Een beetje plak in het gemengde rantsoen voorkomt dat koeien kunnen selecteren. Tarwegistconcentraat en aardappelstoomschillen zijn smaak- en plakmakers die ook nog voederwaarde meebrengen en broei beperken door hun lage pH.
Aardappelstoomschillen
Ook vloeibaar zijn aardappelstoomschillen. Net als TGC een veel gebruikt bijproduct op vleesvarkensbedrijven, maar (nog) beperkt op melkveebedrijven. De prijs van 1,4 cent per % droge stof komt neer op 63% van de voederwaardeprijs (september). De stoomschillen zijn afkomstig van de fritesindustrie en het hele jaar beschikbaar. Het aanbod groeit waardoor de prijs langdurig gunstig is. Aardappelstoomschillen zorgen op pensniveau voor veel energie. De verteringssnelheid van het zetmeel is vergelijkbaar met tarwezetmeel, zegt Robert van Buuren. Waaruit ook volgt dat 1,5 kilo droge stof, ofwel 10 kilo stoomschillen, een veilige hoeveelheid is. Het voer past als aanvulling goed bij rantsoenen met weidegras en eiwitrijke graskuilen en zorgt net als TGC voor een goede plak van het voermengsel. Het fosforgehalte van stoomschillen is met 2,7 gram in de droge stof gunstig in een grasrantsoen. Aardappelstoomschillen fermenteren in opslag en zijn door de lage pH dan 12 maanden houdbaar. Voor opslag is een opslagtank nodig, net als voor TGC.
Persvezels en vers maisglutenvoer
Grote melkveebedrijven kunnen soms alleen al door hun voersnelheid makkelijker werken met sommige steekvaste bijproducten. Een lading van een combinatie aardappelpersvezels hoeft niet te worden afgedekt en ingekuild als het in twee weken kan worden opgevoerd. Het bijproduct van de aardappelzetmeelindustrie levert veel zetmeel in het rantsoen en bevat lage mineralengehaltes. Het fosforgehalte is slechts 0,9 gram per kilogram droge stof.
Voor erwtenpersvezels, een redelijk rul product met 21% droge stof, geldt globaal hetzelfde. Van Triest levert deze vanaf november weer, afkomstig van zetmeelindustrie in Duitsland. Het is net als aardappelpersvezels een goedkope energiebron met lage mineralengehaltes. Beide soorten persvezels moeten bij langere bewaring dan twee weken uiteraard wel luchtdicht worden afgedekt.
Verder zijn er verschillende verse maisglutenvoeders die het hele jaar voordelig beschikbaar zijn. De variant uit zetmeelwinning uit mais (Corngold) is een goedkope hoog-energieleverancier met veel zetmeel en bestendig zetmeel. Het wordt in slurven of los geleverd en moet goed worden afgedekt voor langere bewaring. Ook dit product kan blijven liggen als het in twee weken wordt opgevoerd.
De variant van glutenwinning uit mais is een scherp geprijsde eiwitleverancier (onder meer Proficorn bij Duynie). Met 1.050 VEM en 207 gram ruw eiwit is het een goede en zeer smakelijke krachtvoervervanger. De prijs lag in september op 78% van de voederwaardeprijs.
‘Mooi spul voor de plak in het rantsoen’
De basis van het rantsoen ligt bij maatschap Hofstee-Sybesma voor het voerhek en bestaat uit een mengsel van graskuil en snijmais, aangevuld met soja, maismeel, bierbostel, perspulp, graszaadhooi en tarwegistconcentraat. De productievere dieren krijgen een aanvulling in de krachtvoerbox, maar dieren verder in de lactatie moeten alles uit het gemengde rantsoen halen.
Bijna 10 jaar hebben ze nu een opslagsilo en voeren ze tarwegistconcentraat. “Veel veehouders mengen water erbij, maar dat effect vind ik tegenvallen. Dit spul geeft een hele mooie plak aan het rantsoen”, vertelt Sander. “Het is smakelijk en levert ook nog best een portie eiwit.” Lange tijd gebruikten ze Sastapro, maar vanwege het fosforgehalte is dat tweeënhalf jaar geleden ingeruild voor ProtiWanze. “Ik let scherp op fosfor in aangekocht voer. ProtiWanze heeft twee gram minder fosfor in de droge stof. Dat komt gunstiger uit in de BEX.”
Tegelijk ging ook het aandeel in het rantsoen omlaag van anderhalve kilo droge stof naar een halve kilogram. In overleg met hun onafhankelijke voeradviseur heeft de maatschap het rantsoen wat ‘rustiger’ gemaakt en daarvoor ook bierbostel toegevoegd. “We voerden wat tegen de grens”, zegt Sander. Ook is er gezocht naar voeders met laag kaligehalte, omdat de graskuilen van de kleigrond veel kali meebrengen. Te hoog kali verdringt andere mineralen en werkt remmend op de benutting in de koe.
De silo is uitgevoerd met een roerwerk, dat elke morgen een half uur draait. De maatschap heeft de roervleugels een keer laten verlengen omdat de buitenkant niet goed mee kwam. Sander: “De kosten van de opslag hebben we terugverdiend door ongeveer een kilogram minder soja te voeren. In eerdere jaren was het prijsvoordeel van tarwegistconcentraat wel wat groter dan nu.” Een beperkte hoeveelheid tarwegistconcentraat in het rantsoen bevalt hem nog steeds goed.
Sander Hofstee (26) boert in maatschap met zijn ouders, Meint en Thea. Op 140 hectare kleigrond waarvan 25 hectare met snijmaïs in Scharnegoutum (Fr) houden ze 280 melkkoeien en 140 stuks jongvee. De jaarproductie is bijna 2,7 miljoen kg melk.