Doorgaan naar artikel

Groei blijft overheersende strategie

© Fotopersburo Bert Jansen TEL: +31(0)40-2920292 Onderwerp :Jan Klassens   jan401867 (foto Bert Jansen) Fotograaf   : Bert Jansen Datum : 06-11-2015 Categorie : @2@  Trefwoorden : reed jan401867

© Fotopersburo Bert Jansen TEL: +31(0)40-2920292 Onderwerp :Jan Klassens jan401867 (foto Bert Jansen) Fotograaf : Bert Jansen Datum : 06-11-2015 Categorie : @2@ Trefwoorden : reed jan401867

Bij groei neemt 80% melkveehouders grondgebondenheid mee in zijn groeistrategie, Dat blijkt uit de peiling Melkvee100Plus onder haar nieuwsbrieflezers.

Bij gelijkblijvende opbrengsten en ­almaar stijgende kosten is vergroten van de bedrijfsomvang de oplossing om het inkomen in stand te houden en de vaste kosten per kilo melk te verlagen. De strategie van bedrijfsvergroting blijft daarom ook gehandhaafd in de ondernemersvisie van veel melkveehouders. Drie op de vijf melkveebedrijven denkt dan ook aan groei in de komende vijf jaar. Driekwart daarvan doet dat in jaarlijkse kleine stapjes. Een kwart denkt in de komende vijf jaar een grote stap te kunnen zetten. Van de resterende 40% van de mlekveehouders denkt een flink deel aan consolideren en optimalisatie van de kosten. Een op de tien denkt tussen nu en vijf jaar het bedrijf te staken.

Bij uitbreiding van het bedrijf denkt bijna een op de vijf dat uitbreiden via productierechten alleen voldoende is. Maar de meeste veehouders zien dat grondgebonden groei het adagium van de toekomst zal zijn. Al denkt wel driekwart van deze groep dat uitbreiding in productie niet gelijktijdig hoeft te gaan met de uitbreiding in grond onder het bedrijf.

Wat betreft de ruwvoervoorziening zijn er ondanks drie droge jaren nog geen grote problemen hoewel 15% amper genoeg heeft om de winter door te komen. 45% heeft voer genoeg voor de winter, maar heeft dan niet veel reserve meer over. Twee op de vijf zegt voer zat te hebben en de voorraad dus goed op orde te hebben.

De benutting van eiwit blijft ook in de hoofden van de veehouders. Voor 20% geldt dat een betere eiwitbenutting geen doel op zich is, en nog eens 20% denkt dat een betere eiwitbenutting toch wel aan de orde zal komen omdat het de sector langzaam maar zeker wordt opgelegd. De meeste veehouders, drie op de vijf, zien een betere eiwitbenutting wel zitten en sturen daar ook op, al was het maar dat het ook bedrijfseconomische voordelen biedt.

Voor de melkveebedrijven zijn de melkinkomsten het belangrijkst. Een toeslag is mogelijk als veehouders in bepaalde melkstromen deelnemen. Slecht 12% van de respondenten geeft aan niet in een bepaalde melkstroom te leveren. De helft levert weidemelk en een klein deel zit de levering van AH-melk, PlanetProof of biologisch. Nog eens 28% levert in andere melkstromen, waarvan waarschijnlijk VLOG het leeuwendeel zal zijn. In vrijwel alle melkstromen is weidegang een voorwaarde. De jongste cijfers over 2020 meldden dat vlot meer dan 80% van de bedrijven weidegang toepast. De cijfers uit deze enquête komen daar vrij goed mee overeen.

Om meer zicht op de inkomsten te krijgen, zou een vastgestelde melkprijs over een langere tijd een optie kunnen zijn. In Engeland en Frankrijk worden door melkfabrieken en afnemers soms prijzen voor een half jaar of zelfs een heel jaar afgesproken. In Nederland zitten de veehouders daar nog niet direct op te wachten. Slecht 15% denkt dat het een goed idee is. De overige 85% denkt dat afwijken van de maandelijkse prijzen uiteindelijk melkgeld kost. De boeren hebben liever dat de melkprijs de markt volgt. In het algemeen lijken melkveehouders wel positiever over de melkinkomsten. Bijna 40% denkt dat de melkprijs de komende periode kan verbeteren, waar dat in het vorige kwartaal nog 25% was. Het gros denkt echter nog aan stabilisering van de melkprijs op het huidige niveau.

De visie op het ondernemersklimaat is de laatste, altijd terugkerende vraag. Hoewel het gemiddelde cijfer nog altijd geen voldoende is en uitkomt op een 5,3 is er de laatste tijd toch wel een verbetering te bespeuren. Want in het laatste kwartaal van 2020 was het gemiddelde cijfer een 5,2. En in de daar voor liggende kwartalen daalde, als gevolg van de coronacrisis en het stikstofdebat, met de voorgenomen voermaatregel, het gemiddelde zelfs tot onder een 4. Wat dat betreft lijkt nu het vaarwater wat rustiger.

“Wij melken 110 koeien, maar we stoppen”, zegt Danny (52). “Er is geen opvolger. In het voorjaar komt de nieuwe eigenaar op ons bedrijf, met een vrij jonge stal voor 200 koeien, en 80 hectare aan één blok. Grondgebondenheid is wel de toekomst, vooral voor sociale acceptatie bij de burger. Een vast aantal gve per hectare is controleerbaar, weinig fraudegevoelig en dan kan stikstof- en fosfaatregelgeving weg.” Al besef ik dat het voor intensieve bedrijven uitdagend wordt om genoeg grond te verkrijgen als dat de norm wordt.
“Wij melken nu 120 koeien en dat is prima zo”, zegt Frans Rops (51) in Ysselsteyn (L.). “We molken er op de top 140, maar door fosfaat is dat nu minder. We hebben wat rechten bijgekocht om weer op 120 uit te komen. Dat is voldoende voor ons. Uitbreiden hoeft voor mij niet per se met grond. Dat is ook te duur. We kunnen onze mest kwijt in de buurt. Ik maak mij veel meer zorgen om de opbrengstprijs. De kosten stijgen maar de opbrengsten niet. Dat houdt bijna niemand op den duur vol.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin