Een vanggewas kan mechanisch en/of chemisch vernietigd worden. Een mechanische bewerking heeft als voordeel dat dit vaak met eigen machines uitgevoerd kan worden. Hierbij dient het gewas met behulp van bijvoorbeeld een frees of schijveneg wel goed versnippert te worden voor een vlotte vertering van de gewasresten en om een zogenaamde zure/storende laag in de bodem te voorkomen. Hoewel maatschappelijk steeds minder geaccepteerd heeft, om hergroei van met name de vanggewassen rogge en raaigras te voorkomen, een chemische bestrijding de voorkeur. Na bespuiting stopt de assimilatie van het vanggewas, waardoor de vocht- en nutriëntenopname ook eindigt. Tevens krijgen vroege onkruiden een tik, waardoor mogelijk bespaart kan worden op de onkruidbestrijding in de maïs en hergroeivertraging vermeden wordt.
6. Bestel tijdig het gewenste maïsras om zeker te zijn van levering
Rekening houdend met de toenemende (toegerekende) kosten voor maïsteelt en het grote belang om zoveel en zo goed mogelijk voer van eigen land te halen is een juiste maïsrassenkeuze heel belangrijk. Houd rekening met de wensen en omstandigheden en streef naar de maximale opbrengst en optimale energiedichtheid, uiteraard met behoud van bodemvruchtbaarheid en een goede bodemstructuur. Bij het juiste maïsras zijn 3 punten heel belangrijk:
1. Kies voor vroegrijpheid op basis van de korrel
Het is niet de restplant maar de afrijping van de korrel die bepaalt wanneer de loonwerker wordt gebeld om te oogsten. Hoe vroeger de afrijping in de korrel, des te zekerder is een voldoende afgerijpt maïsgewas en des te eerder kan er geoogst worden.
2. Kies voor de hoogste voederwaardeopbrengst, voornamelijk afkomstig uit de korrel
De belangrijkste reden om in de Benelux maïs te telen is om het zetmeel. Zetmeel zit in de korrel. Dus hoe hoger de korrelopbrengst van maïs, des te hoger de zetmeelopbrengst. Zetmeel is zeer goed verteerbaar en levert hoofdzakelijk glucogene energie. In combinatie met voldoende eiwit kan daar zeer goed van gemolken en vlees geproduceerd worden.
3. Een gezonde restplant
Alleen een groene restplant die, zeker tot aan de oogst, voldoende fotosynthesecapaciteit behoud en tegelijkertijd weinig ziektegevoelig is, draagt bij aan de maximale opbrengst en optimale energiedichtheid. Denk hierbij ook zeker aan oogstzekerheid. Alleen een maïsras wat voldoende stevig is, kan op een fatsoenlijke manier geoogst worden.
