Een tweede locatie kan ontwikkelingsmogelijkheden geven op de thuislocatie, zoals bij melkveehouder Arjen Schoustra in Oosterwierum het geval is. Zijn jongvee bevindt zich op een bedrijf een kilometer verderop.
Economisch doorrekenen
Aankoop van een tweede locatie moet dus passen binnen de ambities van de veehouder en zijn ondernemerssituatie. Andries Jan de Boer, adviseur bij 3D Agro Advies, merkt dat het ondernemers soms overkomt. “Er komt een bedrijf te koop in de buurt en dan gaan alle raderen draaien.” Het er zomaar even bijkopen en dan maar zien, is voor weinigen weggelegd. Het moet er volgens De Boer altijd op neerkomen dat je vanuit je huidige situatie kijkt wat gewenst en passend is voor de lange termijn. “Als een stuk in je eigen toekomstige bedrijfspuzzel ontbreekt, zoals grond of huisvesting, kan een tweede locatie het bedrijf sterker maken. Bekijk het vanuit het grotere plaatje, met toekomstig verdienmodel, organisatie en economische doorrekening.”
Qua invullen van de arbeid zijn ook keuzes te maken. Op een tweede volwaardige locatie waar ook wordt gemolken, is dat anders dan alleen het stallen van jongvee. Is de arbeid beschikbaar binnen het bedrijf of moet deze worden aangekocht? Of is het zelfs nodig dat een bedrijfsleider de locatie gaat runnen? “Boeren zijn vaak wat optimistisch over wat ze zelf aankunnen. Het helpt als je met de uitbreiding een efficiëntieslag maakt of meer loonwerk inzet. Maar er moet goed vooraf over worden nagedacht en aan worden gerekend.” Ook op dit vlak moet er dus een langetermijnvisie onder liggen en moet een ondernemer nadenken over veranderende omstandigheden in de toekomst, zoals bedrijfsovername of wegvallen van ouders.
Verlagen bewerkingskosten
Tweede locaties in de melkveehouderij hebben in veel gevallen ook landbouwgrond. Ook dat is een kwestie van puzzelen wat praktisch, nodig én betaalbaar is: de percelen bij elkaar voegen, helemaal apart houden of deels verkopen. Een eigen mini-ruilverkaveling kan goed uitpakken.
Bij een nieuwe locatie vlakbij de thuislocatie is op het gebied van grond voordeel te boeken met efficiënt inzetten van machines en (zodoende) verlagen van bewerkingskosten. Er zijn ook voorbeelden waar het mogelijk werd beweiding toe te passen wat bijdraagt aan een hogere melkprijs. Eventuele extra inkomsten door natuurbeheer kunnen eveneens positief uitpakken.
Extra hectares om richting grondgebondenheid te groeien is een optie, maar niet altijd financieel haalbaar. Bereidheid van banken om grond te financieren hangt mede af van de meerwaarde van het bedrijf, zowel in te behalen rendement als toekomstbestendigheid. Mochten banken afhaken, dan zijn er ook andere mogelijkheden. De aangekochte grond direct onderbrengen in een erfpachtconstructie gebeurt volop. Financieren via particulieren of familieleden die geld willen uitlenen geeft ook mogelijkheden. De rente voor grotere tegoeden aan spaargeld is negatief en dat maakt anders uitlenen interessant.
Voldoende zicht houden op bedrijf
Een uitdaging is om voldoende overzicht over het bedrijf te houden. Ook dat geldt voor ieder groeiend bedrijf maar met twee (of zelfs meer) locaties komt daar meer bij kijken. De basis is een goede personele bezetting en duidelijke organisatorische afspraken. Werken met protocollen (zie kader Protocollen bij twee locaties) en vaste dagen voor vaste werkzaamheden is altijd goed en voorkomt dat de aandacht voor bepaalde aspecten verslapt.
In de situatie dat er geen permanente bewoning en toezicht is, kan techniek voor het praktische overzicht een rol spelen. Denk aan systemen voor tochtdetectie of melk- of voeropname. Ook gebruik van camera’s in en buiten de stal en alarmmeldingen vanuit het klimaatsysteem maken het gemakkelijker de boel op afstand in de gaten te houden.
Protocollen bij twee locaties
Protocollen zijn gestandaardiseerde werkmethoden. Hoe groter en complexer een bedrijf, hoe groter de waarde. Ze bevatten een serie instructies die samen een regelmatig terugkerende activiteit beschrijven. Zo kan staan omschreven hoe te handelen rondom de het afkalven van koeien of het voeren van jongvee.
Daarnaast zijn bij het werken met protocollen alle afspraken vastgelegd die rondom arbeid zijn gemaakt. Denk aan dag- en weekplanning met vaste tijden voor vaste werkzaamheden, het overlegmoment met de medewerkers en de meetpunten hoe de kwaliteit van het werk kan worden beoordeeld.
Een goed arbeidsprotocol is op maat gemaakt. Belangrijk is dat de ondernemer zelf actief het initiatief neemt en medewerkers betrekt. Wel kunnen deskundigen, zoals de dierenarts en de voeradviseur, input leveren voor het optimaliseren.