De eerste weken worden ze daar nog onbeperkt gevoerd. Vanaf de leeftijd van een jaar komen ze op een voerschema . “De trog staat gemiddeld vijf uur daags leeg.” Toch levert dat geen groeiverschillen op. Er zijn namelijk ruime vreetplekken. Alle dieren kunnen tegelijk vreten. Het voeren gaat met een voermengwagen die per groep het rantsoen op gewicht uitdoseert. Vanaf 40 dagen voor afkalven krijgen de dieren weer onbeperkt voer. Een tot twee maanden voor afkalven gaan de hoogdragende vaarzen naar het afkalfbedrijf.
Dit alles resulteert in een hoge groei. Op een jaar leeftijd wegen de meeste dieren ruim 400 kilo. Daarom start Bremer vanaf een jaar en een dag met een OvSynch-programma. “Bij minder dan tien dieren per jaar moeten we twee weken tot een maand wachten wegens te geringe ontwikkeling.” De kosten van synchronisatie bedragen ongeveer € 8 euro dier. “Verwaarloosbaar, want het is planmatig werken, het bespaart erg veel arbeid en verbetert de resultaten.”
Weinig geboorteproblemen
De meeste pinken worden op 12,5 maanden voor de eerste keer geïnsemineerd. Er wordt tot twee keer gesekst sperma gebruikt wat altijd lagere bevruchtingsresultaten geeft, daarna conventioneel sperma. De conceptionrate (percentage bevruchting) is 64, het gros van de vaarzen kalft binnen 22 maanden af, waarvan 65% een vaarskalf geeft. “We willen veel vaarskalveren om op te fokken voor verkoop, vandaar zoveel inzet van gesekst sperma. Vanwege het hoge aandeel vaarskalveren zijn er weinig geboorteproblemen en starten de vaarzen beterin de melkproductie.”
De productie van 60 tot 90 dagen na afkalven ligt bij de vaarzen gemiddeld op 38 kilo per dag. Op 300 dagen na afkalven is die gemiddeld nog 30 kilo per dag. De gemiddelde productie op het melkveebedrijf ligt net boven 11.500 kilo.
De rantsoenen op de opfoklocatie zijn vrij eenvoudig: voordroogkuil, snijmais, raap, maismeel en mineralen. Gebruik van sojaschroot is wegens VLOG-melk uit den boze. Er is een TMR-kalvermengsel en een TMR-eindmengsel. Die worden gemengd in stappen van 25% van volledig kalver- naar volledig eindmengsel. “We hebben alleen topkwaliteit ruwvoer, we nemen geen enkel risico met de kwaliteit ervan. Alles wat maar neigt naar schimmel, bederf of te lage voederwaarde gaat in een van onze vergisters.”
Bremer 52° Nord: melkvee, vaarzenverkoop, biogas en loonwerk
Onno Bremer (57) en zijn zonen Lukas (29, op de foto) en Thilo (31) houden op drie locaties 1.150 melkoeien, 1.200 stuks jongvee, 70.000 vleeskuikens en twee mestvergisters. Van de 1.060 hectare is 220 eigendom, 680 reguliere pacht en 160 hectare los gehuurd land. Ze telen 250 hectare gras, 150 hectare tarwe en rogge (deels voor verkoop, deels voor veevoer) en 750 hectare mais. Daarnaast wordt zo’n 350 hectare gewassen, meest snijmais, aangekocht. Ze hebben ook een flink loonwerkbedrijf. Er werken in totaal 30 medewerkers bij het bedrijf in Kirchlinteln (D.).
Strategie: optimalisatie, aflossen en wachten tot zich weer kansen aandienen.