Doorgaan naar artikel

Kringlopen in soorten en maten

Kringlooplandbouw staat volop in de belangstelling en levert voordeel op voor boer en milieu. Het wemelt van de initiatieven en projecten, het wachten is nog op een eenduidige definitie.

Kringlooplandbouw is hot. Minder verliezen van (mest-)stoffen naar het milieu, kwaliteitsproducten produceren en tegelijkertijd meer geld verdienen. Dat klinkt menig boer als muziek in de oren. Het kan ook in de praktijk, blijkt op tal van bedrijven. Het is de kern van de boodschap van kringlooplandbouw. Optimale productie in plaats van maximale productie. Daar zijn tal van boeren die scherp op de kosten letten sowieso al mee bezig. De hoogste opbrengst per hectare betekent niet per definitie het hoogste saldo en de koe met de hoogste melkproductie levert ook niet per se de hoogste winst per koe.

Herstel van natuurlijke kringloop

De biologische kringloop is waar boeren altijd al mee werken, maar die is door tal van factoren zoals intensivering, industrialisatie en schaalvergroting soms onderbroken. Boeren en adviseurs zijn op zoek naar herstel van de natuurlijke kringloop met behoud van goede productie. Dit is een leidend basisprincipe voor die hele bonte stoet van initiatieven, richtingen, clubjes en studiegroepen die zich met kringlooplandbouw bezighouden. En iedereen vindt het sympathiek.

Meerdere definities

Maar wat is kringlooplandbouw eigenlijk? Er zijn meerdere definities. En die kunnen betrekking hebben op reguliere landbouw, maar ook op biologische landbouw. En hoe groot mag een kringloop zijn? Kijk je naar afzonderlijke bedrijven, groepen bedrijven, regio’s, landen of zelfs de hele EU? Kringlooplandbouw wordt zelfs genoemd in het regeerakkoord en de voltallige Kamer heeft in december gevraagd aan de regering om een definitie op te stellen en aan te geven hoe kringlooplandbouw verder vorm gaat krijgen.

Betere bodem en mest

Kringlooplandbouw komt voort uit meerdere ideeën en theorieën. Voor een flinke groep boeren die zichzelf ziet als kringloopboer gaat het om het sluiten van kringlopen op bedrijven met speciale aandacht voor de bodem en kwaliteit van mest. In die theorie en praktijk is mest aanwenden via zodebemesten min of meer taboe. Een groot deel van de leden van de Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM) en de vereniging Noordelijke Friese Wouden (NFW) stelt dat zodebemesten een nadelige werking heeft op het bodemleven. Het zijn dan ook overwegend voorstanders van bovengronds mestuitrijden. Daar wordt door anderen tegenin gebracht dat overtuigend wetenschappelijk bewijs ontbreekt.

Een heel andere manier van kringlooplandbouw berust op land- en tuinbouw met een grote rol voor technische oplossingen zoals precisielandbouw. Daar hoort het zo precies mogelijk toedienen van mest juist wel bij, met als ultieme vorm het gecontroleerd telen van gewassen op substraat, zoals in de glastuinbouw.

Wageningen UR zet in haar dossier Kringlooplandbouw in op kringlooplandbouw als manier om in 2050 70% meer voedsel te produceren. Kringlooplandbouw draait op het principe dat er geen afvalstromen meer zijn. Alle producten die het landbouwbedrijf verlaten, worden gebruikt als eindproduct of als grondstof voor een van de andere schakels in de kringloop.

Projecten voor verbetering kringlopen

Uit de belangstelling voor projecten waar kringlooplandbouw een rol speelt, blijkt dat er bij boeren behoefte is aan meer kennis. In het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek (VKA) zijn bijna 300 boeren actief bezig met efficiënt gebruik van zowel stikstof als fosfaat. Inmiddels zijn er meer van dergelijke projecten ontstaan, in Overijssel en de Noordelijke provincies.

‘Het gevoel leeft bij boeren dat betere milieuresultaten en alle cijfers die dat aantonen amper tellen in discussies over de landbouw omdat emoties de overhand krijgen’

Johan Temmink, specialist mest en mineralen van ForFarmers

Resultaten van de VKA over de eerste 3 jaren laten zien dat er grote vooruitgang mogelijk is. Minder mineralenverlies zonder verlies van productie. Uit de cijfers van de VKA blijkt echter ook dat er inmiddels meer fosfaat wordt onttrokken aan de bodem dan dat er wordt aangevoerd. Ook voor stikstof zijn de verliezen fors gedaald. Dat bevestigen de cijfers over 2017 die binnenkort bekend worden. “Boeren zien dat ook en willen verder op deze weg”, vertelt Johan Temmink, specialist mest en mineralen van ForFarmers. Hij is begeleider van de VKA en van soortgelijke projecten in Overijssel en Noord-Nederland. Temmink ziet mogelijkheden in het verder uitbreiden van de kringloopgedachte. Tegelijkertijd signaleert hij frustratie bij boeren: “Het gevoel leeft bij boeren dat betere milieuresultaten en alle cijfers die dat aantonen amper tellen in discussies over de landbouw omdat emoties de overhand krijgen.”

Koppeling akkerbouw en melkvee

In de Flevopolder loopt sinds 2017 het project ‘Bodem Voordeel Flevoland’. Zes koppels van akkerbouwers en melkveehouders werken samen aan onder meer verbetering van de bodemkwaliteit en optimaliseren van het bouwplan. Intensief gebruik van dure akkerbouwgrond door gewassen met hoge opbrengsten kan dan bijvoorbeeld worden afgewisseld met de teelt van gras voor de melkveehouder. Maar ook veel verdergaande vormen van samenwerking kunnen uiteindelijk het gevolg zijn.

Regels werken belemmerend

Vrijwel alle boeren en deskundigen die zich bezighouden met kringlopen en mestbeleid zien belemmeringen in de huidige (mest)regelgeving. Bekend is de strijd van kringloopboeren voor bovengronds mestuitrijden. En op tal van bedrijven is samenwerken beter mogelijk als grond gemakkelijker geruild kan worden. In een bouwplan moet een melkveehouder nu minimaal 80% gras telen om aan de derogatie mee te kunnen doen. Maar laat hij dat gras telen door een akkerbouwer met gebruik van mest van het melkveebedrijf dan telt die grond niet mee voor de bepaling van het aandeel grasland op het derogatiebedrijf. Terwijl het prima kan passen in het bouwplan van de akkerbouwer.

3 deskundigen die betrokken zijn bij kringlooplandbouw hebben in een open brief aan minister Schouten aandacht gevraagd voor kringlooplandbouw. De ondertekenaars dringen daarin onder meer aan om snel duidelijkheid te verschaffen over de definitie en het wegnemen van belemmeringen. Ze pleiten voor een uitgebreid plan van aanpak. Het is min of meer een herhaling van de oproep die eind vorig jaar ook vanuit de Tweede Kamer is gedaan.

Ondertussen zijn veel boeren volop bezig met het ontwikkelen en verder doorvoeren van kringlooplandbouw. Dat levert al veel kennis en ervaring op die anderen weer kunnen gebruiken.

Dit artikel is mede geschreven door Mariska Vermaas

Bodem centraal in kringloop

Uit het kringloopdenken dat eind 20e eeuw vorm kreeg, is uiteindelijk de KringloopWijzer ontstaan. Eind 20e eeuw verschenen de artikelen over de resultaten van melkveebedrijven die werkten volgens kringloopprincipes en praktijkproeven op de toenmalige proefboerderij de Minderhoudhoeve. Kernpunten waren onder meer eiwitarm en structuurrijk voeren en het maken van betere mest voor de grond.

Veel bereikt in 20 jaar kringlooplandbouw

Frank Verhoeven van Boerenverstand is vanaf het begin betrokken bij diverse kringloopprojecten die gebaseerd zijn op onder meer de ideeën van de Wageningse wetenschapper Jaap van Bruchem.. Uiteindelijke is daaruit in 2011 de eerste versie van de KringloopWijzer ontstaan. In 2018 is de KringloopWijzer een verplicht onderdeel van de bedrijfsvoering geworden voor melkveebedrijven.

Volgens Verhoeven is er veel bereikt in 20 jaar kringlooplandbouw. De kunstmestgift is gedaald van meer dan 400 kilo zuivere stikstof naar minder dan 150 kilo, zijn de zogenoemde ureumgehaltes in melk gehalveerd en zijn de stikstof- en fosfaatoverschotten fors gedaald. Verhoeven geeft de volgende definitie: “Kringlooplandbouw is het optimaliseren van de productie met zo selectief mogelijk gebruikmaken van externe inputs, realisatie van inkomen over lange termijn en met respect voor natuurlijke systemen.”

Kringlooplandbouw heeft grote potentie voor klimaat

Kringlooplandbouw heeft een enorme potentie voor de klimaatdoelen, zegt Martin Scholten, algemeen directeur Animal Sciences Group van Wageningen UR. Hij schat in dat kringlooplandbouw een potentiële CO2-reductie van 6 Mton heeft. Dat is bijna het dubbele van de klimaatopgave van 3,5 Mton in 2030 die de landbouw heeft.
Het huidige landbouwsysteem is een zeer efficiënt, maar lineair productieproces. Om tot kringlooplandbouw te komen moet dit radicaal veranderen naar een productiemethode naar draagkracht van de aarde en naar de wens van de maatschappij.

De veehouderij kan bijdragen door bijvoorbeeld het voerregime, fokkerij en mestverwaarding, terwijl de akkerbouw kan bijdragen door bemesting met reststromen, mengteelten, gewasrestverwaarding en gewasverbetering. De kringloop moet zorgen voor een betere bodemkwaliteit en betere biodiversiteit met minder gebruik van chemische hulpstoffen.

Scholten benadrukte in een gesprek in de Tweede Kamer dat veehouderij nadrukkelijk een rol heeft in de kringlooplandbouw. Voor Nederland is het mogelijk makkelijker om kringlopen te sluiten dan voor landen met een eenzijdigere landbouw, zoals in Frankrijk met vooral akkerbouw en Ierland met vooral veehouderij.

Om boeren te motiveren zich meer op circulaire productie te gaan richten, is een goed verdienmodel nodig, ook moet kennis worden verbeterd en moeten belemmerende regels worden weggenomen. “Kijk vooral naar verbouwingsmogelijkheden van het bestaande systeem. Nu goed zijn in landbouw wil niet zeggen dat je bij het oude systeem moet blijven”, aldus Scholten.

‘Kringloop draait om bewustwording en meten’

Voor Bouke Meijer is kringlooplandbouw al vele jaren een vast onderdeel in de bedrijfsvoering. Hij heeft meegedraaid in meerdere projecten in de provincie Drenthe waarbij verbetering van de bodemvruchtbaarheid en efficiënt gebruik van mineralen centraal staat. Op zijn melkveebedrijf produceren de koeien circa 9.500 kilo melk per jaar. “Kringloop draait om bewustwording”, aldus Meijer. “Efficiency is veel meer dan kijken naar stikstof en fosfaat. Het wemelt van de cijfers uit studiegroepen en de KringloopWijzer, maar het gaat erom dat je er op de juiste manier mee omgaat.”

Volgens Meijer betekent dat bijvoorbeeld dat je als boer moet weten wanneer een plant nutriënten opneemt en wanneer je kunt gaan rijden op grasland. Om het juiste moment te kunnen benutten, is vervolgens ruim voldoende mestopslag nodig om in het voorjaar te kunnen bemesten bij de juiste temperatuur en bodemgesteldheid. Het bedrijf zet in op blijvend grasland. “Vernietigen van de graszode is funest voor de uitspoeling van nitraat, weet ik uit onze eigen meetgegevens”, aldus Meijer.

‘Discussies te vaak op basis van emoties’

Hij is ervan overtuigd dat met het eerder breed doorvoeren van dergelijke maatregelen het mestprobleem al lang opgelost had kunnen zijn. Meijer noemt het ‘frustrerend’ dat de landbouw nu vaak de schuld krijgt van milieuproblemen, terwijl het aantoonbaar beter kan en ook gebeurt. “We doen nu een paar jaar mee aan het project Grondig Boeren met Mais. Discussies over wat anders moet, gaan nu te vaak op basis van emoties, en dat moeten we omzetten naar rationeel handelen”, aldus Meijer. “Op ons bedrijf halen we zo meer dan de gemiddelde hoeveelheid droge stof uit gras van een hectare bij goede milieuresultaten. Dat blijkt uit onze eigen cijfers. Met resultaten van praktijkproeven uit andere delen van het land kan ik hier niets. Zelf meten, dan kom je het te weten.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin