Van de Vosse besloot om ondernemerscoach Roelof Jacobi van Agrifirm Exlan te bellen, een oude bekende van wie hij wist dat hij altijd meer kansen dan bedreigingen ziet. Samen moesten ze het plaatje financieel kloppend krijgen, want de bank kon het niet rond rekenen.
De ondernemer centraal
“Als ondernemers zoals Jan bij ons komen voor strategisch advies, dan slaan we niet meteen aan het rekenen”, vertelt Jacobi. “We willen eerst meer weten over die ondernemer zelf, hoe hij zijn bedrijf runt en waar hij zijn werkplezier uit haalt. Want of zo’n mooie Excelberekening met bedrijfskengetallen uiteindelijk uitkomt hangt niet af van hoe goed het allemaal op een rij is gezet, maar van degene die het waar moet maken. Het doel wordt uiteindelijk gehaald door de ondernemer, niet door de berekening. Dat betekent dat het doel en de ondernemer bij elkaar moeten passen.”
Een echte koeienboer
Als start van de ondernemerscoaching vulde Van de Vosse een ondernemerstest in, waaruit bleek dat hij een echte koeienboer is die het beste wil voor zijn dieren. “Daarnaast beleeft hij ook plezier aan ondernemerschap, maar niet aan het uitpluizen van de cijfers. Daarom was de volgende stap om samen een plan te maken waarin groei wordt gecombineerd met genoeg aandacht voor de koeien, en waarbij ik Jan kon ontzorgen door samen naar de cijfers te kijken. Dat we dat samen doen, maakt de voorspellende waarde van de berekeningen groter. Moeten we bijvoorbeeld uitgaan van een melkprijs van 35 of van 33 cent? Als we dat samen bepalen, ligt het dichter bij de waarheid en is de kans groter dat het ook lukt in de praktijk. Ik kan wel optimistisch zijn, maar de veehouder moet het waarmaken”, stelt Jacobi.
Niet één, maar twee scenario’s
Om de bank te overtuigen van de groeiplannen van Van de Vosse, rekenden veehouder en coach niet één, maar twee scenario’s door. Jacobi: “We berekenen de resultaten met twee en met drie robots. Drie vraagt natuurlijk een grotere investering, maar past wel beter bij Jan en bij het bedrijf. Want Jan wil het beste voor zijn dieren. Zo wilde hij het gemiddelde aantal melkingen per koe graag hoger krijgen dan twee. En met twee robots zou je die meteen volzetten. We moesten de bank dus overtuigen dat de derde robot zichzelf zou terugverdienen doordat Jan meer koeien kan gaan melken en ook de eigen ruwvoerteelt beter wordt benut. Dat lukte, de kostprijs per liter melk bleek met een koppel van 170 melkkoeien uiteindelijk lager uit te vallen bij drie robots dan bij twee robots. Dat konden we mooi tegen elkaar af zetten. En daarbij lieten we uiteraard ook zien hoe het uitkwam met de fosfaatrechten, voor de bank heel belangrijk.”
Betere gesprekspartner voor de bank
Van de Vosse denkt dat de financiering er zonder de ondernemerscoaching niet was gekomen. “Toen ik zelf het eerste gesprek met de bank voerde, zag ik sombere gezichten. Toen we samen met de bank zaten, draaide dat om.