Doorgaan naar artikel

Verzurend rantsoen houdt calciumstofwisseling op gang

Koeien voeren. Simpel gezegd werkt een rantsoen met een negatieve kationen-anionenbalans (KAB) het best voor droge koeien. Kies voor een simpel systeem wat je kunt controleren én consequent kunt uitvoeren. - Foto: Ruud Ploeg

Koeien voeren. Simpel gezegd werkt een rantsoen met een negatieve kationen-anionenbalans (KAB) het best voor droge koeien. Kies voor een simpel systeem wat je kunt controleren én consequent kunt uitvoeren. - Foto: Ruud Ploeg

In de droogstand voorkomen dat koeien na afkalven melkziekte krijgen, bereik je met een verzurend rantsoen.

Hoeveel jaren aan studies en kennis eraan voorafgaan, er blijven bedrijven die naar eigen zeggen van alles hebben geprobeerd om van melkziekte bij verse koeien af te komen. Waar het ene bedrijf vrijwel geen problemen heeft met melkziekte, krijgt het andere het maar niet onder controle. Als melkveehouder wil je weten wat je in de droogstand kunt doen om melkziekte na afkalven te voorkomen.

Meer dan driekwart van de melkkoeien heeft last van subklinische melkziekte, ofwel een gebrek aan calcium vlak na afkalven. Dat kost ongemerkt veel melk en leidt tot nog meer gezondheidsproblemen. Speerstra Feed Ingredients stelt als vuistregel dat achter iedere koe met melkziekte ongeveer 40 gevallen van subklinische melkziekte schuilgaan. Je kunt wel nagaan hoeveel melk dat ongemerkt kost en dat de gezondheid van deze dieren onder druk staat.

Verzurend rantsoen

Simpel gezegd werkt een rantsoen met een negatieve kationen-anionenbalans (KAB) het best. Dat betekent dat chloor en zwavel als negatief geladen elementen in een grotere hoeveelheid in het rantsoen voorkomen dan de positief geladen elementen kalium en natrium.

Deze rantsoenen hebben een verzurend effect op de koe, en dan met name op de pH van het bloed. Dat is nodig want daarmee beïnvloedt je de calciumstofwisseling. Dat is hoe in je in de droogstand melkziekte voorkomt.

Ton Pijs is rundveedierenarts bij De Oosthof Dierenartsen. Twee jaar geleden is een aantal klanten van de praktijk begonnen met het voeren van een rantsoen met een negatieve KAB. “Een makkelijke manier om dit te bereiken is om geen gras te voeren in de droogstand”, zegt Pijs. “In gras zit een hoger aandeel van het positief geladen element kalium. Voor lacterende koeien is dat prima. Maar bij droge koeien wordt de calciumstofwisseling gehinderd door een hoog kaliumgehalte.”

Houdt de calciumopname aan de gang

Droogstandsrantsoenen met een negatieve KAB hebben dus een verzurend effect. Door een hoger aandeel chloor en zwavel gaat de koe bicarbonaat uitscheiden. Daarmee daalt de pH van het bloed. De koe houdt de bloed-pH op normaal niveau door verzuring van de urine. Een bijeffect van deze urineverzuring is dat er tegelijk ook calcium via de urine verdwijnt. Hierdoor daalt de bloedcalciumspiegel en wordt het calciummetabolisme geactiveerd. Concreet betekent dit het dat als je calcium in beperkte mate aanbiedt via het rantsoen, je de koe dwingt de calciumopname aan de gang te houden.

“Het doel van een negatieve KAB is dat de calciumstofwisseling wordt geactiveerd omdat een koe calcium verliest via de urine. Activering van de calciumstofwisseling betekent dat vooral de opname uit het voer aangezet wordt. Als je een traditioneel droogstandsrantsoen aanbiedt met een positieve KAB, krijgt een koe meer dan genoeg calcium binnen en is er geen sprake van verlies via de urine. Dan ligt het calciummetabolisme dus stil.” Dan bevindt het calciummetabolisme zich in een soort van rusttoestand.

Oudere koeien zijn voor hun calciumvoorziening vooral afhankelijk van de opname uit het voer. Het duurt 24 tot 48 uur om dit systeem vanuit de ruststand actief te krijgen. Als je het pas na het afkalven gaat activeren en een koe heeft 24 tot 48 uur voor nodig, dan is de kans groot dat ze in die twee dagen plat gaat. Met het verzuren van het rantsoen stuur je dus op een indirect effect op het calciummetabolisme, het staat al in de actieve stand.

Controleren

Het liefst wil je niet met allerlei preparaten aan de gang om melkziekte te voorkomen. Meer toevoegingen zorgen alleen maar voor complexiteit en geven zodoende meer risico op fouten. “Je moet kiezen voor een simpel systeem wat je kunt controleren én consequent kunt uitvoeren. Daarnaast wil je weten of de koeien het goed oppakken. Dus je moet het systeem controleren. Daarvoor zijn een paar randvoorwaarden.”

Op zichzelf klinkt het simpel, maar voer netjes. Meng elke dag een constant rantsoen. Een berg voer wat er al twee dagen ligt, is minder smakelijk en dat haalt de voeropname onderuit.

Minder tot geen gras zorgt voor betere KAB en het mengt ook eens beter. Gehakseld stro en bijvoorbeeld perspulp is veel makkelijker te mengen. Mais, stro en een aanvulling van eiwit en de anionische zouten kun je makkelijk sturen.

Als je niet kunt mengen of je wilt per se graskuil voeren, dan wordt het moeilijker. Bij dit type rantsoen is het belangrijk om selectie te voorkomen. Met een schudbox kan je het verschil in deeltjeslengte tussen vers- en restvoer zien. Dit is een indicatie of er sprake is van selectie.

“Doe elke twee tot vier weken een paar urinetesten van droogstaande koeien”, adviseert Pijs. “Het zuurverlies via de urine kun je meten. Bij een traditioneel droogstandsrantsoen met positieve KAB is de pH ongeveer 8,5. Met een negatieve KAB is het 5,5 tot 6. Dan weet je zeker dat koeien calcium verliezen via de urine. Meet bij voorbaat de urine-pH van de koeien die al een paar weken droog staan. Dan zie je of de kritische groep het doet.”

Kostprijstechnisch gezien kan een rantsoen zoals hierboven beschreven flink aan de prijs zijn. “Investeren in sojaraap kan snel uit als een flink aandeel koeien momenteel melkziekte oploopt. Vraag jezelf daarom af wat je belangrijk vindt en waarin je wilt investeren. Melkziekte heeft meer bijeffecten dan we denken.”

Bolus stelt calciumtekort uit

Als je met bolussen of andere preparaten aan de gang gaat om het calciummetabolisme te activeren, is het belangrijk dat je rekening houdt met een paar dingen. Een calciumbolus met oplosbaar calcium stelt de hypocalcemie, oftewel het calciumtekort met een dag uit maar activeert het calciummetabolisme niet. “Juist het tegenovergestelde vindt plaats”, zegt Koen Luijben, Technical Specialist Herkauwers bij Trouw Nutrition. De koe denkt dat er (meer dan) voldoende calcium beschikbaar is en dat zorgt voor een uitstel van activatie van het calciummetabolisme. Bij het voeren van een calciumbolus zou je na 18 uur een tweede moeten geven. Dan nog zal calciumtekort worden uitgesteld, maar de effecten daarvan zijn mogelijk beperkter.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin