Buitenlandse melkveerassen over hoogtepunt

In boekjaar 2015 (sept 2014 t/m aug 2015) is dat percentage gedaald tot 8,1 procent. Dat blijkt uit cijfers van de CRV jaarstatistieken. Eind jaren negentig werd kruisen populair. In 2003 waren er al zo’n 25.000 inseminaties met rassen als Brown Swiss, Montbéliarde, Fleckvieh, Jersey en Scandinavisch roodbont, waarin Noors, Deens en Zweeds roodbont verzameld zijn. Kruisen werd een echt alternatief voor veel veehouders die met kruisen een oplossing zochten voor de problemen die ze ervaren met hun hoogproductieve Holstein melkkoeien. Het aantal inseminaties met de vijf genoemde rassen nam toe en bereikte het hoogtepunt in 2013 met een totaal van 265.293 inseminaties uitgevoerd; goed voor 10,7 procent van de markt. Dit jaar is het aantal inseminaties gedaald tot een totaal van 206.244 inseminaties, terwijl het totaal aantal inseminaties op melkvee 1,5 procent (35.000 inseminaties) toenam tot 2.544.767 inseminaties. Het percentage kruisingsrassen is daarmee gedaald naar 8,1 procent.

Binnen de andere melkveerassen is Jersey het enige ras dat een toename mag optekenen. Het ras zag het aantal inseminaties ten opzichte van 2014 met 30 procent groeien tot een totaal van 10.797 inseminaties. Montbéliarde leverde in een jaar 7.000 inseminaties in en eindigt op 37.509 inseminaties. Fleckvieh is en blijft het grootste ras met 87.606 inseminaties, maar het is wel bijna 5.000 inseminaties minder dan in 2014. Ook Scandinavisch roodbont levert ruim 4.000 inseminaties in en komt uit op 42.427 inseminaties.

Naast de ruim 2,5 miljoen inseminaties voor de fokkerij zijn er ook nog 435.000 inseminaties met vleesrassen verricht. 427.000 daarvan komen voor rekening van het Belgisch Witblauwe ras. Het leeuwendeel van deze inseminaties wordt op melkvee gebruikt om zo tot een hoogwaardiger kalf te komen voor verkoop. Het totaal aantal inseminaties van de Belgisch Witblauwe is 126.000 inseminaties meer dan in 2014.