Doorgaan naar artikel

Zuivelsector Rusland groeit gestaag

De Russische melkveehouderij is zeer divers, met veel kleine, maar ook grote, professionele bedrijven.

De Russische melkveehouderij is zeer divers, met veel kleine, maar ook grote, professionele bedrijven.

Met grote sommen subsidies voert de Russische overheid de melkproductie op om binnen enkele jaren zelfvoorzienend te zijn voor zuivel. Dat het land snel een rol kan gaan spelen op de mondiale zuivelmarkt is niet waarschijnlijk.

Met geld is alles te koop. Als dat ergens van toepassing is, dan is het wel in Rusland. Het land heeft de afgelopen jaren miljarden geïnvesteerd in het uitbouwen en professionaliseren van de agrarische sector. Dat was al langer beleid maar dit is vijf jaar geleden versterkt door de boycot van Westerse producten.

Tot op heden is Rusland afhankelijk van ­import van melk. Het land heeft de ambitie om in 2020 zelfvoorzienend te zijn. Het ministerie van Landbouw liet vorig jaar weten dat er de komende jaren minimaal 800 grote ­bedrijven bij moeten komen. Ook wil ze de gemiddelde productie laten stijgen naar 6.000 kilo per koe. De import van vee, in 2018 zo’n 35.000 vaarzen en koeien, moet helpen de veestapel uit te breiden.

De overheid biedt verschillende mogelijkheden voor investeerders. Dat gebeurt op ­oblast- ofwel provincieniveau. Zo worden ­leningen verstrekt tegen zeer lage rentes en zijn er subsidieprogramma’s voor investeringen. Verbeteren van de melkkwaliteit en gezondheid van de veestapel zijn tevens belangrijke doelen. “Ook op andere vlakken wordt investeerders geen strobreed in de weggelegd, zoals bij het verkrijgen van vergunningen”, ziet René Kremers, mede-eigenaar van Difco International en al jaren actief in Rusland. Voor Difco is hij bij tal van nieuwe projecten in Rusland betrokken.

Alles in eigen hand

Mede dankzij de programma’s wordt er meer melk van hoge kwaliteit afgeleverd. Russen willen best betalen voor zuivel als de kwaliteit goed is. Sommige grote melkveebedrijven leveren een eigen merk aan supermarkten. Het gros van de melk voldoet echter niet aan de hoge kwaliteitseisen, als er al controles op plaatsvinden.

Een motor achter de professionalisering van de Russische melkveehouderij zijn grote concerns als EkoNiva en Molvest. Deze investeren jaarlijks in nieuwe locaties met duizenden koeien. EkoNiva produceert in 2017 meer dan 300.000 ton melk met 50.000 koeien. Het zijn bedrijven met een hoog management­niveau. “Ze presteren goed en hebben alles in eigen hand”, schetst Kremers. Het probleem bij de forse uitbreiding is het verkrijgen van goede melkkoeien. Deze komen dus deels uit Europa.

De afgelopen jaren hebben ook grote buitenlandse investeerders Rusland gevonden. Zo is het Vietnamese TH Group in de regio Moskou begonnen met investeren in productielocaties met als doel 234.000 ton melk per jaar te produceren. Het bedrijf wil projecten opstarten in het oostelijke deel van Rusland.

Minder snelle groei

Ondanks de grote investeringen van binnen- en buitenlandse bedrijven groeit de melkveestapel en- productie veel minder snel dan de overheid zou willen. Dat ziet ook Meeuwes Brouwer, landbouwattaché op de Nederlandse ambassade in Moskou. “De melkveehou­derij ontwikkelt wel maar in sectoren als de pluimvee- en varkenshouder gaat het veel sneller.” Volgens Brouwer vraagt investeringen in melkvee meer kapitaal en is meer ­expertise nodig.

In de basis mankeert het nog aan een goede uitgangspositie. Zo zijn efficiëntie en logistiek zwakke punten van de Russische economie en agrarische sector, dus ook van de melkveehouderij. De immense afstanden werken per definitie kostprijsverhogend en vergroten risico’s in de productie. “En voor de melkveehouderij ontbreekt het aan kennis en een goede zuivelinfrastructuur”, schetst Brouwer. Hij merkt dat buitenlandse bedrijven vanwege economische en politieke onzekerheden terughoudend zijn om fors te investeren in Rusland.

Verder haken kleine en middelgrote bedrijven af door te lage rendementen. Door de hogere productie en import van (grijze) zuivel is de melkprijs voor standaardmelk gedaald. Een doorn in het oog is de import via Wit-Rusland, die zorgt voor extra druk op de markt en oneerlijke concurrentie met de Russische producenten. Ook worden lang niet alle nieuwe projecten afgerond. Een deel van de nieuwe projecten slaagt niet, onder andere door te veel onzekerheden en problemen rondom de financiering.

Interessante afzetmarkten

De vraag is in hoeverre de Russische zuivel­industrie op termijn een rol gaat spelen op de internationale zuivelmarkt. In het algemeen wil de Russische overheid om strategische redenen een breder pallet aan inkomsten dan olie en gas en agrarische producten kunnen daar zeker een rol in spelen. “Met de ontwikkeling van de melkveehouderij in het Oosten van het land komen China en andere interessante afzetmarkten dichtbij”, aldus Kremers. Hij vindt het zeker denkbaar dat Rusland in de toekomst zuivelstromen vanuit Oceanië afsnijdt.

De kans dat dit binnen enkele jaren gebeurt, is gering. Daarvoor is een sterke zuivel infrastructuur nodig die voor kwaliteit en kostprijs kan concurreren met andere zuivellanden. Daar is nog absoluut geen sprake van. En wat gebeurt er met de industrie als de overheid zich terugtrekt als financiële aan­jager van de agrarische sector? Bovendien is het land gevoelig voor politieke en economische instabiliteit, en dat in de huidige wereld van internationale spanning en onzekerheden.

De melkveehouderij in Rusland

De Russische melkveehouderij telt circa 8 miljoen melkkoeien. In 2017 lag de totale melkproductie op 30,7 miljard kilo. Er zijn globaal drie typen bedrijven: grote ondernemingen met 300 tot 2.000 koeien, familiebedrijven met 15 tot 50 koeien en mensen met 1 tot 2 koeien voor eigen gebruik. Van de grootste bedrijven zijn er circa 8.000 actief; van familiebedrijven 24.000 en kleinschalige meer dan een miljoen. De grootste bedrijven produceren ongeveer de helft van alle melk.
Van de totale melkproductie wordt slechts 12 miljard kilo afgeleverd bij de zuivelindustrie. Sinds 2013 stijgt de melkproductie met 3 tot 4% per jaar. Dit jaar komt de groei iets onder het gemiddelde uit. Naast consumptiemelk is kaas het belangrijkste product met 935.000 ton per jaar. Daarna volgt boter met 260.000 ton.

Overheidssubsidies spelen maar een beperkte rol

Sjoerd Galema is samen met drie andere aandeelhouders eigenaar van Fryskaya bv en daarmee al sinds 2003 actief in Rusland. In Kolomna (100 kilometer ten zuidoosten van Moskou) hebben ze samen met een Russische partner een bedrijf met zo’n 600 melkkoeien en 600 stuks jongvee. Momenteel ontwikkelt Fryskaya een plan voor een nieuwe locatie op zo’n 1.000 kilometer ten oosten van Moskou. Daar willen ze 2.400 koeien gaan melken. Ook dat doen ze samen met een Russische compagnon, in dit geval een grote akkerbouwer. “Het moet een hightechbedrijf worden met maximale automatisering”, vertelt de ondernemer.
Bij de ontwikkeling van het nieuwe bedrijf denkt Galema dat de overheidssubsidies een beperkte rol gaan spelen. “Ze dekken een deel van de investering, maar je moet alles voorfinancieren en de feitelijke uitbetaling is niet vanzelfsprekend.” Sinds de boycot van Russische banken is het niet gemakkelijker geworden. “We merken het vooral bij het verkrijgen van financieringen. De zekerheden die de banken vragen zijn fors, door de instabiele omgeving waarin we werken.”
De ondernemer ziet zeker kansen voor de Russische melkveehouderij maar is ook kritisch. Op niets lijkt de veehouderij in Rusland op die van Nederland: er is geen melkvee-infrastructuur en niets is vanzelfsprekend zoals hier. “Consultants en adviesdiensten bestaan er nauwelijks dus je moet het helemaal zelf kunnen doen.” Om in te spelen op de vraag naar kwalitatief goede melk werkt hij een deel van de melk zelf. De melk wordt afgezet in het supermarktkanaal. Een interessant segment maar niet eenvoudig in te vullen. Dat begint al met praktische problemen. “Je koopt machines voor het inpakken en labelen van je zuivelproducten, maar gekwalificeerde medewerkers zijn moeilijk te vinden. En als iets kapot gaat, is het de vraag wanneer het weer draait.”

Sjoerd Galema (56) heeft samen met zijn zoon Hendrik in Hartwerd (Fr.) een bedrijf met circa 160 koeien. In het Russische Kolomna is hij met Fryskaya BV partner in een bedrijf met ongeveer 600 melkkoeien. De totale landoppervlakte bij het bedrijf is 850 hectare. Galema is bezig met het ontwikkelen van een nieuwe locatie met 2.400 melkkoeien.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin