Samengevat is bij droogte het volgende te verwachten:
• tijdens de vegetatieve groei – gestoorde lengtegroei (kort blijvende planten)
• rond de bloei en in mate van het heersende vochttekort:
o vóór de bloei – steriliteit (geen kolfontwikkeling), kolfkwasten die niet uit de schutbladeren komen (geen bevruchting)
o rond de bloei – reductie van de kolflengte
o na de bloei – lege kolfneuzen (geaborteerde eicellen in de kolfspits)
• later tijdens de korrelvulling:
o suboptimale fotosynthese (afnemende productie: geen suiker – geen zetmeel) en korrelvulling (eventueel noodrijpheid)
o verdrogende restplanten (productiestop, versneld oogsten, conserveringsproblemen (weinig suiker voor snelle fermentatie afwezig, veel lucht/zuurstof in het droge gehakselde product).
|
Houd daarom nu de vochttoestand op bewortelingsdiepte van maïspercelen nauwlettend in de gaten. Indien de vochtvoorziening nu al ontoereikend is en u de mogelijkheid en toestemming heeft om te beregenen om zo verzekerd te zijn van een goede opbrengst, twijfel dan echt niet te lang met het beregenen van het maïsgewas.
Grondmonster geeft watergift aan
Aan de hand van de pF-curve op het bodemanalyse is tegenwoordig te herleiden hoeveel water het perceel maximaal kan vasthouden. Meer beregenen is nooit zinvol, want het teveel aan water wordt niet vastgehouden in de bewortelbare zone. Daardoor kan het water naar diepere lagen uitspoelen of het spoelt af. Tevens kunnen waardevolle uitspoelingsgevoelige nutriënten naar diepere grondlagen verdwijnen.
Percelen met een voldoende hoog percentage organische stof zijn in het voordeel tijdens droge periodes. Organische stof draagt niet alleen bij aan een goede bodemstructuur, het kan ook bodemdeeltjes aan elkaar te houden. Deze zijn hierdoor in staat om vocht langer vast te houden. Het water blijft langer beschikbaar voor de mais in periodes van droogte. Voor zandgronden is dit belangrijk, maar ook voor andere grondsoorten.
Goed bemesten vergroot opnamecapaciteit
Naast de beschikbaarheid van (grond)water speelt ook de opnamecapaciteit een grote rol in de waterhuishouding van de maïsplant. Een goede bemestingstoestand is hierbij een belangrijke voorwaarde. Het element kalium speelt hierin een cruciale rol. Kalium is een belangrijke voedingstof voor de stofwisseling in de hele maïsplant. Het bevordert niet alleen het transport van specifieke stoffen in de plant, het stuurt ook de waterhuishouding en verbetert de waterbenutting. Maïs met kaliumtekort is dan ook meer gevoelig voor droogte.
Ook de aanwezigheid van voldoende borium in de grond en vervolgens in de plant is heel belangrijk. Borium heeft, naast kalium een belangrijke functie in de waterhuishouding van de plant. Maïs die optimaal is voorzien van kalium en borium is in het voordeel.
Ook wordt er door de wereldwijde problematiek van de watertekorten door KWS in de veredeling al heel lang aandacht besteed aan selectie van maïsrassen die minder gevoelig zijn voor droogte.
Bel uw adviseur
Mocht u twijfelen over de vochtvoorziening van het maïsperceel, neemt dan contact op met uw regionale KWS-adviseur. Meer informatie over het verdere groeiverloop van maïs gedurende de zomer is ook te vinden op www.kws-maismanager.nl