Doorgaan naar artikel

Capaciteit schudder komt uit de breedte

Schudden is relatief licht werk. Vanaf 10 meter breedte is voor een lichte trekker een wielstel een oplossing en vanaf 13 meter is volledig getrokken onvermijdelijk.

Schudden is relatief licht werk. Vanaf 10 meter breedte is voor een lichte trekker een wielstel een oplossing en vanaf 13 meter is volledig getrokken onvermijdelijk.

De meeste fabrikanten kunnen een 13 meter schudder leveren. Vaak als topmodel, maar ook breder wordt verkocht. Tussen 10 en 13 meter heeft verreweg het grootste aandeel in de markt.

Optimale kwaliteit ruwvoer binnenhalen, gaat gepaard met voldoende capaciteit. Kom je capaciteit tekort dan is een grotere werkbreedte het antwoord. In rijsnelheid valt er immers niks te winnen en onderling verschillen schudders van de verschillende leveranciers daar ook weinig in.

Een uitzondering op de regel zijn de haaktanden van Lely, die laten het toe om 2 à 3 kilometer per uur sneller te rijden dan de concurrent. Krone heeft inmiddels zes jaar ervaring met haar Optiturn-tand: een iets gebogen tand die tevens een iets scheppende stand heeft en daardoor de agressievere opname van een haaktand evenaart. OptiTurn is nu standaard op alle Vendro- en de brede KW-schudders. De OptiTurn-tand van Krone zou vooral een betere opname hebben in een dun gewas en wanneer er wordt gemaaid met een kneuzer. De tand maakt ook een iets hogere rijsnelheid mogelijk. De gebogen tandvorm werkt het gras wat verder langs de tand omhoog en gooit dat met een relatief kleine schudhoek toch goed luchtig naar achteren.

Breedte heeft grenzen

De breedte van de schudder moet passen bij de ligging van de percelen. In greppeltjes land voegt vier meter extra werkbreedte niks toe als je daardoor per akkertje steeds een werkgang voor een halve breedte overhoudt. Behalve grootte en ligging van percelen spelen personeelsbezetting en manier van werken ook een rol: wordt er gemaaid en breed gespreid of wordt het schudden al gestart als de maaier nog rijdt? Dat zijn praktische punten die de benodigde capaciteit beïnvloeden en waardoor de keuze per bedrijf toch kan verschillen.

Ook de breedte per rotor heeft grenzen: hoe groter de diameter van de rotor, hoe vlakker die moet staan om goed op te nemen en hoe kleiner de rotors, zoveel meer tanden passeren er per meter werkbreedte, waardoor het schudden ook intensiever wordt. Fabrikanten hebben de uitdaging om daar een ­balans in te vinden. Tien of twaalf rotors per dertien meter maakt een verschil in werkbreedte per rotor van 108 of 130 centimeter. Een kleine rotor kan wat steiler staan en een groter aantal tandarmen per rotor maakt ­automatisch ook kleinere hapjes of staat in theorie een iets hogere rijsnelheid toe. Kantschudden doen de meeste volledig getrokken schudders met een kantdoek. Vicon en Pöttinger hebben schuinstelling op de buitenste elementen.

Breder is duurder

Over heel Nederland gezien is 10 tot 13 meter werkbreedte op dit moment een heel gangbare werkbreedte. 12 tot 13 meter werkbreedte kan vrijwel iedereen wel leveren, maar er is ook een markt voor 15 meter en zelfs meer. Breder is duurder in aanschaf, maar het is geen vast bedrag per meter werkbreedte. Tot 12 of 13 meter werkbreedte is een halfgedragen constructie een veel gekozen oplossing, maar 11 meter of bijna 11 meter volledig in de hef gedragen is ook nog ­leverbaar bij SIP ­Fella, MF/Fendt en Kuhn. 13 meter is voor een halfgedragen constructie (een wielstel achterop, maar in het werk een schudder die volledig op de eigen wieltjes rijdt) nog net haalbaar. Wordt het breder, dan gaat het over in een volledig getrokken machine: een frame op wielen dat tijdens het schudden meerijdt en waar in transport de schudder in de lengte op komt te liggen.

Dat concept is in 1997 door Lely voor de Lotus 1325 geïntroduceerd. Hoewel iedere ­fabrikant zijn eigen constructie toepast, is dat het systeem geworden dat voor grote werkbreedten de markt heeft veroverd.

Het treintjesmodel is nagenoeg van de markt verdwenen. Bij Fella is het treintjes­model nog tot 13 meter leverbaar, het 15,50 en 18 meter treintjesmodel is bij Fella vervallen. De aantallen waren in de grootste modellen volgens de fabrikant toch te klein. Samasz heeft voor 12 meter werkbreedte nu nog een treintjesmodel, maar vervangt die volgend jaar door een volledig getrokken versie volgens het concept zoals de concurrenten dat ook toepassen. Hoewel er volgens Krone, die het treintjesmodel ook heeft verlaten, in de markt toch een zekere belangstelling is voor dat concept – maar voor een te beperkte klantenkring – heeft Krone ook voor de grote werkbreedten voor een volledig gedragen machine gekozen. Dat gaat bij Krone zelfs tot 20 meter. Vanaf 16 meter werkbreedte levert die dan als enige tot nu toe een gestuurd wielstel.

8 aanbieders, 11 kleuren

In het overzicht zijn de schudders opgenomen met 12 en 13 meter werkbreedte, uitgezonderd SIP, daar is de keuze tussen 10,80 en 14,80 meter. Voor een aantal is dat ook de grootste werkbreedte die leverbaar is, maar een aantal fabrikanten hangt er nog twee of vier rotors bij en komen zo op 15 of in het geval van Krone zelfs op 20 meter werkbreedte. Dat er meer kleuren zijn dan fabrikanten is het gevolg van fusies en merkenstrategie. Het sterkst speelt dat op dit moment bij Agco, de moedermaatschappij van Fendt en Massey-Ferguson die de ­Fella-machines in eigen kleuren leveren.

De haaktandmodellen zijn er alleen als Fendt en Massey Ferguson en het treintjesmodel wordt alleen als Fella geleverd. De Kverneland Group levert onder de merknaam Vicon, maar dezelfde machine is er ook als ­Kubota en wordt door enkele dealers in ­Nederland verkocht.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin