Legering als gevolg van storm
Begin augustus van het afgelopen jaar heeft een zomerstorm in menig maïsgewas zijn sporen nagelaten en is het slachtoffer geworden van de zogenaamde zomerlegering door wortelzwakte. Het gevolg was dat deze maïs slecht tot niet te oogsten is geweest met een serieuze opbrengstderving en verhoging van het ruw as gehalte van het geoogste product tot gevolg.
Nu worden alle schadebeelden onder de naam ‘legering’ geplaatst maar feitelijk en meer in detail gaat het om 5 verschillende vormen.
1. Wortelzwakte of zomerlegering voor de bloei
Wanneer een gewas voor de bloei door een storm geveld wordt, treedt in sommige gevallen zomerlegering op. Het gewas ligt dan enige tijd als ‘gewalst’ op het veld. Het gewas zal zich in een kleine week weer oprichten met wel een gebogen stengel, in de vorm van een omgekeerde wandelstok’ als aandenken. De opbrengstderving of het kwaliteitsverlies is te verwaarlozen.
2. Wortelzwakte of zomerlegering na de bloei
Bij een storm in de tweede helft van het groeiseizoen, dus na de bloei kunnen sommige maïsrassen volledig plat gaan, vaak inclusief (een deel van) de wortel en een moot grond. Dit is dit jaar op meerdere percelen het geval geweest. De oorzaak zit in een te gering aantal kroonwortels en/of een gebrekkige ruimtelijke schikking van de wortels. Dit is genetisch bepaald, wat betekent dat sommige maïsrassen gevoelig zijn voor deze vorm van legering en andere helemaal niet. Serieuze oogstproblemen met een grote opbrengstderving en kwaliteitsverlies zijn het gevolg.
3. Green snapping – breken van de stengel
Vóór de bloei breken de stengels op of net boven de zich op dat moment strekkende stengelknoop. De stengelknoop is onverhout (niet gelignificeerd) zolang celdeling plaatsvindt. Er vindt compensatie van opbrengstderving door buurplanten plaats, indien het aandeel planten met green snap minder dan 20% is. Bij meer dan 20% is er sprake van opbrengstderving.
4. Stengelzwakte – knikken van de stengel
Kort vóór de kolfrijpheid knikt de stengel op knie- tot heuphoogte, zonder effectief te breken. Het gewas is oogstbaar met beperkte opbrengstderving (kolfrijpheid). Het knikken is het gevolg van het hefboomeffect van zware, afrijpende kolf op suiker-uitgeloogde stengel.
5. Fusarium
Fusarium in maïs komt aan het eind van kolfrijpheid tot uiting in een toenemende bruinverkleuring in het onderste stengelgedeelte in combinatie met verminderde stevigheid van het weefsel en treedt vooral op droogtegevoelige lichte grond. Het gevolg is een steeds slechter wordende stabiliteit, wat resulteert in legering.