Eenvoudig systeem
Eduard Wullink ervaart het ook zo. “We horen regelmatig waardering van mensen die voor de koeien staan te wachten. Die sympathie is toch letterlijk onze license to produce. De burger betaalt uiteindelijk mijn melk.”
Met betrekkelijk weinig investeringen kon hij vorig jaar de koeien weer naar buiten sturen. Hij verspijkerde € 3.000 aan palen en draad om percelen van 5 à 6 hectare te maken op zijn huiskavel en in de uiterwaarden. Bij de boerderij zijn dat 3 percelen en in de uiterwaarden nog eens 3. Hij gebruikt steeds 3 van die percelen als weideblok en geeft de koeien elke dag een van die percelen en daarna de volgende. Het andere blok kan gemaaid worden en groeien om 3 tot 6 weken later een vers standweideblok te hebben. Het weidesysteem heet roterend standweiden of ook wel Nieuw Nederlands Weiden. “Heel eenvoudig, elke dag een ander stuk. Ik doe het zo dat ik maar eens in de drie dagen over de weg ga naar de uiterwaarden.” Wullink maait de eerste snede en begint daarna met weiden. Dagelijks halen de koeien nu zo’n 2 tot 4 kilo droge stof aan vers gras uit de wei. De dieren weiden 6 uur per dag en krijgen de rest van het rantsoen aan het voerhek.
“Ik kom om in het gras’, hoor je dan. Laat de koeien het dan lekker opvreten. Dat verse gras is net zo goed als krachtvoer’
Gras over
Wullink kent de twijfels over weidegang met zijn aantallen koeien. “Ja, ze staan bij slecht weer ook wel eens bij de draad te zeuren en de variatie in grasaanbod en kwaliteit zie je ook in de melk. Het ureumgehalte wil nog wel eens pieken. En het kost een beetje grasopbrengst.” Wordt het te nat, dan houdt hij ze een paar dagen binnen om vertrapping te voorkomen.
Minder grasopbrengst zou hem in theorie € 10.000 kunnen schelen op 30 hectare weidepercelen. Maar in praktijk houden de meeste veehouders gras over. “Ik kom om in het gras, hoor je dan. Laat de koeien het dan lekker opvreten. Dat verse gras is net zo goed als krachtvoer. De koeien zetten het zonder inkuilkosten rechtstreeks om in melk.”
Weidegang met veel koeien – tips en ervaringen
• Zet de voor- en nadelen voor goed weiden op je bedrijf op een rij met een weidecoach.
• Breng de financiële kant in beeld: weidepremie is opbrengst waar kostenposten tegenover staan als arbeid en minder grasopbrengst. Daarnaast kostenvoordelen: minder inkuil- en mestuitrijkosten, besparing op eiwitkrachtvoer.
• Wil je gaan weiden, dan kun je eerst pinken en kalveren weiden en eventueel droge koeien. Voor deelweidegang krijg je bij veel zuivelbedrijven ook een kleine weidepremie.
Denk na over de logistiek voor weidegang:
- Ruime perceelstoegangen
- Brede koepaden: 4 à 5 meter voor grote koppels en ruime bochten
- Drinkwater in de wei (10% moet aan de bak kunnen staan, toevoer 20 liter per minuut)
- Bij automatisch melken zijn ononderbroken looproutes nodig.
Welk weidesysteem ga je toepassen:
- Het meest eenvoudig is Nieuw Nederlands Weiden, ook wel roterend standweiden. Hiervoor zijn vier à vijf gelijke percelen nodig, waarvan de koeien er steeds één krijgen en de volgende dag het volgende perceel: roteren.
- Voor omweiden zijn voldoende even grote percelen nodig en het vergt meer planning en ervaring.
- Stripweiden is voor gevorderden.
- Weidecoach Jacob van Veldhuisen adviseert bij grote koppels te starten met ‘gewoon’ standweiden in het eerste jaar, om veel ruimte te geven en pas in het tweede jaar roterend standweiden, of omweiden toe te passen. Van Veldhuisen: “Het begin is lastig. De koeien vreten weinig gras. Het duurt drie weken voor de koeien allemaal zelf naar buiten gaan en terugkomen. Als veehouder moet je leren en dat gaat alleen door het gewoon te doen.”
|
‘Het is niet sexy’
Grote melkveehouders vinden weidegang niet zo sexy, denkt hij. “Boeren praten nu eenmaal makkelijker over grond, stront en trekkers dan over weidegang. Je zegt nooit: wat heb ik toch lekker de koeien geweid vandaag en wat geven ze daar mooi melk van.” Aan de andere kant moet weidegang op een bedrijf en bij de boer passen. “Ik heb het voordeel van stevige zavelgrond. Het gaat lang goed, al wordt het bij regen wel een beetje baggeren door het koepad. En je moet niet aan weidegang beginnen als je niet tegen teleurstelling kunt, zeg ik altijd. Het gaat natuurlijk niet altijd mooi naar je zin. Ik hou het erop dat je moet kunnen schakelen en moet denken in maximaliseren van je marge in plaats van van je melkproductie.”