Doorgaan naar artikel

Veel veehouders vrezen gevolgen van stikstof voor bedrijf

Door de stikstofperikelen togen boeren massaal naar Den Haag. Velen vrezen dat het niet bij alleen opkopen van stoppende bedrijven blijft.

Door de stikstofperikelen togen boeren massaal naar Den Haag. Velen vrezen dat het niet bij alleen opkopen van stoppende bedrijven blijft.

Bijna alle melkveehouders denken dat de stikstofproblematiek niet eindigt bij het opkopen van stoppende bedrijven. Zeven van de tien melkveehouders verwachten dat de stikstof een bedreiging wordt voor het eigen bedrijf.

Dat grote groepen boeren zich in oktober tot tweemaal toe op het Malieveld verzamelen, is een duidelijk signaal dat ze zich op zijn zachtst gezegd ‘in de hoek’ gezet voelen. De stikstofproblematiek speelt daar een bepalende rol in en is de spreekwoordelijke druppel in de emmer en voor velen reden te ageren tegen het beleid. Uit de enquête van Melkvee100plus klinkt dat ook duidelijk door. Zo denkt 94% van de deelnemers dat de stikstofproblematiek niet eindigt bij het opkopen van stoppende (melk)veebedrijven. Daarbij verwacht 71% zelfs dat stikstof een bedreiging wordt voor het eigen bedrijf.

Belangen

Mede vanwege de stikstofproblematiek heeft de NMV aangekondigd te overwegen uit ZuivelNL te stappen. NMV wil niet op zijn bordje krijgen dat ze bijgedragen hebben aan mogelijke, in de toekomst te maken AVV’s, (algemeenverbindendverklaring) waarvan NMV vermoedt dat die gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld latente stikstofruimte in te nemen.

Een kwart van de veehouders vindt de actie van NMV goed en een derde vindt dat LTO het voorbeeld zou moeten volgen. Ook vindt een kwart dat NMV juist in deze tijden de rijen zou moeten sluiten. Los van het feit of NMV nu wel of niet uit ZuivelNL stapt, krijgt de NMV als organisatie wel waardering met een 6. Daar blijven LTO en ZuivelNL als organisatie wel flink achter met beide een 3,3 als cijfer.

Onduidelijkheid troef

Wat betreft stikstof is het onduidelijk wat er nu precies gaat volgen. Nog een voorbeeld van onduidelijkheid is de beslissing over verlenging van derogatie. Voor de huidige uitvoering, die inging in 2018 en slechts voor twee jaar werd toegekend, kwam het verlossende woord pas in mei 2018. Ook nu dreigt de mogelijke verlenging weer op zich te laten wachten. Voor de deelnemers aan de enquête geeft de helft aan dat het bijna normaal is dat ze langer moeten wachten op een duidelijk besluit. Nog eens 22% maakt het niet zoveel uit. De helft van hen maakt toch al geen gebruik (meer) van derogatie en de andere helft overweegt ervan af te zien. De overige 30% wacht rustig af.

Droogte

Op het erf zelf speelt droogte een rol. In elk ­geval in de hoofden van de veehouders in het Oosten van het land op zandgrond, maar niet in die mate dat het ernstig is voor de voervoorraad. Zo geeft een derde te kennen dat ze zelfs nog voer hebben liggen uit voorgaande jaren. Daarnaast zegt nog eens 47% dat ze genoeg hebben, al houdt het niet over. Een derde jaar droogte op rij gaat echt problemen geven.

Voor een op de vijf boeren leidt de droogte tot ruwvoertekort, waarvan het grootste deel dat heeft opgelost door (extra) snijmais te kopen. Een klein deel draait de krachtvoerkraan verder open om zo ruwvoer te sparen. Met het voer dat nu op het erf ligt, is het echter niet ­nodig om heel hard te voeren. 62% van de veehouders denkt niet meer krachtvoer dan normaal te voeren om de melkomzet van het ­bedrijf op peil te houden.

Alle omstandigheden van het afgelopen kwartaal hebben het sentiment bij de melkveehouders flink doen dalen. Sinds de start van deze driemaandelijkse enquête begin 2018, zweefde het gemiddelde cijfer voor het ondernemersklimaat voor het komende half jaar ­altijd rond een 6, ondanks bijvoorbeeld fosfaatrechten. Blijkbaar kunnen ondernemers daar wel mee leven en op inspelen, aangezien ze dat ook al dertig jaar gedaan hebben onder de melkquotering. Nu geven de deelnemers aan de enquête niet meer dan gemiddeld een schamele 3,8. Het is duidelijk dat de stikstof­perikelen daar een bepalende rol in spelen, aangezien dat de enige grote verandering is geweest in het afgelopen kwartaal.

Joris van Zeelst (23) in Hedel (Gld.) melkt met zijn ouders 200 koeien: “De melkveesector doet al veel op gebied van stikstof. Er zijn veel minder koeien en de efficiëntie is gestegen. We zijn al beperkt door fosfaat. Wij hebben in 2015 nieuw gebouwd en moesten om de stal vol te maken veel fosfaat kopen. Innemen van onze latente stikstofruimte is afpakken van mijn toekomst. Dankzij onze goede tweede tak (recreatie, circa 20.000 bezoekers per jaar) zijn we niet failliet. Bedrijfsopvolgers zijn schaars. Daar mogen ze wel eens zuiniger op zijn.”
Sjoerd Mensonides (40) heeft samen met zijn vader en oom 300 melkkoeien in Cornwerd (Fr.): “Mijn visie op stikstof wisselt met de week, nu er steeds meer info vrijkomt. Wij melken de koeien in een emissiearme proefstal, dus met intern salderen valt niet zo heel veel meer te halen. Als ik wat wil, moet ik extern salderen. Dat kost geld. Ik weet wel dat de sector op slot staat. Bij elke vergunningaanvraag loop je het risico je latente ruimte in te leveren. Dat doet niemand. Maar geen vergunning aanvragen betekent dat de ontwikkeling van de sector stopt.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin