Doorgaan naar artikel

‘We wilden af van koeien klem tussen de boxen’

De vennoten in vof Van der Helm waren het zat dat hun koeien vast kwamen te zitten tussen de boxen. Daarom verruilde ze alle waterbedden in hun ligboxen voor diepstrooiselboxen. Ze investeerden ook in zes melkrobots, een mestvergister en Beddingmaster.

In het open landschap van de gemeente Alkmaar ligt in Zuidschermer het melkveebedrijf van de families Van der Helm en Kregel. In 2016 zijn de melkveebedrijven van beide families samengevoegd tot één ­bedrijf op deze locatie, waar voorheen de familie Kregel boerde. Familie Van der Helm had een melkveebedrijf in Markenbinnen,
10 kilometer verderop. Op deze locatie wonen nu Arno en Wil, de ouders van Sjoerd. De vof heeft in 2019 de bestaande stal, waar Kregel voorheen 170 koeien molk, verlengd van 44 naar 104 meter. Er is nu ruimte voor 355 koeien. Een deel van het jongvee is in Zuidschermer gehuisvest, de drachtige vaarzen op een tweede locatie op 5 kilometer afstand.

Waterbedden eruit

In 2011 koos familie Kregel voor waterbedden in de nieuwe stal. “Er was toen nog te weinig ervaring met dikke fractie in ligboxen. De keuze voor waterbedden leek toen prima voor koecomfort en arbeidsgemak”, vertelt Sjoerd van der Helm. “Maar het pakte anders uit. Ondanks flink zaagsel strooien, werden de waterbedden bij melk­uitliggen te glad. De koeien gleden uit bij het opstaan, ze stonden twijfelend op of durfden niet op te staan. Elke winter voerden we noodgedwongen een aantal koeien met beschadigingen af. De verse koeien startten matig op. Ze gingen minder goed staan en vraten te weinig. Op sommige bedrijven gaat het prima met waterbedden, maar bij ons dus niet.” Achteraf denkt Van der Helm dat de waterbedden met de boxafscheidingen geen goede combinatie was. “Alle beugels waren na vier jaar al afgebroken.”

Op het ouderlijk bedrijf van Sjoerd was goede ervaring opgedaan met diepstrooiselboxen. “We wilden van het gedonder met vastliggende koeien tussen de boxen af. Met de nieuwbouw in 2019 is definitief gekozen voor diepstrooiselboxen. In het oude stalgedeelte zijn alle op papier afgeschreven waterbedden en boxafscheidingen verwijderd en vervangen door diepstrooiselboxen. De waterbedden gingen voor twee kratten bier naar een andere veehouder.”

Verbeterd koecomfort

Er zijn nieuwe boxen en gegolfde schoft­bomen van Spinder geïnstalleerd en er is een verhoogde rand op de achterkant van de ligboxen gemaakt om de biobedding op te sluiten. “De koeien liggen iets schuin omhoog en staan makkelijk op, ook door de nieuwe gegolfde schoftboom. De investering in nieuwe boxen kostte geld. Maar het verbeterde koecomfort, koeien die vrij opstaan en zeker weten dat je geen koeien meer tussen de boxen aantreft, is niet in euro’s uit te drukken.”

Dikke fractie en hygiëne

De vennoten wilden geen ‘gewone’ dikke fractie in de ligboxen en hebben daarom geïnvesteerd in een volautomatisch draaiende Beddingmaster van Mavasol. “De dikke fractie na mestscheiding vinden wij nog te nat met te veel risico op bacteriën in de mest die uierontsteking veroorzaken.”Om energie op te wekken uit eigen mest schaften ze een eenvoudige monomestvergister van Biolectric aan. “Met mestvergisting en biogas zijn we zelfvoorzienend in de stroomvoorziening.”

De Beddingmaster kostte € 187.000 en de vergister € 213.400, beide exclusief btw en leidingwerk. De dagverse mest wordt naar de vergistingssilo gepompt en gemixt bij een constante temperatuur van 40 graden, waardoor methaangas ontstaat. Na vergisting gaat de mest door een mestscheider. De dunne fractie komt daarna in de kelders onder de nieuwe stal en is zeer geschikt voor graslandbemesting met weidegang.

“De dikke fractie komt in de Beddingmaster, blijft 28 tot 30 uur in de grote draaiende trommel en wordt in dit systeem gedroogd tot 40% droge stof. De mest draait rond met tegendraadse beluchting door de trommel. Daardoor wordt het ongeveer 65 graden met afdoding van 90% van de bacteriën. Deze gehygiëniseerde dikke fractie passen we toe als biobedding”, vertelt Van der Helm.

Elke twee weken komt er nieuwe biobedding in de ligboxen met een eigen ontworpen instrooimachine. De behandelde mest is ook exportwaardig. “We voeren geen mest af, maar als we groeien, kunnen we er altijd mee weg.” Voor vergister en Beddingmaster kreeg de vof een POP3-subsidie van 40% op de investering van de provincie Noord-Holland. “De vergister hadden we zonder subsidie niet aangeschaft. De Beddingmaster wel, want deze investering verdien je wel terug, omdat het ons jaarlijks € 12.000 aan strooiselkosten bespaart.”

Toekomstplannen

Op lange termijn willen Sjoerd en Lars het ­bedrijf met z’n tweeën runnen. Daarom is in 2019 gekozen voor zes Astronaut A5-melk­robots van Lely. “Voorheen molken we in drie groepen in een 2×10 zij-aan-zijmelkstal. Dat kostte acht uur per dag. Met de robots besparen we veel tijd, zijn we veel flexibeler, huren geen externe arbeid meer in en het managementsysteem van de robots geeft ons veel nuttige informatie.” Een Lely Juno-voerschuiver en een kalverdrinkautomaat verhogen ook de arbeidsefficiëntie.

De vennoten willen de melkproductie van hun koeien verder verhogen. Door melkrobots met 3,3 melkingen per etmaal steeg de productie al met 1.500 kilo per koe per jaar. “We willen doorgroeien naar 330 koeien met een productie van 14.000 kilo per koe per jaar. We sturen daarbij gericht op fokkerij en verbetering van jongveeopfok, voeding en diergezondheid.” Van der Helm insemineert zelf zijn koeien en vaarzen en gebruikt Holsteinrietjes van World Wide Sires (WWS) en hun stieradvies (WMS). “We letten vooral op productie, exterieur, uiers en benen. Liters zijn belangrijker dan gehalten en we zetten stieren in zoals Ronald RC, Tropic, Luster P, Barclay en Excalibur en nakomelingen van King Royal, King doc, Pharo en Duke. We gebruiken gesekst vrouwelijk sperma op koeien en pinken waar we nakomelingen van willen hebben. Het overige vee insemineer ik met Belgisch Witblauw en Angus. Ook testen we de pinken op genomics als hulpmiddel bij het insemineren.”

Afkalfleeftijd verlagen

De vennoten willen de afkalfleeftijd van hun vaarzen verlagen van 27 maanden naar 23 tot 24 maanden door de kalveren harder te voeren. “Daarmee is minder jongvee nodig, we streven naar 160 stuks. Ook de kalversterfte kan nog verder omlaag.” Om veel liters te melken, voert de vof 18 kilo krachtvoer per 100 kilo melk en bevat het basisrantsoen naast 20% mais, extra energiebronnen, zoals geplette gerst en rode bieten. Het bedrijf is vrij van IBR, BVD en leptospirose. Voor een goede opstart van verse koeien, krijgen de droge koeien een apart droogstandrantsoen met natuurkuilgras, droogstandmineralen, gerst en rode bieten.

Vof Henk (57), Annie (54) en Lars Kregel (25) en Sjoerd van der Helm (32). Woonplaats: Zuidschermer (N.H.) houden als HK Holsteins 330 koeien en 200 stuks jongvee. Er is 185,5 hectare grond in gebruik, waarvan 139 hectare gras, 17,5 hectare mais en 29 hectare natuurland. Het werk op het bedrijf wordt gedaan door Sjoerd, Lars en Henk. Annie doet de boekhouding en Lars verhuurt zich ook voor landwerk op andere agrarische bedrijven. Het rollend jaargemiddelde is 9.960 kg melk met 4,0% vet en 3,47% eiwit. Cono neemt de melk af.
Strategie: door verdere optimalisering van de bedrijfsvoering, gerichte fokkerij, verbetering van het koecomfort en het melken met robots streeft de vof naar 14.000 kg melk per koe per jaar.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin