Doorgaan naar artikel

‘Meer geld naar de boeren en doen wat de maatschappij zegt’

Handhaaf de garantieprijssystematiek. Beloon daarbovenop duurzaamheid stevig om aan de wensen van de maatschappij te voldoen. En zorg vervolgens dat je dit in de markt terugverdiend en uit het defensief komt. Dit is kort samengevat het voorstel van melkveehouder, en oud-commissaris bij Friesland Foods, Harm Holman.

Harm Holman haalde recent in een opiniestuk fel uit richting bestuur en directie van FrieslandCampina. De zuivelonderneming zit volgens hem op een verkeerd spoor.

Waarom deze felle uithaal richting directie en bestuur van FrieslandCampina?
“Omdat ik met lede ogen aanzie, wat er gebeurt. Er lopen een paar honderd boeren weg en veel leden voelen zich niet meer op hun gemak bij de coöperatie. FrieslandCampina komt aan de lopende band met nieuwe plannen die niet duidelijk zijn of niet begrepen worden door de leden. Je ziet dat directie en bestuur de onderneming willen veranderen, maar dat ze moeite hebben om dit vorm te geven.”

Hoe komt dat?
“FrieslandCampina blijft te veel in het oude denken hangen. De coöperatie functioneert niet veel anders dan 20 jaar geleden en ook het communicatiemodel lijkt niet aangepast. Ik hoor en zie onze directeur Hein Schumacher en coöperatievoorzitter Frans Keurentjes veel te weinig. Af en toe voor de leden staan en een stukje in het ledenblad is niet voldoende. Als grote zuivelonderneming heb je gewoon een belangrijke rol te spelen in de maatschappelijke discussie. Dan is er nog een relatief kleine groep boeren, waaronder een aantal A-ware-gangers, die zich behoorlijk hebben geroerd. De toon die zij hebben gezet werkt erg ondermijnend voor de weg die FrieslandCampina wil inslaan. Maar doorgaan op de weg zoals we bezig waren, is een heilloze weg. Kijk naar de landbouwvisie van de minister. Die bevestigt wat we eigenlijk al wisten.”

Kritiek uiten is gemakkelijk. Waar moeten ze beginnen?
“Het zou bestuur en directie sieren eerst eens ruiterlijk toe te geven dat er een aantal dingen fout zijn gegaan. Dat de periode voor het aantreden van Schumacher niet zo succesvol is geweest en dat bijvoorbeeld de discussie over basiszuivel niet goed is. Ik wil horen wat hun visie is en zien dat ze deelnemen aan de maatschappelijke discussie over de melkveehouderij. Niet lijdzaam toekijken, maar meedoen aan het debat en sturing proberen te geven. En ik wil het gevoel krijgen dat ze hun stinkende best doen om een zo hoog mogelijke melkprijs voor de boeren te realiseren.”

U noemt de discussie over de korting op basiszuivel. Wat is daar mis mee?
“Er is altijd melk die het minst opbrengt en dat is altijd zo geweest. Hou op met roepen hoeveel we daar op verliezen en zorg ervoor dat deze korting er niet gaat komen. Je trapt boeren op hun ziel door een signaal af te geven dat de melk een last is en dat je liever minder melk zou ontvangen. Zorg dat je verdient op je basiszuivel.”

Is dat niet makkelijker gezegd dan gedaan?
“We moeten duurzaamheid op een andere manier in de markt zetten. Het is toch van de zotte dat we per jaar €100 miljoen via Weide- en Focus Planetpremie spenderen aan duurzame melk, maar dat supermarkten en consumenten nog steeds te weinig betalen voor onze producten. Weidemelk levert netto 1,15 cent op en voor Focus Planet beur je 0,2 cent per kilo melk. Dat is een maximale plus van krap anderhalve cent op de garantieprijs, buiten de nabetaling. Investeer in duurzaamheid en stimuleer boeren die het meest duurzaam zijn. Stop met herverdeling van melkgeld. Dan gaat het plaatje er heel anders uit zien. Betaal gewoon 1,5 cent voor weidegang en aan iedereen die aan de eisen van topzuivel voldoet 2 cent. Je kunt het niet maken om iemand die aan de eisen daarvoor voldoet, maar op de ‘verkeerde plek’ woont, niet te betalen. Zet alle zaken die je verder belangrijk vindt onder Focus Planet en betaal daar 1,5 cent voor. Dan krijg je een stevige plus van 5 cent voor duurzaamheid, daarvoor komen mensen in beweging.”

Daar kan geen boer op tegen zijn. Waar zit de pijn?
“Natuurlijk moet het geld ergens vandaan komen. Weidemelk kost bij 80% score €120 miljoen, Focus Planet bij 50% score €80 miljoen en Topmelk bij 10% score €20 miljoen. Dan kom je op een totaal van €210 miljoen. Dat betekent dat de winst van de onderneming €110 miljoen lager uitvalt, maar hoe erg is dat? Een goede duurzame boer kan dan 7 à 8 cent boven de garantieprijs ontvangen en de onderneming lijdt €110 miljoen verlies op duurzaam zijn. Dat ga je aan de buitenwacht communiceren en je gaat je uiterste best doen dat zo snel mogelijk terug te verdienen in de markt. Op deze manier zet je in op duurzaamheid en worden boeren eerlijk beloond. Daarmee geef je politiek en maatschappij een duidelijk signaal.”

Wat is er los van de discussie rond basiszuivel nog meer verkeerd gegaan?
“Er zijn voorbeelden te over. Neem een project als Jumpstart of het zonnepanelenproject. Mestvergisting pas niet in een grondgebonden kringloop melkveehouderij en dat 80% van het rendement op zonnepanelen naar GroenLeven en haar investeerder gaat, daar had geen boerenbestuur mee akkoord mogen gaan. Bij alles moet de drijfveer zijn dat er maximaal geld gaat naar de leden-melkveehouders, onder de randvoorwaarde dat het personeel goed beloond wordt en de continuïteit van de onderneming gewaarborgd is.”

Waar is de rol van de ledenraad in dit verhaal. Als er zoveel mis is, hadden ze toch kunnen ingrijpen?
“Je moet niet denken dat een ledenraad een voorstel zomaar kan afschieten. Dat staat gevoelsmatig gelijk aan een motie van wantrouwen richting het bestuur. Hun taak is wel om het geluid van de leden door te laten klinken in de onderneming. Meedenken, discussiëren met bestuur en directie en voorstellen uitleggen aan de achterban. Plannen kunnen worden aangepast, maar gaan niet zomaar van tafel. Daarom begint alles met goede en volledig uitgewerkte voorstellen van het bestuur en de directie. Vervolgens moet dit goed worden uitgelegd. Het vergadermodel van FrieslandCampina is niet meer van deze tijd. We kunnen op zijn minst constateren dat het niet meer werkt.”

Een grote groep melkveehouders vertrekt van FrieslandCampina naar A-ware. Begrijpt u hun keuze?
“Als een melkveehouder met deze stap geld kan vrijmaken om op deze manier zijn bedrijf te kunnen voortzetten, begrijp ik dat. Waar ik me wel over verbaas zijn de argumenten die overstappers aandragen. ‘Het gevoel is niet goed, ik mag niet meer groeien, ik ben de bemoeienis zat, A-ware betaalt quantumtoeslag en ga zo maar door.’ Groeien kun je volgens mij onder de huidige fosfaatprijzen sowieso bijna niet meer, of je moet jaren koeien voor niets willen melken. Daarbij zie ik niet gebeuren dat iemand bij FrieslandCampina 10 cent korting gaat betalen over te veel geleverde melk. Er is al 3% melk naar A-ware gegaan, daarbij krijgen we nog een 1,5% ruimte. Tel daar nog eens 2,5% melk van stoppers bij op en je zit al op 7% ruimte. Kijk naar de Europese melkprijsvergelijking en je weet genoeg. A-ware betaalde vorig jaar 1,73 cent per kilo melk minder dan FrieslandCampina en in 2016 maar liefst 4,78 cent minder. Er is geen enkele noodzaak voor meneer Anker (red. CEO A-ware) meer te betalen voor melk dan FrieslandCampina. Als contracten aflopen of herzien moeten worden, is het enige wat de leverancier kan zeggen: Ja meneer Anker, goed meneer Anker en dank u wel meneer Anker. Je zit de rest van je leven vast aan A-Ware en kunt nergens meer naar toe. Een beslissing op grond van emotie en frustratie is vaak niet de meest verstandige.”

U lijkt geen fan van A-ware?
“Ik heb respect voor Jan Anker als ondernemer en handelaar in kaas. Hij doet dat gewoon goed. Wat ik kwalijk vind, is dat hij de discussie over verduurzaming van de sector als geheel heeft ondermijnd. Eerst een discussie over duurzaamheid binnen de NZO onmogelijk maken en je vervolgens zelf gaan profileren met duurzaamheid, puur voor eigen gewin. Dat vind ik immoreel. Of neem het convenant weidegang. Ook A-ware heeft zich daaraan verbonden, maar ze gaan het doel van 80% weidegang echt niet halen. Ik schat in dat met alle opstallers die het dit jaar als leverancier aangetrokken heeft, in 2019 rond de helft van de koeien bij A-ware niet de weide ingaan. Sterker nog, A-Ware komt met een duurzaamheidspremie voor niet-weiders. Eigenlijk is dat een tegenstelling in zichzelf.”

A-ware heeft voor Albert Heijn toch ook een duurzaamheidsconcept met weidegang?
“Dat klopt. Het gaat om eisen die zij in A-Ware’s leveringsvoorwaarden hebben vastgelegd. Dat is heel wat anders dan certificering door een onafhankelijke organisatie zoals Stichting Milieukeur voor het nieuwe Planet Proof keurmerk voor zuivel. Dat wordt straks de standaard en je zult zien dat A-ware niet aan de eisen voor dat keurmerk voldoet. Hoe geloofwaardig is dan een Albert Heijn die A-ware als hofleverancier heeft voor kaas? Wakker Dier heeft het voor het inschieten: ‘Albert Heijn jaagt de koeien uit de wei’.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin