De export van hoogwaardig fokvee naar Rusland biedt kansen. Dat blijkt uit een marktonderzoek van Rusmarketconsulting, in opdracht van het Ministerie van LNV.
Onlangs werd in Woerden een marktrapport over de Russische zuivelsector gepresenteerd. Daaruit blijkt dat de Russische melkveehouderij kansen biedt voor Nederlandse bedrijven. De komende 3 tot 5 jaar hebben de Russen onder meer behoefte aan landbouwmachines, veevoer (premixen) en fokmateriaal. Er is een groeiende vraag naar sperma, embryo’s en fokvee.
Rusland heeft in 2016 30.000 stuks fokvee geïmporteerd. Van deze dieren was 43 % afkomstig uit Nederland. Duitsland (29 %), Hongarije (12%) en Denemarken (8 %) exporteerden eveneens duizenden dieren naar de voormalige Sovjet-Unie. De Russen betaalden gemiddeld € 2.188 per dier. De totale marktwaarde van het geïmporteerde fokvee kwam uit op een slordige € 66 miljoen. Vanwege Schmallenberg en Blauwtong waren de Russische grenzen een paar jaar geleden nog gesloten voor Nederlands fokvee.
Binnen de eigen landsgrenzen verhandelden de Russen in 2016 102.000 stuks fokvee. Voor het fokvee van Russische komaf werd gemiddeld € 1.774 per dier betaald. De totale marktwaarde van deze dieren bedroeg € 181 miljoen.
Kansen en bedreigingen
In een sterkte zwakte analyse wordt de hoge kwaliteit van Nederlands fokvee door Rusmarketconsulting geprezen. Rusland beschouwt Nederlands vee als een premium merk. Nederland heeft een stabiele positie als marktleider. De logistiek van fokvee is daarbij een pluspunt, zeker in vergelijking met landen als Verenigde Staten en Canada.
Grote zuivelondernemingen nemen in Rusland een steeds groter deel van de melkproductie voor hun rekening. Zij streven een hogere productie per koe na. Dat biedt kansen voor leveranciers van hoogwaardig fokvee. Op Russische melkveebedrijven is een verhoogde vraag naar vaarzen, aangezien de levensduur van melkkoeien is afgenomen. De Russen hebben ook genetisch fokmateriaal nodig, met name voor fokvee op nieuwe melkveebedrijven. Russische melkveebedrijven ontvangen subsidie voor het investeren en houden van nieuwe aanwas.
Tegenvallende inkomsten kunnen er voor zorgen dat export van vee naar Rusland stagneert. Op de langere termijn is er ook een aantal factoren die de export kan verminderen. Concurrentie van Russische producenten dreigt. De bouw en ontwikkeling van genetische fokcentra wordt gestimuleerd en deels gesubsidieerd. Dat gaat mogelijk gepaard met het annuleren van de subsidie op het kopen van geïmporteerd fokvee. Veterinaire risico’s kunnen leiden tot invoerbeperkingen, zoals eerder is gebeurd.
Grotere bedrijven, minder dieren
De Russische melkveehouderij kent verschillende type bedrijven, met uiteenlopende dieraantallen en productiecijfers. Er zijn 8.000 grootschalige zuivelondernemingen, variërend van 300 tot 2.000 koeien per bedrijf. De twintig grootste bedrijven hebben 4.000 tot 20.000 koeien. De jaarlijkse productie op deze bedrijven bedraagt 6.000 kilo melk per koe. De 24.000 gezinsbedrijven houden 15 tot 50 dieren. Op deze bedrijven is de gemiddelde productie 4.500 kilo melk. Rusland telt daarnaast nog een miljoen kleinschalige boeren met 1 of 2 koeien voor eigen productie (3.500 kilo per koe per jaar).
De melkproductie in Rusland stagneert en vertoont een licht dalende trend. De laatste jaren is de melkproductie telkens met 1 % gedaald. In 2009 werd 32,6 miljoen ton geproduceerd. In 2016 bleef de teller steken bij 30,7 miljoen ton. Met name de productie op kleinschalige locaties neemt af. Grootschalige zuivelondernemingen en familiebedrijven nemen een steeds groter deel van de productie voor hun rekening.
De melkveestapel neemt af. In 2009 waren er nog 9 miljoen dieren. Vorig jaar bestond de melkveestapel 8,3 miljoen koeien. De melkproductie per koe steeg de laatste jaren flink, van nog geen 4.000 kilo in 2009 naar 5900 in 2016.