Doorgaan naar artikel

Je ontkomt niet aan zorgkoeien, maar kom er niet in om

Zorgdieren vragen aandacht. En hoe groter het bedrijf, hoe meer zorgdieren. Daarom moet er buffertijd zitten in de dagplanning. Om niet alle beschikbare tijd in zorgdieren te hoeven steken, is investeren in preventieve maatregelen het middel.

Ieder melkveebedrijf heeft dieren die extra zorg nodig hebben. Dat is een vaststaand gegeven. Met het groeien van een bedrijf wordt dat aantal dieren groter. Een deel daarvan is onvermijdbaar. De winst in arbeidsefficiëntie zit hem vooral in het verminderen van het aantal zorgdieren dat wel (deels) vermijdbaar is.

De tijdverdeling van veehouders wordt voor een flink deel opgeslokt door het melkproces, zo blijkt uit tijdstudies verricht door Wageningen University & Research op melkveebedrijven in de periode 2006 – 2010. Hier gaat het om tijdstudies exclusief landwerk of oogst.

Zo vraagt het melken ruim een derde van de tijd en voeren kost nog eens 11%. Samen dus goed voor ruwweg de helft van de beschikbare tijd. Dat stelt Jelle Zijlstra, onderzoeker bij Wageningen UR. Hij heeft in het verleden veel onderzoek gedaan naar arbeidsefficiëntie op grote en groeiende melkveebedrijven. Natuurlijk is het zo dat deze verdeling enorm kan verschuiven als er ­geautomatiseerd wordt. Met een automatisch melksysteem bijvoorbeeld vervalt de melktijd, maar wordt het aandeel verzorging en management groter. Toch is er dan netto een tijdbesparing vast te stellen.

Jan Hulsen van Vetvice, onafhankelijk ­adviesbureau op gebied van melkvee­management, arbeidsefficiëntie en stallenbouw, geeft aan dat er enorm veel verschillen te zien zijn tussen bedrijven. Hij ziet wel dat naarmate de bedrijven groter zijn, de efficiëntie toeneemt, maar grootte is niet equivalent aan efficiënt. Hij geeft aan dat Vetvice bij het ontwerp van een stal alle werkzaamheden analyseert of deze heel efficiënt, gemakkelijk en veilig gedaan kunnen worden. “Bij bouwen leg je een heel aantal zaken vast voor lange tijd. Je kunt in het ontwerpproces bijna niet te veel investeren in het creëren van een logische, efficiënte en goed werkbare situatie.” Hulsen vindt dat veehouders de lat hoog moeten leggen. Hij is van mening dat er nog veel te veel kansen gemist worden die elke dag tijd hadden kunnen besparen en gemak opleveren. “Reken maar eens uit wat 1 minuut per dag besparen oplevert in een stal die je 20 jaar gebruikt.”

Zorgdieren

Een deel van de werktijd moet ingezet worden voor zorgdieren. Afgaand op de tijdsindeling uit het onderzoek besteden veehouders 13% van hun tijd aan veeverzorging en gezondheid. Bij een achturige werkdag dus iets meer dan een uur. De tijd die in de zorgdieren gestopt wordt, kan enorm variëren.

Volgens Hulsen is het goed om de verschillende diergroepen goed te scheiden. De zorgdieren zijn de dieren die extra zorg nodig hebben. Dus de zieke, zwakke en kwetsbare dieren en de kalfkoeien. Daaronder vallen ook de droge koeien en de verse koeien. Uiteindelijk bepaalt ook de bedrijfsinrichting de grootte van de zorggroep. Op een bedrijf met een groep verse koeien tot 4 weken (zorgkoeien) zijn er meer zorgkoeien dan op een bedrijf zonder verse-koeien-groep. Op robotbedrijven zijn bijvoorbeeld ook de vaarzen die je moet inmelken zorgkoeien, omdat je deze apart naar de melkrobot moet brengen en waar je de eerste keer of keren bij moet zijn.

De behandelkoeien is de groep die, zoals de naam al aangeeft, behandeling nodig hebben. Dat zijn koeien met bijvoorbeeld mastitis, acute klauwproblemen, baarmoederontsteking of slepende melkziekte.

Er bestaat wel veel overlap in de zorgkoeien en de behandelkoeien. Veel zorgkoeien hebben ook behandeling nodig zoals bijvoorbeeld in geval van ketose. Juist daarom moeten er bij de zorggroep de juiste voorzieningen zijn om koeien snel en veilig te kunnen behandelen.

Tijdsindeling en planning

De ene dag, als er geen problemen zijn, kan de benodigde tijd voor zorgkoeien en behandelkoeien zeer beperkt zijn. Terwijl de andere dag er juist een kan zijn met een mastitisgeval en een afkalvende koe, waardoor je zomaar extra tijd kwijt bent. Met name een afkalvende koe vraagt veel tijd. Er zijn immers nogal wat handelingen bij een geboorte. Er is tijd nodig voor controle, eventueel hulp bij verlossen, de verlosmiddelen moeten direct weer gereinigd, de koe moet in de benen en krijgt een emmer lauwwarm water.

Daarnaast zijn er nog acties als het dier apart voeren, het strohok bijwerken, biest uitmelken, biest verstrekken en kalf apart leggen en instrooien. Dan moet het kalf nog oormerken in en moet de wijzigingen gemeld worden in het I&R/managementsyteem.

Hulsen geeft aan dat het de kunst is om zorgtaken ingepland te krijgen, waarbij je dus zo min mogelijk onverwachte actie moet ondernemen. Er moet dan een verschuiving komen van problemen en urgente actie tot een systeem van ‘zorg-gepland’. Daarin draagt een goed koecomfort, goede ziektepreventie, goede dagplanning en protocollen bij.

Met name in de dagplanning is het dan ­belangrijk om buffertijd in te bouwen. Dat betekent dat onverwacht gevraagde actie geen verstoring van de dagtaken oplevert.

In het management speelt preventie en ­hygiëne een belangrijke rol. Een schone om­geving verlaagt de besmettingsdruk en leidt zo tot minder problemen met mastitis en infectieuze klauwaandoeningen. Ook een klauwenbad, regelmatig bekappen in koppelbehandeling of op agenda, bij droogzetten en 100 dagen na afkalven, draagt bij in verminderen van acute problemen. Daarvoor is ook investering van tijd nodig in het schoonhouden van de omgeving van het dier, maar dat werk is in te plannen en niet ad hoc, zoals bij zieke koeien wel het geval is.

Route

In het kader van tijdsbesparing is het zinvol om de looproute en plaatsing van de dieren kritisch te bekijken. Het is verstandig om van jong naar oud te werken. Mogelijk kan het veel meters lopen schelen als de werkvolgorde wordt aangepast. Probeer het zo in te richten dat de dieren die het meeste zorg nodig hebben het makkelijkst te bereiken zijn. Het liefst voor in de stal of in een ruimte tussen het woonhuis en de melkstal. Zo komt je het vaakst langs de zorgdieren en is uitvoeren van controle en of behandeling sneller uitgevoerd. Dit is niet iets wat direct heel rigoureus te wijzigen valt, aangezien de meesten met en gegeven situatie te maken hebben. Echter als er gebouwd wordt voor melkvee of jongvee, is het wel nuttig om vooraf te bekijken hoe eventueel vrijgevallen ruimten het best ingevuld kunnen worden.

 

Het grootste deel van de tijd op melkveebedrijven wordt besteed aan het melken. Op veel bedrijven loopt dat, inclusief schoonmaken van de melkstal op tot zo’n 3 tot 4 uur per dag.

Helder protocol zorgt voor consequente aanpak

Voor medewerkers moet duidelijk zijn wat de voorwaarden zijn en volgorde is bij verschillende handelingen. Deze zijn protocollair vast te leggen. Zo is voor elke situatie een lijstje van voorschriften te bedenken die relatief eenvoudig zijn op te volgen en die zeker bijdragen aan voorkomen van ziekte. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om bij problemen makkelijker vast te stellen waar de mogelijke oorzaak ligt.
Basislijst melken: verplicht dragen van melkershandschoenen, elke koe zijn eigen doek, op een juiste wijze dippen of sprayen na de melkbeurt en noteren van afwijkingen zodat de volgende melker op de hoogte is.
Basislijst afkalven: eerst handen wassen, koe verlossen, koe biest uitmelken, koe (lauwwarm) water geven, kalf biest geven, reinigen verlosmateriaal.
Basislijst kalveren: eerst handen wassen, geef kalf altijd melk uit (liefst eigen) schone emmer, check zuigspenen op verontreiniging, check hok en kalf op diarreeverschijnselen, kijk of kalf goed drinkt, reinig emmers direct na gebruik.

Kijk op internet naar de volgende site: www.verantwoordeveehouderij.nl/show/De-voordelen-van-ISO.htm.
Hier staan 10 protocollen, weliswaar enigszins gedateerd en toegespitst op één bedrijf, maar deze kunnen prima als uitgangsbasis dienen als u ze aanpast naar de eigenschappen en wensen van uw eigen bedrijf.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin