zuivelonderneming geen uitspraken doen. Bekend is dat er biologische melk voor de fabriek in Nijkerk wordt ingekocht bij Eko-Holland. In ieder geval haalde Arla in het verleden ook wel biologische melk uit Denemarken, naar schatting zo’n 20 miljoen kilo per jaar. Ook zijn er eigen leveranciers in Nederland, maar hoeveel van deze veehouders biologische melk leveren is onduidelijk.

Stabiele melkprijs verwacht

Voor Nederland, maar ook andere Europese landen, lijkt een hoos aan nieuwe biologische melkveebedrijven als in 2017 uitgesloten. Vraag en aanbod lijken redelijk in balans. In Nederland zou een vrijstelling van fosfaatrechten voor bio dit kunnen veranderen, maar dergelijke signalen zijn in Den Haag tot op heden niet te horen. Afgelopen jaar hebben zich wel nog eens 16 gangbare melkveebedrijven bij Skal aangemeld voor omschakeling naar bio. Wat betreft de biologische melkprijs is de verwachting dat deze zich komende maanden zo rond de 46 cent per kilo blijft bewegen. Na de zomer lijkt er zelfs ruimte voor een stijging en dus is er reden tot optimisme. Ondanks een enorme groei is de markt voor biologische zuivel tot op heden goed overeind gebleven.

Melkveebedrijf De Haarmeijer: wij zijn niet van die rekenaars

Melkveebedrijf de Haarmeyer levert nu zo’n 25 dagen biologische melk aan Eko-Holland.

De aanmelding bij Skal voor omschakeling naar bio ging begin 2017 de deur uit. De reacties waren verrassend. “Maar jullie waren toch al lang biologisch?” Dag en nacht weiden, klaver in het grasland en het niet gebruiken van GMO-voer, bestrijdingsmiddelen en kunstmest wekte deze suggestie. Toch hebben Gerlof en Annemiek bewust gekozen om nu pas over te schakelen op bio. Ze hadden tijd nodig om wat vet op de botten te krijgen na de plotselinge overname van het bedrijf in 2008.

Naam: Gerlof (44) en Annemiek (41) Timmerman. Bedrijf: VOF melkveebedrijf De Haarmeyer, 58 melkkoeien op 39 hectare grasland. Plaats: Witharen (Ov.). Foto: Ruud Ploeg

Omschakelingstraject

In hun keus voor bio hebben ze zich niet laten leiden door de markt. FrieslandCampina reageerde verrast dat ze het omschakelingstraject al in gang hadden gezet zonder toezegging van de fabriek. Uiteindelijk kwam deze toezegging alsnog, maar de veehouders besloten toch te kiezen voor Eko-Holland. “We zijn te ver uit elkaar gegroeid”, geven ze als reden voor hun vertrek. Ze houden van korte lijnen en vrijheid om te ondernemen en geven aan dat Eko-Holland daarom beter bij ze past.

Gemengd bedrijf

Zorgen om de biomelkprijs, als gevolg van de vele nieuwe toetreders, hebben ze zich niet gemaakt. Sowieso willen ze langzaam naar een gemengd bedrijf om daarmee minder afhankelijk te worden van de grillen van de markt. De eerste 50 legkippen (Vredelingers) lopen inmiddels in de wei. Trouwens, ook als de biologische melkprijs flink zou dalen, blijven ze op de huidige wijze boeren. “Wij zijn niet van die rekenaars.”

Grasgroei

Wat ze met behulp van een grasmeter wel scherp in de gaten houden, is de grasgroei. De koeien gaan de wei in als er tussen de 2.200 en 2.400 kilo drogestof per hectare staat. Ze kiezen voor stripgrazen op percelen van 2,5 tot 3 hectare. Het maaien staat hier in dienst van het weiden. Per jaar hebben ze daarnaast nog zo’n 500 balen ruwvoer nodig. Dat wordt dit jaar nog wel een uitdaging.

Maatschap Spijkerman-Duiven: de productie is niet leidend

Maatschap Spijkerman-Duiven boert al 25 jaar op biologische wijze. Ze hebben de markt voor biologische zuivel langzaam volwassen zien worden.

Sinds 1999 gaat hun melk biologisch naar CZ Rouveen en sinds 2016 ook antibioticavrij geproduceerd. Recent investeerden de veehouders in een nieuwe melkstal plus wachtruimte en werd het asbest dak van de jaren zeventig ligboxenstal vervangen. Aanpassingen nodig om het bedrijf een gezonde toekomst te bieden. Meer is voorlopig niet nodig. “Geld verdienen doe je niet door te investeren in beton en machines”, lacht Auke.

Zijn doel is om, net als zijn ouders, de kosten zo laag mogelijk te houden en zoveel mogelijk melk uit gras te halen. De krachtvoergift ligt op het bedrijf dan ook op slechts 1.000 kilo per koe per jaar. Bijna de helft van dit volume bestaat ook nog eens uit grasbrok. Afgelopen jaar realiseerden ze een voeropname van 60% uit de weide.

Naam: Ton (64) en Auke (28) Spijkerman en Ria Duiven (57). Bedrijf: Maatschap Duiven-Spijkerman, 85 melk- en kalfkoeien, 40 stuks jongvee op 70 hectare grasland waarvan 12 hectare natuurgrond. Afgelopen jaar lag het rollendjaargemiddelde op 6.300 kilo melk met 4,39% vet en 3,70% eiwit. Plaats: Wapserveen (Dr.). – Foto: Ruud Ploeg

Blij met nieuwkomers

Zorgen om de vele nieuwe toetreders hebben ze niet gehad. Sterker, ze vinden het mooi dat er zoveel biobedrijven bij zijn gekomen. Bij hun start 25 jaar geleden, speelde een hogere melkprijs geen doorslaggevende rol. “Wat betreft economisch resultaat kwamen we de eerste jaren ongeveer hetzelfde uit”, vertelt Ria. Wel hielden ze nu rekening met een tijdelijk sterkere daling van de melkprijs dan tot nu toe. Ze zijn wel erg blij dat het de zuivel nu zo goed lukt om het aanbod goed af te stemmen op de vraag, ook al moet er zo nu en dan wat biologische melk het gangbare circuit in. “In onze begroting rekenen we nog steeds met een opbrengstprijs van 42 cent, maar daar zitten we al vele jaren boven.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin