Stro uit rantsoen en melken maar
De koeien hebben van eind maart tot eind oktober beperkt weidegang. In voorjaar en herfst gaan ze overdag naar buiten, in de zomer wegens de hitte alleen ’s nachts. De koeien roteren snel op de 50 hectare huiskavel. Ze krijgen twee keer daags een vers perceel, na een week komen ze terug in het eerste perceel.
De Fransen voeren de koeien in de weideperiode met de voermengwagen elke dag 7 kilo droge stof mais, 2 kilo soja, 1,3 kilo droge stof korrelmais en 1 kilo stro bij. De koeien zijn niet bepaald dun op de mest. Door het stro te vervangen door een kilo drgoe stof mais of korrelmais is de melkgift eenvoudig op te voeren met minstens een kilo per dag door meer energie in het rantsoen en doordat de opname van gras na wegnemen van het stro zeker ook zal stijgen. Dat zijn de eerste 20.000 kilo’s extra productie die nagenoeg zonder kosten te melken zijn omdat zowel de snij- en korrelmais als het stro van eigen productie zijn. In ieder geval biedt het rantsoen ruimte te over om goedkoop meer melk te produceren met dezelfde veestapel. De Fransman hoort er duidelijk van op en hij geeft aan het rantsoen direct aan te zullen passen. Zijn voorlichter, aanwezig om te vertalen, zegt later: “Ik heb het al zo vaak tegen hem gezegd, maar hij wilde het niet aannemen. Vreemde ogen dwingen.”
Aanhouden van meer koeien ziet Philippe niet zitten. Een rugaandoening weerhoudt hem van schaalvergroting en zijn broer heeft alleen trek in akkerbouw. “Als ik een stuk bij de ligboxenstal wil aanzetten, moet ik hem dat verkopen als ruimte om machines te stallen. Anders is hij mordicus tegen.”
Afbouwende ondernemer
Philippe zit duidelijk in de afbouwfase van zijn ondernemerschap, ook omdat er geen zicht is op een opvolger. Een deel van de bedrijfswinst stopt hij in de zogenoemde MSA-regeling. Dat is een vorm van fiscaal pensioensparen, waarbij de inleg kan variëren door de jaren heen. “Deze locatie is gepacht en heeft geen restwaarde. Als in de omgeving een locatie te koop komt, happen we toe. Dan bouwen we nieuw en groter, verplaatsen het vee en verkopen we de melkveetak op termijn. Mijn broer heeft mogelijk een opvolger en wil wel boer blijven, maar dan als akkerbouwer. Alleen door verplaatsing naar een stal in eigendom houdt de melkveetak restwaarde. Anders is het op termijn beëindigen zonder vergoeding.” Niet dat deze ondernemers dan straatarm zijn. Ze werken eraan over zeven tot acht jaar schuldenvrij te zijn. Daarvoor lossen ze nu jaarlijks € 80.000 af. In 2016 betaalden ze nog 19 mille rente, die post slinkt elk jaar.

Naam: Philippe Olivier (44).
Woonplaats: Notre Dame des Landes (F.).
Bedrijf: Met broer Jean-René (38) een gemengd bedrijf op 350 hectare. Daarvan is 30 ha eigendom, 320 ha wordt langjarig gepacht van 70 eigenaren tegen gemiddeld € 85 per hectare per jaar. Er zijn 110 Holstein melkkoeien en 110 stuks jongvee. Voor het melkvee is 100 ha grasland beschikbaar. Van de 250 ha akkerbouw is 90 ha tarwe, 70 ha mais (50 ha snijmais plus 10 ha korrelmais voor eigen gebruik en 10 ha. korrelmais voor verkoop), 30 ha gerst, 18 ha zonnebloemen, 17 ha erwten en 15 ha zwarte haver. De gemiddelde melkproductie was in 2016 9.746 kilo bij een gemiddelde leeftijd van 5,01 jaar. Er is een vaste medewerker voor 28 uur per week.