Tweede bedrijf vraagt aandacht
Wat meespeelde bij het kaasdebacle in 2019 is dat het bedrijf ineens veel meer aandacht ging vragen. Een buurbedrijf ging namelijk failliet en er werd druk uitgeoefend om dat erbij te nemen, tegen gunstige condities. Het bedrijf met 400 Holstein-melkkoeien op 1.000 hectare, waarvan de helft commerciële akkerbouw, hing boven de markt en de omgeving vreesde intocht van vermogende Beierse of Nederlandse melkveehouders. “Dat zou de verhoudingen in deze regio veranderen, pachtprijzen opjagen en rendementen doen verdampen.”
De Holsteins produceerden bij de overname slecht, een jaarlijkse productie van krap 6.500 kilo per koe. “Je moet met twee vingers in de neus minimaal 8.000 kilo met Holsteins kunnen produceren.” Een jaar na de overname ligt de productie net boven de 10.000 kilo per koe per jaar.
Ondanks die prima productie wil Schmitt ook op deze locatie binnen vier jaar volledig over op Jerseys. Daarvoor koopt hij vaarzen aan, maar niet van zijn eigen bedrijf. “Baruther Urstromtal verkoopt structureel ruim 150 vaarzen per jaar. Die brengen zo’n € 1.600 per stuk op, we kunnen ze elders voor € 1.200 kopen. Dat scheelt 60 mille per jaar. ”
Schmitt produceert niet alleen vaarzen, “We hebben ongeveer 200 stiertjes per jaar. Enkele tientallen gaan als fokstier weg. Zo heeft KI- Samen een stier van ons gekocht, Napoleon PP. We verkopen rond de 150 stiertjes per jaar aan kleine particuliere grondeigenaren die ze vetweiden. Ze brengen slechts een paar tientjes op, maar we hoeven ze niet te laten slachten na de geboorte. Dat lot treft hoogstens twintig stiertjes per jaar.” Hij overweegt, nu er meer areaal is, op termijn de stiertjes zelf af te mesten.
Medewerkers motiveren
Het werken aan de goede productie onder de Holsteins vroeg veel tijd, en vooral sturing van de medewerkers. “De onderlinge sfeer was te snijden tijdens en na de overname. Ik heb niemand ontslagen, maar van de vijftien medewerkers is er geen een meer in dienst. Ze konden waarschijnlijk niet tegen de nieuwe werkwijzen.”
Dat klinkt misschien alsof Schmitt een bullebak is, maar het tegendeel is waar. Bij een rondgang over het bedrijf schiet een van de kalververzorgers hem aan om advies te vragen. Het gesprek is heel open, vriendelijk en er komt een gezamenlijke conclusie uit. Schmitt eindigt met ‘goed dat je me hierover aanschoot’, wat voor de medewerkster zeker een basis is om dat een volgende keer ook weer te doen. “Ik zoek mensen die problemen oplossen, maar ook niet schromen om aan te geven dat ze ergens mee zitten. Fouten maakt iedereen, dat is niet erg. Maar kom er dan direct mee naar voren. Ik heb liever dat een medewerker eraan twijfelt of hij een penicillinekoe toch gemolken heeft en dat meldt, dan dat hij stil blijft, hoopt op het beste en dat er een dikke rekening volgt. Dan blijf ik niet lang vriendelijk.”
Rainer Schmitt (46) is bedrijfsleider en heeft ongeveer een kwart van de aandelen in Agrargenossenschaft Baruther Urstromtal in Baruth/Mark (D.). Daaronder vallen twee bedrijven. Het eerste heeft 450 Jerseys op 450 hectare grasland en voedergewassen. Die Jerseys zijn gemiddeld vijf jaar oud en produceerden in 2019 6.441 kilo melk met 5,3% vet en 4,14% eiwit. In 2019 is een melkveebedrijf op 3 kilometer afstand overgenomen met 400 Holstein-melkkoeien op 1.000 hectare (deels akkerbouw).
Strategie: optimalisatie, volledige overschakeling op Jersey en inzetten op volledige verwerking van alle melk tot kaas.