De nieuwe jongveestal is daarvan een duidelijke exponent. De vervanging van de voermengwagen door een voerrobot, die in december geplaatst wordt, is de tweede stap die veel arbeid moet gaan besparen. Daarna ligt een aanpak van het melken voor de hand. Twee keer daags 150 koeien door een 2x5 visgraat jagen, vraagt inclusief reinigen van de melkstal toch al snel zes uur per dag. Opschalen naar een 2x14 komt dan snel in beeld, of investeren in melkrobots. “Een grotere melkstal is duur omdat we dan ook bouwkundig zaken moeten aanpakken. Dat is niet terug te verdienen door lagere arbeidskosten.” En melkrobots dan? “Twee melkrobots is te weinig voor ons aantal koeien, een derde wordt bij onze omvang voor minder dan de helft van zijn capaciteit benut. We dubben daar nog over, want een overstap op robots betekent weer bedrijfuitbreiding.”
Investeringen doorgerekend
Ingrida ziet daarom voor de korte termijn meer in productieverhoging dan in aanpassing van het melkproces. “Met onze Holsteins moeten we makkelijk richting 8.000 kilo melk per koe per jaar kunnen door meer krachtvoer te verstrekken.” Het krachtvoerverbruik, inclusief granen, is met 6 kilo per koe per dag ook niet echt hoog. Door dat te verhogen, zijn goedkoop meer kilo’s te melken.
Door het lage krachtvoer- en kunstmestgebruik -20 ton kalkammon per jaar- en de afwezigheid van financiering zijn de directe kosten laag. De veehouders konden in 2016, bij een gemiddelde melkprijs van 24 cent, alle kosten betalen en hielden mede dankzij de akkerbouwtak zelfs nog geld over.