Doorgaan naar artikel

‘Jersey verwerft vaste plaats in Nederland’

KI Samen start als eerste en enige fokkerijorganisatie een fokprogramma waarin acht Jersey-stieren per jaar in Nederland getest worden. De Limburgse organisatie verwacht dat over vijf jaar in Nederland 5% van alle inseminaties van dit ras zal zijn, zegt algmeen directeur Ralph Engelen.

Het kan niet anders of het melkveeras Jersey verwerft een vaste plaats in Nederland, zo klinkt het overtuigend uit de mond van Ralph Engelen (44), algemeen directeur van KI Samen in Grashoek (L.). Om in de toekomst aan de vraag naar sperma van betrouwbare Jersey-stieren te kunnen voldoen, start het bedrijf daarom met testen van stieren van dit ras in Nederland en het omringende buitenland.

Waarom krijgt Jersey een vaste plaats in Nederland?
“We zien dat onder meer aan de marktontwikkeling in de Verenigde Staten, toch de markt van ‘fluids’. Het percentage inseminaties met Jersey is daar in de laatste jaren gestegen van 7,9% in 2009 naar 15% in 2018. De veehouders daar zijn commercieel en rekenen. Veel meer dan in Nederland. Ze constateren dat daar met Jersey meer geld verdiend kan worden. Nederland zal die trend volgen. We zien nu al de eerste bedrijven compleet omschakelen door hun veestapel rigoureus in één keer te vervangen.”

Wat maakt de Jersey zo aantrekkelijk?
“De Jersey geeft weliswaar minder melk dan Holsteins, maar de ‘milksolids’ (gehalten) zijn veel hoger. Daarbij hebben ze minder voer en water nodig, want ze produceren heel efficiënt melk. Dat maakt dat de broeikasgasemissies bij de productie van melk op 80% liggen ten opzichte van Holsteins. Ik denk dat wanneer de emissies een belangrijkere rol gaan spelen in de melkveehouderij, dat velen dan ook Jersey zullen overwegen.”

Dan moet dat eerst vastliggen in regelgeving?
“Dat klopt. De fokkerij volgt de politiek en de regelgeving. Kijk maar naar de geschiedenis. Vroeger was vetgehalte belangrijk. Toen de quotering kwam, veranderde de vraag ineens naar stieren die een plus brachten op eiwit­gehalte. Vet was beperkend en dus niet meer gewild. Toen de quotering verdween waren ­ineens de melkstieren veel gevraagd. Dat was maar kort, want na de invoering van de fosfaatrechten zijn het nu weer de gehaltestieren die aanspreken. Je zult zien dat wanneer emissies een meer serieuze rol gaan spelen als ­beperkende factor, dat veehouders daar in hun stierkeuze of raskeuze op zullen anticiperen.”

In welke mate kan de markt voor Jersey in Nederland groeien?
“Ik verwacht dat de markt, nu 15.000 inseminaties met Jersey-sperma, zal toenemen tot 150.000 inseminaties over vijf jaar. Een vertienvoudiging dus en dat betekent 5% van de totale markt in Nederland, gebaseerd op drie miljoen inseminaties, inclusief vleesveerassen.”

Voor welke bedrijven is Jersey interessant?
“Eigenlijk voor alle bedrijven, maar zeker voor bedrijven die door fosfaatwetgeving de stal niet vol hebben. Er is sprake van dat Jersey qua fosfaat voor 0,7 keer gaat tellen ten opzichte van andere rassen. Dat is nog niet definitief, maar als dat er door komt, kan je voor 70 Holsteins straks 100 Jerseykoeien houden.”

Waarom starten jullie met een eigen fokprogramma? Je kan toch ook sperma importeren?
“Met een eigen fokprogramma kunnen we als organisatie stieren fokken die betrouwbare fokwaarden geven op basis van dochters die in Nederland of in de direct ons omliggende landen zijn getest. Dan weet je wat je krijgt. Dat maakt onze positie straks uniek. We hebben nu al zes Jersey-stieren in onze stallen staan. Een homozygoot hoornloze, een van een Nederlands bedrijf en vier uit Denemarken. Deze stieren zijn allemaal sterk in de gehalten. Dat moet ook, want puur melkgefokte Jerseys zijn niet optimaal. Dan krijg je een verkapt Holstein-koetje met een bruin velletje.”

Zijn er wel voldoende zuivere Jerseys in Nederland om dochters van de stieren te krijgen en zo ook dochtergeteste fokwaarden te kunnen produceren?
“Wij zien de Benelux, samen met Duitsland en Denemarken als ons thuisland. Deze landen zijn allemaal goed bereikbaar per auto en de veehouderijen lijken redelijk op elkaar. Mede om de stieren overal te kunnen inzetten hebben we ze, geheel tegen onze visie in, laten testen op genomics.”

Waarom?
“Dat hebben we gedaan om de eenvoudige reden dat bij registratie van de stieren in Duitsland, Frankrijk en Denemarken een minimale betrouwbaarheid van de fokwaarde van 50% is vereist. Dat red je niet met alleen een verwachtingswaarde van de stieren op basis van informatie van vader en moeder. De genetische test tilt de fokwaarde net boven de 50% en worden op Jersey-basis in Engeland berekend. In dit geval kunnen we daar niet omheen.”

En gewoon sperma importeren?
“Daar spelen twee dingen een rol. Ten eerste willen we niet alleen afhankelijk zijn van import. Dat is onzeker. Wij hebben bijvoorbeeld stieren van het Britse Cogent op onze stierenkaart. Stel dat de brexit er onverhoopt toe leidt dat de import een half jaar stil komt te liggen. Dan kun je je klanten geen ‘nee’ verkopen. Ten tweede zullen we vooral aangewezen zijn op gesekst sperma. Dat is kapitaalintensief en veel op voorraad houden is enorm duur.”

Waarom gesekst sperma?
“Jersey heeft ook wel een paar nadelen. Naast een lagere omzet en aanwas, en gevoeligheid voor melkziekte in de lactatie, zien we dat ook de afzet van Jersey-stierkalfjes een probleem is. En we willen niet dat veehouders hun stierkalveren ‘euthanaseren’. Dat is maatschappelijk niet te verkopen. Veehouders zullen daarom massaal kiezen voor gesekst sperma op dieren waarvan ze een vrouwelijk kalf willen aanhouden. De rest gaat onder een Belgische Witblauwe stier.”

Met een eigen fokprogramma worden ook kosten gemaakt. Hoe hoog zijn die?
“We hebben nu al fors geïnvesteerd in het programma. Ik schat dat we tot 2024 zo’n € 2 miljoen moeten investeren om het fokprogramma en de spermaproductie op niveau te krijgen. Het seksen van sperma laten we in Deventer doen bij Sexing Technologies (ST). Omdat je niet heel veel gesekst sperma op voorraad wilt houden in verband met de kosten, zullen we stieren fysiek ook langer op stal moeten houden. Dat kost ook extra plaatsen in de stierenstallen.”

Geld dat terugverdiend moet worden uit verkoop van sperma. Waar mikken jullie op?
“Wij denken door onze unieke positie met onze buitenlandse partners en een eigen programma met betrouwbare fokwaarden ongeveer de helft van de markt op gebied van Jersey-sperma te kunnen bedienen.”

Dat is ambitieus?
“Ja, maar wij zijn dan ook de enige met een fokprogramma en maken van de Jersey-fokkerij een van onze speerpunten, naast Holstein en de beste vleesveestieren. Daarmee weten we nu, ook nog in de krimpende markt, al jaren achtereen toch nog steeds te groeien in omzet en afzet. De andere partijen die Jersey leveren doen dat erbij. Dat is geen hoofdzaak. Toch zullen, als de markt voor Jersey groeit, ook andere partijen in dat gat springen. Hoe de markt zich zal ontwikkelen kan niemand voorspellen, maar wij proberen er het optimale uit te halen.”

Gaan veehouders dan nu starten door een verdringingskruising toe te passen?
“Een deel zal dat doen, maar percentages durf ik niet te geven. Wel is het lastige van fokkerij in de melkveehouderij dat het verschrikkelijk lang duurt eer je effect hebt van een verdringingskruising. En een 50% Jersey 50% Holstein telt niet mee voor de factor 0,7. Dat duurt dus allemaal wat langer. Ik verwacht daarom ook dat de veehouders die met Jersey aan de slag willen rigoureus kunnen zijn en in één keer de hele veestapel gaan vervangen.”

Jullie melken zelf 400 koeien. Schakel je daar ook over op Jerseys?
“Nee. De hoofdzaak van KI Samen blijft de afzet van Holstein-sperma. Daarom blijft Grashoek Holsteins zoals het is. Maar mijn vingers zouden jeuken als ik een tweede locatie zou hebben met een 100 tot 150 koeien. Die zou ik dan zeker omschakelen op Jerseys.”

Waar halen de veehouders Jerseykoeien vandaan als ze het roer omgooien?
“Er zijn er genoeg in Denemarken. De veehouders gebruiken daar ook heel veel gesekst sperma, omdat de stierkalveren niet meer ‘geëuthanaseerd’ mogen worden, waardoor er meer vrouwelijke Jersey-kalveren geboren worden. Daar is een overschot aan vrouwelijk (jong)vee waar prima uit te selecteren valt.”

Hoe wil KI Samen zijn klanten verder van dienst zijn bij omschakeling?
“Wij leiden al onze vertegenwoordigers op zodat ze de basisvragen rondom Jersey-fokkerij maar ook management kunnen beantwoorden. Daarnaast leiden we twee mensen op tot specialisten die samen met de veehouder het hele management kunnen doornemen en advies kunnen uitbrengen.”

Hoe past de introductie van het fokprogramma naast jullie Holstein-programma?
“Holstein is en blijft natuurlijk een van de pijlers onder ons bedrijf. Dat verandert niet. We zeggen ook niet tegen klanten dat ze moeten omschakelen. Dat is hun keus. Maar wie wel wil omschakelen en op zoek is naar de beste – in Nederland geteste – Jersey-fokstieren, kan bij ons terecht.”

Onder de slogan ‘De Praktijk Bewijst het’ bewerkt KI Samen de markt. Het KI Station in Grashoek (L.) is in 1982 opgericht door onder andere directeur / eigenaar Bas Engelen. Na zijn overlijden in 2018 heeft zijn zoon Ralph Engelen (44, foto) het roer van het bedrijf overgenomen. KI Samen test op jaarbasis 30 Holstein stieren. Nu komt daar een testprogramma voor een 8 tal Jersey stieren op jaarbasis bij. Het bedrijf levert sperma bij de eindgebruiker en verzorgt onder meer inseminaties, vruchtbaarheidsservice, Doe-het-zelf-ki service en verzorgt stieradvies naar de veehouder met het paringsprogramma ProFit.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin