Doorgaan naar artikel

Groeiende aandacht en markt voor zuivelvervangers

De aandacht voor en de markt van zuivelvervangers, in het bijzonder melkvervangers, groeit. Consumenten weten de producten goed te vinden. Grote zuivelbedrijven stappen in en ook boeren zien mogelijkheden, bijvoorbeeld in het telen van soja.

Ondanks eerdere ontkenningen van de topman, stapt ’s werelds grootste zuivelbedrijf Lactalis binnenkort toch in de plantaardige markt. Daarvoor bouwt het een melkfabriek in Canada om tot productielocatie voor zuivelvervangers. Het is het meest recente voorbeeld van een groot internationaal zuivelbedrijf dat de categorie betreedt. De aandacht voor plantaardig voedsel is groot, zo ook vanuit de zuivelindustrie, ondanks dat het soms gevoelig ligt.

FrieslandCampina

Ook FrieslandCampina blijft niet achter. Zo ging het bedrijf onlangs een samenwerking aan met De Nieuwe Melkboer, een bedrijf van twee voormalig melkveehouders die zelf soja telen en er zuivelalternatieven van maken. Ook heeft FrieslandCampina inmiddels meerdere plantaardige producten in zijn portfolio, zoals ingrediënten voor plantaardige sportdrinks, plantaardige slagroom voor de foodservice en onder Friesche Vlag een alternatief voor koffiemelk op basis van haver.

Tekst gaat door onder de foto

Andere voorbeelden zijn het Duitse zuivelbedrijf DMK, moederbedrijf van DOC Kaas, dat dit jaar zijn eerste vegan zuivelalternatieven introduceerde. Het Franse Danone nam in 2017 al het Amerikaanse Whitewave over, waardoor de amandeldrinks van Alpro in het portfolio kwamen en inmiddels niet meer weg te denken zijn bij Danone.

Lees ook: DMK: plantaardig is must, maar geen volledige vervanging

Groei van zuivelvervangers

De interesse in zuivelalternatieven bij deze bedrijven komt niet uit de lucht vallen. De zuivelalternatieven zijn op dit moment de grootste productcategorie binnen de bewerkte plantaardige producten. Rabobank berekende vorig jaar dat de zuivelvervangers de komende jaren met 7 tot 8% per jaar zullen groeien in de EU en dat het consumptieaandeel in 2035 uitkomt op bijna 9% tegenover 4% in 2020. Tegelijk verwacht de bank dat de consumptie van verse melk zal dalen met gemiddeld 0,7% per jaar.

Melkvervangers de grootste categorie

In de verse melk zijn alternatieven al meer ingeburgerd dan in bijvoorbeeld kaas. Melkvervangers is dan ook de grootste categorie. Het grootste deel van de groei die Rabobank verwacht zal dan ook komen van de melkvervangers. Veel consumenten kiezen voor melkvervangers vanwege gezondheidsredenen. Mensen die bijvoorbeeld lactose-intolerant zijn, kwamen al vroeg terecht bij melkalternatieven zoals soja-, amandel-, rijst-, of haverdranken. Daarnaast brengen zorgen over het klimaat en dierenwelzijn consumenten naar het schap met melkvervangers.

Peulvruchten

Rabobank verwacht dat voor de groei van de zuivelalternatieven in 2035 ongeveer 500 kiloton aan extra granen, peulvruchten en oliezaden nodig is. Ondanks dat de meeste grondstoffen voldoende beschikbaar zijn om de groei in plantaardige zuivel- (en vlees-)vervangers op te vangen, is er de wens om de teelt van eiwitrijke gewassen in Nederland op te voeren.

CBS-cijfers laten zien dat er de afgelopen jaren al een stijgende lijn zat in het areaal peulvruchten in Nederland. In 2022 is het areaal peulvruchten 4.520 hectare (na drie jaar van groei dit jaar een lichte daling ten opzichte van 2021). Tien jaar geleden was dat nog 2.720 hectare. Vooral het teeltoppervlak veldbonen is de afgelopen jaren flink toegenomen: van 330 hectare in 2012 naar ruim 2.000 hectare in 2022.

Sojabonen uit Flevoland voor verse, zelfgemaakte sojamelk

De sojabonen van Evert Jan (55) en Bas (19) Daling staan er goed bij. Ze gaan die bonen zelf op de markt brengen. Consumenten kunnen dan hun eigen verse sojamelk maken. Moeilijk is het niet. Sojamelk kan in vijf stappen met 120 gram sojabonen en 1 liter water gemaakt worden.
De Dalings telen in Flevoland op twee percelen 11 hectare sojabonen, vier rassen. Die zijn 9 en 10 mei gezaaid. Na het zaaien is er beregend waardoor de bonen er met voldoende vocht en bodemtemperatuur ook snel en massaal op stonden. Een gelijkmatige opkomst bevordert gelijkmatig afrijpen, maakt onkruidbestrijding makkelijker en houdt ook de duiven en de kauwen beter op afstand, weet Evert Jan. De sojabonen hebben dit jaar het weer mee. Ze houden van veel zon en hebben niet heel veel water nodig.

NL-soja.nl
Evert Jan en Bas Daling zijn onder naam NL-soja.nl een nieuw avontuur aangegaan: het telen en volledig in eigen beheer vermarkten van droge sojabonen. De teelt is Evert Jan niet vreemd. Daar heeft hij zo’n twintig jaar geleden in Oost-Europa ervaring mee opgedaan als bedrijfsadviseur. Nu is hij in Nederland zelfstandig agrarisch adviseur en is hij hier met zijn zoon in de teelt van sojabonen gestapt.
De vier (niet-GMO) rassen zijn Oost-Europese rassen en andere rassen dan waar tot nu toe in Nederland ervaring mee is opgedaan. Het zijn vroeg afrijpende rassen die ook geschikt zijn voor teelt op de 51e (Nederlandse) breedtegraad. Dat is ook meteen zo’n beetje het meest noordelijk waarop een aantal sojarassen op dit moment geteeld kan worden. Soja is namelijk daglengte-afhankelijk. Om niet te veel risico met de oogst te lopen, moeten de bonen liefst uiterlijk de eerste week van oktober van het land zijn.

Transparantie troef
Concurreren met de grootschalige teelt in Noord- en Zuid-Amerika is voor de Nederlandse teelt geen verdienmodel. Maar met de gedachte van de eiwittransitie, voedselvoorziening uit eigen regio en transparantie naar de consument toe, zien de Dalings wel mogelijkheden om de teelt interessant te maken.
Het plan is om de oogst zelf te gaan verpakken en via een webshop direct aan de consument aan te bieden. Om de consument te betrekken bij de vraag waar zijn voedsel vandaan komt, is onlangs een velddag gehouden. Op de website van NL-soja.nl kan de klant straks bovendien precies zien welke bewerkingen de soja heeft ondergaan. En dat is vrij gedetailleerd, tot en met het aantal uren schoffelen.
Behalve directe verkoop aan consumenten wordt er gewerkt aan afzet via winkels en mogelijk andere platforms. Voor volgend jaar zijn er plannen om een perceel gangbaar of in omschakeling naar biologisch te telen. En er zijn ideeën om mogelijk ook zelf bonen te gaan verwerken, bijvoorbeeld tot olie te persen. Maar zoals de Dalings nuchter constateren: eerst zien dat we een mooi product van het land halen.
Dat lijkt te gaan lukken. De grootste uitdaging is de marketing met alles wat daar bij komt kijken vanaf schonen en verpakken tot en met verzenden en afrekenen met de klanten. Allicht moet er wat verdiend gaan worden, maar ze vinden het ook vooral leuk om heel nieuw concept uit te bouwen en tot een succes te maken. “We weten waar het begint, we zullen zien waar het eindigt”.
Auteur: Martin Smits

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin