Doorgaan naar artikel

Bij eind van hoevepacht gaan alle fosfaatrechten naar de verpachter

Volgens de BLHB lijkt het erop dat het hof het systeem van het melkquotum in het fosfaatrechtenstelsel doortrekt, zonder dat hardop te zeggen. - Foto: Ruud Ploeg

Volgens de BLHB lijkt het erop dat het hof het systeem van het melkquotum in het fosfaatrechtenstelsel doortrekt, zonder dat hardop te zeggen. - Foto: Ruud Ploeg

Bij beëindiging van een voor 2 juli 2015 gestarte hoevepacht moet de -voormalige- pachter alle fosfaatrechten leveren aan de verpachter. De verpachter dient daarvoor aan de pachter 50% van de marktwaarde van de over te dragen fosfaatrechten te betalen. Tot dat oordeel komt de Pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een proces dat verpachter ASR aanspande.

Daarmee oordeelt het Gerechtshof in lijn met de tussenuitspraak van de Pachtkamer maar brengt ze wel een verfijning aan. “Er is geen reden de rechten aan de verpachter over te dragen aan het einde van de pachtperiode. De rechten zijn niet gebonden aan, en hangen ook niet samen met grond en gebouwen”, aldus het hof.

Maar onder voorwaarden kunnen de fosfaatrechten wel aan de verpachter toebehoren, stelt het hof in haar eindoordeel:
* als de verpachter langdurig bedrijfsmiddelen aan de pachter ter beschikking heeft gesteld die voor de pachter van groot belang zijn om zijn bedrijf te kunnen exploiteren;
* er tussen verpachter en pachter op 2 juli 2015 een reguliere pachtovereenkomst of een geliberaliseerde pachtovereenkomst bestond die bij het aangaan 12 jaar of langer duurt;
* het gaat om hoevepacht, pacht van minimaal 15 hectare grond of pacht van een gebouw. Dat gebouw moet dan specifiek zijn ingericht voor de melkveehouderij en door de verpachter aan de pachter ter beschikking zijn gesteld. Daarbij zal 50% van de fosfaatrechten toegerekend worden aan de gebouwen en 50% aan de grond. Over de over te dragen fosfaatrechten moet de verpachter 50% van de marktwaarde betalen aan de pachter.

De Bond van Landpachters en Eigen Grondgebruikers (BLHB) is ontevreden en teleurgesteld over de uitspraak en overweegt in cassatie te gaan tegen deze uitspraak. Volgens Hans Meijer, waarnemend voorzitter van de BLHB, zijn er voldoende argumenten om verder te procederen. “Dit heeft verstrekkende gevolgen voor pachters. Dit proefproces had duidelijkheid moeten bieden, maar biedt dat niet. Het lijkt erop dat het hof het systeem van het melkquotum in het fosfaatrechtenstelsel doortrekt, zonder dat hardop te zeggen.”

Volgens de BLHB is de grens van 15 hectare arbitrair. Meijer: “De motivatie daarvoor is dat de verpachter een aanzienlijke hoeveelheid fosfaatrechten nodig heeft, als hij zelf melkveehouder wordt of de melkveehouderij wenst door te schuiven naar een derde. De onderbouwing waarom dat op 15 hectare is gesteld, is onduidelijk. Ook de verdeling van 50% voor de gebouwen en 50% op de grond komt in de uitspraak uit de lucht vallen. Hiervoor ontbreekt eveneens een onderbouwing in de uitspraak.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin