Doorgaan naar artikel

Zicht op kengetallen vergroot marge

Foto: Hans Prinsen

Foto: Hans Prinsen

Vruchtbaarheidskengetallen op het bedrijf bieden inzicht en kunnen aanwijzing zijn het management bij te sturen. Verbeteren van de kengetallen en terugbrengen van het aantal inseminaties per dracht stuwen de economische resultaten.

Werken aan vruchtbaarheidskengetallen en signaalwaardes vergroot de marge op een melkveebedrijf. Zie ze als een handig hulpmiddel om de vinger op de zere plek te leggen en om betere resultaten mee te halen.

Verschillende soorten

Er zijn verschillende soorten vruchtbaarheidskengetallen. In Nederland werken we met name met de tussenkalftijd, aantal inseminaties per koe en inseminaties per dracht. De laatste jaren worden ook de Amerikaanse kengetallen toegepast, insemination rate, conception rate en pregnancy rate.

Zicht hebben

Met welke kengetallen je ook werkt, er zijn binnen de vruchtbaarheid altijd een paar dingen waar je duidelijk zicht op wilt hebben als veehouder. Dit zijn de dieren die niet drachtig zijn, ofwel de ‘open koeien’, de tochtige dieren, de geïnsemineerde dieren en de drachtige. “Die kengetallen brengen de diergezondheid en vruchtbaarheid naar een hoger niveau”, zegt Daan Dercksen, dierenarts bij Zoetis. “Veehouders moeten op veel vlakken acteren. Begeleiding van buitenaf kan helpen om alle ballen in de lucht te houden. Kengetallen, en vooral het zicht hebben erop, dient als een stuur in het management.”

Tussenkalftijd

Om goede economische resultaten te behalen, wil je de tussenkalftijd niet te hoog hebben. “Elke studie naar de tussenkalftijd laat zien dat 380 dagen het optimum is”, zegt rundveedierenarts Miel Hostens. De koeien moeten na het afkalven vlot weer drachtig raken. “Daarom moet je van alle koeien in beeld hebben wanneer ze tochtig zouden moeten worden. Dan weet je ook wanneer je kan beginnen met insemineren.”

Amerikaanse kengetallen

Sinds enkele jaren nemen de Amerikaanse kengetallen een steeds grotere plek in. Dit zijn de insemination rate, de conception rate en de pregnancy rate.

De insemination rate staat voor het percentage geïnsemineerde dieren. Dit kan je berekenen door het aantal geïnsemineerde dieren in een periode van drie weken te delen door het totaal aantal dieren dat in deze periode geïnsemineerd had kunnen worden. De insemination rate geeft met andere woorden aan hoeveel dieren een veehouder tochtig heeft gezien en geïnsemineerd. Dit varieert in Nederland tussen de 35% en de 75%. Een laag getal geeft een duidelijk actiepunt, namelijk de tochtdetectie verbeteren. Een stijging van het getal kan op zijn beurt bevestigen dat de tochtdetectie, door bijvoorbeeld stappentellers is verbeterd.

Conception rate

De conception rate geeft het percentage geslaagde inseminaties weer. Het is het aantal geïnsemineerde dieren in een periode van drie weken dat drachtig is geworden, gedeeld door het totaal aantal geïnsemineerde dieren in deze periode. Een lage conception rate kan voortkomen uit bijvoorbeeld een matige inseminatietechniek. De pregnancy rate zegt samenvattend iets over het percentage drachtig geworden dieren. Het is het percentage koeien dat in een periode van drie weken drachtig is geworden ten opzichte van de koeien die in deze periode geïnsemineerd hadden kunnen worden. Dit getal laat de algemene vruchtbaarheid van een koppel koeien zien.

Veel dieren insemineren (hoge insemination rate) en een slechte inseminatietechniek (conception rate) zorgt voor een gemiddeld lagere pregnancy rate. In een rekensom kan je dit als volgt zien: een insemination rate van 70% en een conception rate van 40% maakt samen een pregnancy rate van 28%.

Getallen zijn niet te manipuleren

Wim Kraaijenzank van Inseminatieservice Oost werkt met het Reproductive Management System (RMS). Deze werkmethode komt oorspronkelijk van de Amerikaanse fokkerijorganisatie ABS.

Elke dag spoort hij op dezelfde bedrijven de tochtige koeien op en insemineert hij ze. Kraaijenzank geeft alle koeien elke dag een krijtstreep op de staart. Hieraan kan hij de volgende dag zien of een koe besprongen is. Kraaijenzank werkt met Amerikaanse kengetallen. “Wij komen vooral op de grotere melkveebedrijven waar de economie het zwaarst telt. Deze bedrijven willen de vruchtbaarheid uit handen geven. Op de pc kunnen ze de vruchtbaarheid in een overzicht bijhouden.”

We streven ernaar om alle koeien voor 75 lactatiedagen te insemineren. De Amerikaanse kengetallen helpen daarbij omdat ze overzichtelijk zijn. Alle cijfers zijn erin meegenomen. Als je niet goed op het drachtmanagement zit of er gaat iets mis, dan zie je dat gelijk terug in je getallen.” Het begint volgens Kraaijenzank bij het hoog houden van de inseminatiegetal. “Dus het signaleren van tochtige koeien”, zegt hij. Elke dag bekijkt hij na de inseminatieronde welke koeien de volgende dag tochtig zouden moeten zijn.

De inseminatietechniek speelt natuurlijk een grote rol. “De getallen gaan lopen vanaf het moment dat een koe afkalft. Ze stoppen pas als je haar afvoert of bewust gust verklaart. Daardoor zijn ze niet te manipuleren en geven ze de waarheid van hoe het op het bedrijf loopt.”

Streefwaardes

“Voor de insemination rate is een streefwaarde 65% reëel. Voor de conception rate is dat 40% en voor de pregnancy rate 26%”, zegt Guido IJpelaar, vertegenwoordiger bij UNIFORM-Agri. “Het nut van Amerikaanse kengetallen is om afwijkingen in het vruchtbaarheidsmanagement snel te zien. Je kan de vinger snel op de zere plek leggen en dus zien wat je anders kan doen”, zegt IJpelaar. “Als de insemination rate daalt dan heb je te weinig tochtige koeien gezien. Of je hebt ze wel gezien maar er te weinig geïnsemineerd.”

Bedrijfsfilosofie

Afhankelijk van de bedrijfsfilosofie kan het een bewuste keuze zijn om iets later te beginnen met insemineren. Dat heet de vrijwillige wachtperiode. Als je begint te insemineren vanaf 100 dagen in plaats van 60, dan stel je dat in bij het managementprogramma. Dan gaat het systeem pas meten vanaf 100 lactatiedagen. Ook kunnen guste koeien een negatieve invloed op de insemination rate hebben. Als een dier zeven inseminaties nodig heeft om drachtig te raken, dan tellen die allemaal mee. Dat heeft een negatieve invloed op de conception rate. Tenzij je haar op bewust gust zet. Vanaf dat moment telt ze niet meer mee in het managementprogramma. “Zet een dier alleen op bewust gust als je haar ook daadwerkelijk niet meer gaat insemineren. Het gaat niet om de mooie getallen maar om de reële cijfers. Je moet afwijkingen wel kunnen verklaren.”

Snelle kengetallen

Amerikaanse kengetallen worden ook wel snelle kengetallen genoemd. “De gerealiseerde tussenkalftijd wordt gevormd door het verleden”, zegt IJpelaar. “Die verandert pas op het moment dat er een koe kalft.” Amerikaanse kengetallen werken met het aantal inseminaties en de dracht die daaruit voorkomt. Nederlandse kengetallen met afkalvingen en aantal inseminaties per dracht.

Vooral voor grotere bedrijven

Amerikaanse kengetallen zijn met name geschikt voor grotere bedrijven. Hoe groter het bedrijf, hoe meer data en hoe betrouwbaarder de data. “Een veehouder met 50 koeien zal niet elke week naar de pregnancy rate kijken. Hoe meer koeien een veehouder heeft, hoe minder het getal zal fluctueren. Dan kan je afwijkende getallen of gebeurtenissen beter herleiden en nauwkeuriger achterhalen waar het probleem ligt.

Tussenkalftijd en aantal inseminaties

Zorg ervoor dat er niet te veel koeien zijn die al 100 dagen in lactatie zijn en nog altijd niet geïnsemineerd. “Er loopt altijd wel een koe uit, maar je moet ze in beeld houden en er rond de 90-100 dagen wel wat aan doen. Waar je precies de grens legt, kan een onderwerp van discussie zijn tussen veehouder en dierenarts, maar monitor en handel daar naar”, aldus Dercksen. De vraag is hoe die koe door de transitieperiode heen is gegaan. De baarmoeder moet dan opschonen, de productiepiek komt eraan, en de koe heeft vaak te maken met een negatieve energiebalans. “Na 40-50 dagen moet het ‘resetten’ en moet ze klaar zijn voor een nieuwe dracht. Sturen op de lengte van de periode van afkalven tot de eerste inseminatie is heel belangrijk. Dan zit je kort op de bal. Je moet de verse koeien snel weer drachtig krijgen, dat is economisch het beste.” Dat is een bevestiging van wat Hostens zegt.

Fluctuerende kengetallen bij kleinere veestapel

“Melkveebedrijven die minder dan 500 koeien melken kunnen beter uit de voeten met kengetallen als inseminatiegetal en tussenkalftijd”, zegt Hostens. Met kleinere koppels koeien fluctueren de Amerikaanse kengetallen te veel. “Dat zorgt voor verwarring.” Zo is bijvoorbeeld een inseminatiegetal stabieler. “Als dat in korte tijd stijgt van 2,5 naar 3 dan komt dat door een berekeningsfout. Anders is er een BVD probleem op een bedrijf.”

Inseminatiestrategie

Volgens hem moet je je inseminatiestrategie helder voor ogen hebben. “Oftewel begin vanaf 60 dagen met drachtig maken, bepaal hoe lang je doorgaat en wat je spreiding is. Hiermee krijg je grip op de spreiding en dus op je open koeien.” Maak voor de verandering geen lijstjes van koeien die mogelijk drachtig zijn, maar van de koeien die (alweer) niet op dat lijstje staan. Daar wil je wat aan doen want zij trekken de tussenkalftijd omhoog en zijn daarmee het minst economisch.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin