Doorgaan naar artikel

Stap vooruit zetten op nieuwe locatie

Bedrijven die op de eigen locatie in de knel zitten kunnen door bedrijfsverplaatsing een flinke stap vooruitzetten. De mogelijkheden worden grotendeels bepaald door de opbrengst van de oude locatie.

Bedrijven die op de eigen locatie in de knel zitten kunnen door bedrijfsverplaatsing een flinke stap vooruitzetten. De mogelijkheden worden grotendeels bepaald door de opbrengst van de oude locatie.

In navolging van varkenshouders zoeken melkveehouders vaker een andere locatie in Nederland. Het geeft – letterlijk en figuurlijk – meer ruimte of biedt de mogelijkheid een stap vooruit te zetten.

Bedrijfsverplaatsingen zijn van in alle sectoren van alle tijden, maar de laatste jaren is er een toenemende interesse van melkveehouders. Dat signaleert ook Marc Albers, adviseur Vastgoed bij DLV Advies. Hij zegt de afgelopen twee jaar met vier veehouders concreet aan een verplaatsing te hebben gewerkt. “Dat is meer dan we in het verleden deden.”

De redenen dat veehouders elders gaan kijken zijn legio, maar is vaak een combinatie. Denk aan een te kleine huiskavel, te weinig bouwmogelijkheden of veel gebreken in de bestaande situatie. De laatste tijd speelt ook de Nb-vergunning een belangrijke rol. “Het komt altijd neer op te weinig mogelijkheden op de huidige locatie”, vat Albers het samen. Een verplaatsing kan bijdragen een goedkopere manier om op te schalen. Ook de ligging van de percelen kan een verbetering zijn, zodat tevens een efficiëntere bedrijfsvoering mogelijk is.

Aan de andere kant zijn er juist de afgelopen jaren volop mooie locaties ontwikkeld waar nu geen opvolger is en daarom te koop staan. Dat gaat de komende jaren nog wel even door; Wageningen Economic Research berekende onlangs dat – op basis van voortgezet bestaand beleid zonder extra stikstofmaatregelen – het aantal bedrijven in 2030 met een derde is afgenomen tot ruim10.500 bedrijven. De bedrijfsgrootte is dan gestegen van 101 naar 139 melkkoeien. Er is dus vraag en aanbod, wat resulteert in meer verplaatsingen.

Jos Ebbers, NVM-voorzitter van de vakgroep Agrarisch en Landelijk, herkent de toenemende belangstelling van veehouders voor bedrijfsverplaatsing. De organisatie signaleert dat overheden flink aan het trekken zijn in gebieden met financieel minder renderende planologische opgaven (bijvoorbeeld realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur). “De daaruit te verplaatsen bedrijven steken nu elders hun licht op.”

Hij verwacht dat de komende jaren meer veehouders vanwege stedelijke uitbreiding op zoek gaan naar een nieuwe locatie. “De grote ambities van de overheid rondom woningbouw gaat voelbaar zijn.” Met andere woorden: het aantal ondernemers dat op zoek moet naar een andere locatie zal eerder toe- dan afnemen.

Waarde oude locatie

Een belangrijk aspect bij de realisering van een verplaatsing is de opbrengst van de oude locatie. Dat bepaalt voor een belangrijk deel de financiële reikwijdte van een ondernemer. Afhankelijk van de omvang, kwaliteit van gebouwen en het areaal kan gekozen worden voor verkopen als compleet bedrijf of uitponden (grond apart verkopen), waarbij in dat laatste geval de gebouwen vaak worden gesloopt of een andere bestemming krijgen.

De mogelijkheden daarvoor verschillen sterk per gemeente en provincie, zoals medewerking verlenen aan ruimte-voor-ruimte of herbestemmen richting wonen of andere bedrijvigheid. “De verwaarding van de oude locatie blijkt zeer bepalend te zijn voor de financiële armslag van de plannen”, ziet Albers. Overigens kan afhankelijk van de afstand tussen de oude en nieuwe locatie mogelijk een deel van de grond behouden blijven.

Aan de koop-kant zitten vanzelfsprekend ook veel verschillen, prijzen, omvang, verhouding eigendom en pacht en de situatie op het erf. Veehouders met een grote portemonnee die bijvoorbeeld zijn weggekocht kiezen soms voor een verouderde locatie om daar alles nieuw te bouwen. Maar in de meeste gevallen hebben courante, technisch goede bedrijfsgebouwen de voorkeur. Daar zit immers het financiële voordeel; in plaats van duur zelf bouwen nu een bestaande relatief nieuwe stal overnemen. Dat kan een verschil maken van duizenden euro’s per plaats.

Weinig emigranten

Melkveehouders die zich oriënteren op verplaatsen binnen Nederland maken heel verschillende keuzes. Sommigen blijven het liefst ‘rond de kerktoren’, anderen gaan naar de andere kant van het land. Daarbij spelen vooral persoonlijke voorkeuren en omstandigheden.

Ondernemers die het niet erg vinden om de eigen regio te verlaten kunnen net zo goed een stuk over de grens kijken. Op niet heel grote afstanden is er nog meer ruimte, de grond goedkoper en de regels wat minder streng. Anders gezegd: in de meeste gevallen is voor dezelfde euro in het buitenland een stuk meer melkveehouderij te kopen.

Toch wordt de keuze emigratie door deze groep niet snel gemaakt, zegt ook Hendrik-Jan Achterhof van het gelijknamige makelaars- en emigratiekantoor. “We zien de laatste jaren zeker meer interesse bij melkveehouders in emigratie. Maar voor de meeste is het geen keuze tussen Nederland of het buitenland, ze lopen al langer met ideeën rond.” Heel gechargeerd gaat een emigrant volgens Achterhof niet vanwege problemen weg, maar zoekt vooral nieuwe kansen en uitdagingen.

Bovendien is emigratie écht wel een fors grotere stap dan verplaatsen binnen Nederland. Niet alleen de afstand maar ook een andere taal, cultuur en productieomstandigheden zullen velen weerhouden om de grens over te gaan. Achterhof adviseert veehouders met plannen wel altijd meerdere opties ter verkenning open te houden.

Bijna € 2,5 miljoen voor bedrijf

 

De markt van melkveebedrijven loopt mee met ontwikkelingen in de hele agrarisch vastgoedmarkt maar heeft ook een eigen dynamiek. In 2020 zijn circa 20% meer melkvee­bedrijven verkocht dan een jaar eerder, ­signaleert makelaarsvereniging NVM. ­Daarmee liggen de aantallen ongeveer ­gelijk als in de jaren 2017 en 2018. Bij de makelaars die aangesloten zijn bij de organisatie zijn in 2020 zo’n 75 melkveebedrijven van ­eigenaar gewisseld. Het aantal komt ook wel eens boven de 100 uit.
De gemiddelde verkoopprijs lag met € 2.470.000 een fractie hoger dan het jaar ervoor. Dat is vooral te wijten aan de hogere grondprijzen; die steeg in een jaar tijd gemiddeld met 2,7% naar € 63.000 per hectare. De duurste grond ligt in Flevoland.
De nabijheid van Natura2000-gebieden en het hebben van de juiste Nb-vergunning is steeds bepalender bij de verkoopmogelijkheid en waarde van melkveebedrijven constateert de NVM.

 

Eisen aan een goede locatie

 

De beste locatie voor een melkveebedrijf bestaat niet. Wel zijn er aspecten waar rekening mee te houden is bij de zoektocht naar een nieuwe plek.
* Oppervlakte bouwblok en uitbreidings­mogelijkheden. De noordelijke provincies bieden gemiddeld meer mogelijkheden voor grote bouwblokken.
* Geen natuurgebieden die vallen onder Natura 2000 in de buurt; aanwezigheid van Nb-vergunning.
* Dichtbij of in akkerbouwgebieden voor ­samenwerking met akkerbouwers en/of aankoop van voer/afzet van mest.

 

Goede productiviteit en gebruiksmogelijkheden van de grond.
* Hoogte van de grondprijzen; Flevoland is de provincie met veruit de duurste grond. De goedkoopste gronden liggen in de drie noordelijke provincies.
* Ligging van de locatie; geen beperkingen van buren of (toekomstige) andere bestemmingen.
* Efficiëntie van de locatie zoals aangesloten percelen, indeling van het erf, voerlogistiek.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin