Weerbaarheid dier
De derde barrière op de route van een ziektekiem naar een koe is het dier zelf. Een hoge weerbaarheid maakt dat kalveren en koeien beter bestand zijn tegen de aanwezigheid van ziektekiemen, van een infectie minder last hebben of eerder te boven komen. Bovendien zijn ze minder infectieus voor andere dieren. Hier zijn veel factoren van invloed zoals voeding, klimaat, huisvesting en het algehele management. De rijtjes zijn bekend maar nog te vaak gebrekkig nageleefd.
Een maximale weerbaarheid begint bij het pasgeboren kalf. Laat koeien in een schone stal afkalven en voorkom besmetting met mest. Zorg bij koud weer dat de kalfjes droog, warm en niet in de trek staan. Geef zo snel mogelijk na de geboorte biest. Dat is direct na de geboorte minimaal twee liter biest en na twaalf uur nogmaals.
Er is nog een scala aan mogelijkheden om de weerbaarheid te vergroten:
* Bekijk met de dierenarts de mogelijkheden van vaccinaties. Maak het onderdeel van het totale gezondheidsplan.
* Voorkom overbezetting in de stal, zowel bij de koeien als het jongvee. Door stress zijn koeien minder weerbaar en het geeft kans op klimaatproblemen en bevuiling. Optimaliseer het koecomfort.
* Zorg voor een goed ligbed. Westerlaan ziet bij zand minder problemen met uiers en klauwen en het is een goedkope oplossing. Wees voorzichtig met het gebruiken van dikke fractie in de ligboxen. Bij verkeerd management neemt de kans op uierproblemen toe.
* Voeding en aandacht zijn de hele productieperiode belangrijk maar de focus moet liggen in de transitieperiode en het droogstandregime.
* Maak een goed klimaat met voldoende ventilatie (droge stal) en preventie van hitte- en koudestress. Hittestress kan al beginnen bij 17 graden buitentemperatuur en hoge luchtvochtigheid. Koudestress is relevant bij jonge kalfjes tot vijf tot zes maanden. Hoe jonger, hoe gevoeliger.
Werk planmatig met stappenplan
1. Diergezondheid opdelen in deelgebieden en elk deelgebied specificeren. Dit gebeurt feitelijk al in het verplichte bedrijfsgezondheidsplan.
2. De huidige situatie meten, dus de toestand van de deelgebieden. Denk aan ziektegevallen per maand, BO tankmelk of audits. Beoordeel voorzieningen en werkwijzen, bijvoorbeeld biestopname van kalveren op de drinkautomaat.
3. Prioritering en tijdsplan maken. Dit is een afweging van nut en noodzaak, persoonlijke affiniteit en benodigde investeringen in onder andere tijd, geld en verbouwingen versus de te verwachten voordelen
4. Uitkomst van punt 3 omzetten in jaarplannen. Deze in projecten organiseren en managen. Doelen stellen, iemand verantwoordelijk maken, deadlines afspreken.
5. Uitvoering en resultaten controleren en evalueren. Met externen en eigen medewerkers.
‘Investeringen betalen zichzelf terug’
Ongezien het melkveebedrijf van Martin de Boer (50) in Makkinga (Frl.) betreden is er niet bij. Een groot hek aan de straat voorkomt dat bezoekers het schone bedrijfsgedeelte oprijden en iedereen moet eerst door de hygiënesluis. Bij De Boer, die 190 koeien en 150 stuks jongvee op 95 hectare houdt, zit werken aan een hogere gezondheid in het systeem. “Dat doen we al jaren. Het vraagt investeringen maar die betalen zichzelf terug.” Om voorkomen dat ziektes binnenkomen is er een strikte scheiding gemaakt tussen het schone en vuile bedrijfsgedeelte. Om de logistiek te optimaliseren is een tweede oprit aangelegd. Routes van mest en voer kruisen elkaar niet. De koper van kalveren en koeien komt nooit in het bedrijf. Een gescheiden opvang van jongvee is een belangrijke maatregel om verspreiding binnen het bedrijf tegen te gaan. Ook kan overal waar mensen van de roosters hebben gelopen de laarzen worden schoongespoten. Het vee heeft de hoogste ziektevrijstatus voor mogelijke ziektes als BVD, IBR en para-TBC. De meeste investeringen zijn volgens de ondernemer meer een kwestie van consequent werken dan van hoge kosten maken. De kosten voor gezondheidsprogramma’s vindt hij wel relatief hoog. “Ik kan me voorstellen dat sommigen het te duur vinden, zeker als de melkprijzen laag zijn.” Het werken aan gezondheid kost geld maar de balans is positief. “We hebben nogal wat jongvee verkocht in het verleden, en dan brengt het toch al snel €200 per dier meer op.” Ook ziet De Boer een lagere ziektedruk wat leidt tot een lage dierdagdosering. Ook belangrijk: een gezond bedrijf bespaart op arbeid. “Eén zieke koe vraagt meer tijd dan 100 gezonde dieren.” Het bedrijf is op het gebied van gezondheid goed op orde maar het is nooit af. “Het klimaat bij het jongvee moet nog beter, we gaan in huisvesting investeren. Maar eerst moeten de opbrengstprijzen omhoog.”