Doorgaan naar artikel

‘Boer blijven mogelijk met vof’

Boer blijven mogelijk door oprichten vof

Foto's: Mark Pasveer

In 2012 begon Siebren Sipkema met 40 melkkoeien en in 2019 groeide hij door naar 160 koeien. Hij is geen boerenzoon. Door een vof met een melkveehouder die stopt, was verdubbeling van de veestapel op een nieuwe locatie mogelijk.

In het weidse landschap van Zuidwest-Friesland staat in Workum een relatief nieuwe ligboxenstal uit 2012. Voor Siebren Sipkema een ideale plek om zijn droom van melkveehouder verder voort te zetten. Sipkema deed de mas en vmbo in Oenkerk en werkte veel bij boeren en bij zijn zwager met melkrobots. “Ik was inseminator en hielp ­andere veehouders met het opstarten van hun melkrobots”, zegt Sipkema.

Hij wilde graag een eigen melkveebedrijf en kreeg in 2012 die kans. “In It Heidenskip ging ik in maatschap met een veehouder die 40 koeien molk en een opvolger zocht”, zegt Sipkema, die niet van een boerenbedrijf komt. Hij kocht 10 hectare van de 44 hectare grond en pachtte de bedrijfsgebouwen. In 2015 ging Siebren met zijn vrouw Daniëlle en twee kinderen op dit bedrijf wonen. Het aantal melkkoeien steeg naar 80 en de totale melkplas van 4 naar 8 ton. Met goed management ging de melkproductie per koe van 8.000 liter naar 10.000 liter. “We wilden graag uitbreiden en nieuw bouwen, dat was in It Heidenskip niet mogelijk. In 2018 werden we gebeld door een veehouder in Workum. Hij had gehoord dat we op zoek waren naar een groter melkveebedrijf. Al snel waren we in gesprek”, vertelt Sipkema, die vanwege de mooie locatie en grote huiskavel graag in Workum verder wilde.

Vof maakt groei mogelijk

Om van 80 naar 160 melkkoeien te groeien was 4.000 kilo extra fosfaatrechten nodig. Daarnaast had FrieslandCampina net de ­
‘10 cent-regeling’ ingevoerd ofwel 10 cent korting op te veel geproduceerde melk. “Van 8 ton naar 1,6 miljoen liter melk gaan, zou een korting van € 80.000 betekenen.” Er was een constructie nodig om forse investeringen in fosfaatrechten en korting op de melkproductie te voorkomen. In overleg met de vorige ­eigenaar van het melkveebedrijf in Workum, werd in februari 2019 vof De Polderpleats ­opgericht. “Hiermee konden we afroming van fosfaatrechten voorkomen en ook de 10% korting op geleverde melk aan Friesland­Campina door verdubbeling van de referentie”, legt Sipkema uit. “Anders was het finan­cieel niet haalbaar en ging de bank er niet in mee. Accountant Accon AVM heeft een ­bedrijfsplan gemaakt en alle afspraken van de vof goed op papier gezet.” Sipkema huurt de fosfaatrechten om deze in vijf jaar geleidelijk over te nemen. De melkreferentie van FrieslandCampina ging van 8 ton naar 1,6 miljoen en geldt vijf jaar.

Hoge arbeidsefficiency

Voor een hoge arbeidsefficiëntie heeft Sipkema drie melkrobots ­geïnstalleerd en loopt er een mestrobot. De bemesting en gras- en maisoogst zijn uitbesteed aan een loonwerker. “Het maaien, schudden, harken en grondbewerking van het maisland doen we zelf.” Met installatie van drie melkrobots kwam er ook een optimale routing voor de koeien, een groot strohok voor afkalven en separatieruimte. “De drie robots zijn over de breedte van de nieuwste stal naast elkaar geplaatst, zodat de koeien veel ruimte hebben bij de robots. Zo kan ik ook een aparte vaarzengroep melken.” Om ruimte te winnen in de stal, is een nieuwe melktank buiten geplaatst.

De investering in robots en bijbehorende aanpassingen was € 500.000. Vanwege de grote huiskavel van 60 hectare, is robotmelken goed te combineren met weidegang. “Ook omdat we geen maximale bezetting op de robots hebben. We halen gemiddeld drie melkingen per koe. De weidepremie van 1,5 cent per liter melk is ook mooi meegenomen”, vertelt Sipkema. Er is vrij koeverkeer, de koeien kunnen de hele dag weiden. Door een goede loop op de robots en goed voermanagement, produceert het Friese melkvee­bedrijf nu al 1,7 miljoen kilo melk.

Veestapel op orde brengen

Na samenvoeging van twee verschillende melkveestapels, liep Sipkema tegen gezondheidsproblemen bij zijn vee aan. “Vanwege mycoplasma en klauwproblemen hebben we zeven koeien gedwongen afgevoerd.”

Daarnaast was de gemiddelde productie met 23 liter melk per dag in eerste instantie laag. “In It Heidenskip molken we 33 tot 34 liter per dag, vorige zomer zaten we weer op 30 liter en nu op 37 liter per dag.” Sipkema wijt de opstartproblemen ook aan de droge zomer en het veel te laat insemineren door de vorige eigenaar. “Sommige koeien produceerden bijna geen melk meer. Ik heb 20 vaarzen gekocht om de slecht producerende koeien te vervangen. De BSK steeg daardoor van 40 naar 51.”

Sipkema voert één keer daags met een voermengwagen. ’s Zomers vreet het melkvee vers gras met daarnaast 10 kilo mais per koe per dag en een eiwit- en zetmeelcorrectie. In de winter gaat er ook graskuil in het basisrantsoen. De krachtvoerboxen in de stal zijn verwijderd. Het krachtvoer, maximaal 9 kilo per koe per dag, verstrekt Sipkema alleen in de robots. “Dat zorgt voor meer loop op de robots. Voor de droge koeien wil ik nog wel een krachtvoerbox installeren om ze ­gericht transitiebrok te voeren.”

Door de rotatie met tulpen is er veel graslandvernieuwing. Vorig jaar is 13 hectare nieuw grasland ingezaaid en dat levert veel gras op. “We halen 15 tot 16 ton droge stof per hectare met 950 tot 1.000 VEM en meer dan 200 RE. Op de lichte, vochthoudende ­zavelgrond blijft het gras ondanks de droogte goed groeien. De maisopbrengst was vorig jaar met 45 ton per hectare wel lager.”

Verder optimaliseren

De ondernemende Friese melkveehouder is nog lang niet uitgedacht in het optimaliseren van de bedrijfsvoering. “We krijgen hierbij veel praktisch advies van onze voeradviseur. Het maakt niet uit welke vraag we hebben, hij helpt ons.” In de stal uit 2012 ligt een te hard weidematras. “We hebben 16 ligboxen bijgebouwd met een koematras van CowHouse, die boxen zijn altijd bezet. Daarom wil ik in de toekomst naar comfortabele ligboxen met diepstrooisel met vlas. Mestscheiding en dikke fractie gebruiken, zie ik niet zitten, van­wege extra arbeid en er geen aparte put is voor de dunne fractie.”

Sipkema streeft ook naar hogere vet- en ­eiwitgehaltes in de melk en wil een grote sleufsilo bouwen voor lasagnekuil. Op termijn wil de Friese veehouder al zijn jongvee houden op een locatie 1 kilometer verderop, waar hij nu al 20 vaarzen huisvest. “Dat is gunstig voor de gezondheid van het jongvee.”

Sipkema overweegt beregening van zijn maisland. “De loonwerker kan beregenen, maar we kunnen ook de installatie van de tulpenboer gebruiken.”

Bekijk ook een video van de nieuwe stal

Siebren (36) en Daniëlle Sipkema (26) in Workum (Fr.) melken 160 koeien en houden 56 stuks jongvee. Er is 78 hectare grond in gebruik, waarvan nog 23 hectare pacht van de oude eigenaar. Er is 66 hectare gras (deels natuurgrond), 6 hectare mais en 6 hectare tulpen. Sipkema pacht natuurgrond van het It Fryske Gea in de Workumerwaard en Workumer Mar. Het rollend jaargemiddelde is 10.500 kg melk met 4,24% vet en 3,56% eiwit. FrieslandCampina neemt de melk af. Sipkema zet de arbeid rond met losse krachten, een neef en een vriend.
Strategie: het bedrijf is verdubbeld van 80 naar 160 melkkoeien door het aangaan van een VOF met een veehouder die gestopt is met zijn melkveebedrijf. Als er in de toekomst een opvolger is, wil Sipkema de huidige 2+2+2+1-rijige stal spiegelen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin