Doorgaan naar artikel

Droge zomers, zachte winters: muur rukt op

Op een aantal van zijn percelen waar door de droogte kale plekken kwamen, ziet René Nies in Lippenhuizen muur oprukken. Het onkruid is nu nog klein, maar kan zich bij hogere temperaturen snel uitbreiden. - Foto: Anne van der Woude

Op een aantal van zijn percelen waar door de droogte kale plekken kwamen, ziet René Nies in Lippenhuizen muur oprukken. Het onkruid is nu nog klein, maar kan zich bij hogere temperaturen snel uitbreiden. - Foto: Anne van der Woude

Op kale plekken in grasland rukt het onkruid muur op. Stevig uitharken werkt goed, een bespuiting ook, maar de kunst is om er vroeg bij te zijn.

Het onkruid muur zit bijna overal wel in de grond. Waar het wat minder gaat met de gras­zode, daar breidt muur zich uit en vult de lege plekken snel op. Paardenbloem en zuring komen pas later op gang: die hebben hogere temperaturen nodig. Het groene wollige spul kruipt en sluipt in het winterhalfjaar gestaag door en opeens stel je in het voorjaar vast, dat je een probleem hebt. Net als vorig voorjaar is dat op een groot aantal percelen het geval, omdat er door de droogte in de afgelopen zomer kale plekken ontstonden. En we hebben wederom een zachte winter, waarin het onkruid makkelijk doorgroeit. Beide factoren zorgen voor een hoge onkruiddruk in matig grasland. Een vorstperiode zou daar snel bij helpen: muur wortelt ondiep en krijgt bij een beetje vorst al een tik.

Muur kan ook veel ruimte gaan innemen op percelen die bij najaarsinzaai door pech met het weer een slechte opkomst te zien geven. Moet je er iets aan gaan doen en hoe dan en wanneer?

Stevig uitharken

“Ga vooral het land in om je percelen goed te bekijken, anders word je verrast”, zegt Arie van der Wal, ruwvoederspecialist bij Agrifirm. “Muur is best aan te pakken, maar in de praktijk gebeurt dat vaak net iets te laat.” Overigens zegt hij er geruststellend bij dat muur op lange termijn bekeken geen bedreiging is voor je grasmat. Na de eerste snede wint het gras altijd op groeisnelheid en hoogte. Het heeft echter wel flink effect op de opbrengst en kwaliteit van die eerste snede.

Van der Wal: “Als de druk niet heel hoog is, dan hark je muur er heel succesvol uit met een wiedeg. Het voordeel van die aanpak is dat je lage kosten hebt. Je kunt het eventueel zelf doen. En als bijvangst trek je ook wat ruwbeemd en straatgras weg.” De kunst is om er meteen bij te zijn als het land voldoende draagkracht heeft. Bij voorkeur uiterlijk in maart. Op het gras heeft dat uitharken hetzelfde effect als verticuteren van gazon en sportvelden, omdat de bovengrond een beetje loskomt en er lucht bij kan. Te voorzichtig zijn helpt niet. De veertanden van de machine mogen de graszode flink uitkrabben, het resultaat mag er behoorlijk zwart uitzien.

Muur is goed weg te spuiten

Heb je erg veel muur en is de bedekking bijvoorbeeld meer dan de helft van de oppervlakte van een perceel, dan is een bespuiting beter, meent Van der Wal. “Je kunt muur heel goed wegspuiten. Ook daarvoor geldt: doe het vroeg. Het moet een graad of acht, negen zijn, zodat het gewas groeit. Doe het in februari, begin maart, dan staat muur nog niet hoog en kan het met een lage dosering. Het gewas moet op het moment van spuiten droog zijn, dus niet spuiten bij dauw of regen. Bespuitingen zijn maatwerk. Primus werkt goed bij een bespuiting enkel tegen muur. Primstar en Tapir zijn duurder, maar deze middelen werken ook breder op meer onkruiden.”

Voor nieuw, in het najaar ingezaaid grasland is de wat ruige aanpak met de
wiedeg meestal geen goed idee. Een bespuiting is ook dan de betere oplossing.

Het ligt voor de hand om een perceel met veel en grote kale plekken daarna door te zaaien. Of het nodig is en succesvol uitpakt, hangt van veel factoren af. Het gezaaide gras heeft gunstige omstandigheden nodig om zich te vestigen en uit te groeien, voordat het weggeconcurreerd wordt door het bestaande gras en eventueel nog aanwezig onkruid. De eerste snede weiden is daarom ook gunstig. Er zijn machines die het uitharken van onkruid, vlakken en doorzaaien combineren. Die hebben echter vaak ook een rol voor het aandrukken en dan is het opletten of het losgetrokken onkruid niet teveel wordt ‘teruggezet’ en deels kan doorgroeien.

Lukt het om een of andere reden niet om op tijd te spuiten of mechanisch te bestrijden, dan is een wat vroege eerste maaibeurt bij bijvoorbeeld 15 tot 20 centimeter graslengte in april ook een alternatief (zie het kader met Herwin van der Steege).

Kruidenrijk grasland

Veel veehouders hebben afgelopen jaren percelen ingezaaid met mengsels met diverse kruiden erin. Op die percelen zijn bij een wat minder geslaagde opkomst ook een open stand en open plekken te zien, waar muur oprukt. Een bespuiting is op die mengsels geen goed plan: dan zijn de gewenste kruiden ook weg. “We zijn er in proefjes met lage doseringen wel ervaring mee aan het opdoen. Maar in de praktijk is dat nog te riskant”, zegt Van der Wal. Mechanisch bestrijden met de wiedeg is in kruidenrijke mengsels nog wel een goede optie.

‘Eerste snede gemaaid, daarna kwam het nog goed’

Tien hectare grasland met flinke bollen muur die zo’n beetje tweederde van de oppervlakte uitmaakten, dat was waar Herwin van der Steege in de winter van 2018-’19 tegenaan keek.
Van der Steege, melkveehouder in de Mastenbroekerpolder bij Genemuiden, had het in de zomer na de derde snede over de kop gehaald, gefreesd, gekilverd en opnieuw ingezaaid. Maar door de droogte in juli en augustus was de opkomst slecht en daar kwam een nat najaar achteraan.
Van der Steege: “Ik zit op een dun laagje klei op veen en als daar geen zode opzit, is het zwarte blubberboel. In het voorjaar was het perceel drassig en had muur de overhand gekregen. Je zag alleen hier en daar nog een grassprietje, dus ik wist even niet wat ik daarmee aanmoest.” Hij wilde liever geen bespuiting, maar een mechanische oplossing. Vanwege zijn deelname aan de pilot ‘65% eiwit van eigen land’ kreeg hij onder meer Bert Philipsen van WUR over de vloer. Die gaf aan dat spuiten kon, maar ook afwachten en een (vroege) eerste snede maaien en laten liggen was een optie: het gras zou zich daarna wel herstellen.
Voor spuiten was in het vroege voorjaar geen draagkracht. “Ik wilde ook liever niet spuiten en ben voor de maai-optie gegaan”, zegt Van der Steege. “Toen ik het maaide, was het zo’n beetje 15 centimeter hoog. Ik kon het breedwerpig maaien en heb het laten liggen. Als gemaaide muur indroogt, is het heel snel weg. Het gras kwam er daarna mooi door en het stoelde goed uit. De kale plekken groeiden dicht.”
Van der Steege heeft het perceel vorige zomer afwisselend gemaaid en beweid, om de zode steviger te krijgen. Over het resultaat is hij nu dik tevreden. “Het grasbestand is nu prima, net als van een ingezaaid perceel dat wel in één keer goed aanslaat.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin