Doorgaan naar artikel

‘Met een paar euro een hoop schade voorkomen’

Met een paar euro een hoop schade voorkomen partner

Foto: Boehringer Ingelheim

‘Kalveropfok is investeren in de toekomst. Alleen gezonde kalveren kunnen goede melkkoeien worden.” Aan het woord is Monique Driesse, die als dierenarts heeft gewerkt in Nederland en Canada, nu adviseur voor veehouder en dierenarts bij Boehringer Ingelheim Animal Health. Haar devies: “De begeleiding door de dierenarts en effectieve bescherming tegen veelvoorkomende infecties helpen bij het ziektevrij opgroeien van jongvee. Met een paar euro kun je een hoop schade voorkomen.”

Er wordt veel gezegd en geschreven over jongveeopfok. Hoe ziet een goede jongveeopfok eruit in de ogen van een dierenarts?
“Een goede jongveeopfok begint eigenlijk al tijdens de dracht en de droogstand van de moeder; goede voeding, geen stress en comfortabele huisvesting. Dit draag bij aan een goede weerstand en optimale ontwikkeling van het ongeboren kalf. De volgende stap is een hygiënisch afkalfmoment, dat vlot verloopt en het liefst zonder of met geringe hulp. Het kalf tijdig voorzien van voldoende biest van goede kwaliteit. Huisvesting in schone eenling boxen met ruim stro draagt bij aan minder kans op infectieziekten in deze periode. Ideaal is als kalfjes gevaccineerd worden tegen luchtwegziekten, zoals pinkengriep (BRSV) tijdens deze periode, zodat ze al beschermd zijn, als ze vanuit de eenlingboxen naar een groep gaan.”

Kan een kalf niet beter een natuurlijke weerstand opbouwen?
“Kalveren kunnen heel ziek worden van pinkengriep, dit geeft veel schade aan de longen, waar ze hun hele leven last van kunnen houden. En in het ergste geval gaan kalveren eraan dood. Dus voorkomen is beter!
Kalveren die voldoende biest hebben gehad, krijgen wel afweerstoffen van de moeder mee, die geven korte tijd enige bescherming. Het pinkengriepvirus (BRVS) komt echter via de slijmvliezen van de neus en luchtwegen binnen. Om het virus daar direct te kunnen tackelen, heb je ook lokale immuniteit in de slijmvliezen nodig. Het voordeel van een neusenting tegen pinkengriep is, dat je dit al heel jong, vanaf 10 dagen leeftijd, kunt geven. Dan is er al heel snel, rond de 3 weken leeftijd, lokale bescherming in de neus en luchtwegen. Een bijkomend voordeel is dat er ook gedurende 3 maanden algehele bescherming wordt opgebouwd, onafhankelijk of het kalf wel of geen biest met afweerstoffen van de moeder heeft gehad.
Na 3 maanden kunnen de kalveren opnieuw geënt worden met een enting in de nek, om die bescherming tegen luchtweginfectieziekten te verlengen.

Voor de veehouder is het natuurlijk ook een afweging tussen kosten en baten. Hoe kunnen zij beoordelen of de genoemde maatregelen voor hen uit kunnen?
“Dat is lastig om in beeld te brengen, maar als je pinkengriep of BVD op je bedrijf hebt, is de schade aanzienlijk en het duurt ook een tijd, omdat je minder goede vervangende dieren hebt. Dieren die te kampen hebben gehad met longschade of verminderde weerstand door een BVD infectie, hebben daar een hele leven last van; ze zijn vatbaar voor andere ziektes en produceren minder melk. En in ernstige gevallen sterven er dieren, dit weegt nooit af tegen de geringe kosten van een vaccinatie. En niet te vergeten in sommige gevallen kan de ziekte ook subklinisch zijn; d.w.z. de ziekte is er wel en er zijn wel longafwijkingen, zonder dat het dier zichtbaar ziek is. Hetzelfde geldt voor BVD; wel verminderde afweer, maar niet altijd zichtbaar zieke dieren, totdat er opeens een drager wordt gevonden en het virus weer rond gaat. “

Merk je een verschil in de benadering van jongveeopfok tussen nu en tien jaar geleden?
“Er wordt nu veel meer protocollair gewerkt dan vroeger. Op de grotere bedrijven komt de dierenarts elke 2 weken. Er is dan een vast schema voor de kalveren; onthoornen en de neusenting bij dieren ouder dan 10 dagen. En de enting in de nek tegen luchtweginfecties en BVD van dieren rond de 3 maanden. Door een schema te maken, worden er geen dieren vergeten en het werkt lekker gemakkelijk. De veehouder weet dan ook wanneer hij de dieren kan verplaatsen naar een andere groep.
Er is veel meer bewustwording en kennis voor een goede jongveeopfok. Er worden minder dieren aangehouden, dus die dieren moeten gezond blijven en ‘het goed doen’. Ze moeten uiteindelijk gezonde melkkoeien worden, zodat bedrijven optimaal, duurzaam en efficiënt kunnen blijven produceren.”

Meer weten over luchtwegproblemen en BVD: https://www.ruminants-care.nl/aandoeningen/

Boehringer Ingelheim is het op één na grootste diergeneesmiddelenbedrijf ter wereld. Wereldwijd zijn wij gevestigd in 99 landen en telt onze Animal Health divisie 10.000 medewerkers.

Onze aandacht gaat uit naar de vijf sectoren: rundveehouderij, varkenshouderij, pluimveehouderij, gezelschapsdieren en paarden. Wij streven ernaar onze klanten nog beter in staat te stellen om de diergezondheid te verbeteren, want als dieren gezond zijn, zijn mensen ook gezonder.

Klik op onderstaande link voor meer informatie over Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands bv.

Meer over Boehringer Ingelheim

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin