Doorgaan naar artikel

Deze boer weidt niet, maar reduceert wel emissies

Foto: Ruud Ploeg

Foto: Ruud Ploeg

Melkveehouder Rob Boerkamp is niet echt grondgebonden, heeft geen weidegang en derogatie, maar verduurzaamt wel, met een Biogas+ monovergister. Daarmee haalt hij, qua uitstoot, 600 auto’s van de weg.

Waarom Boerkamp ervan overtuigd is dat monovergisting zich gaat bewijzen

De donkergroene silo met grijze, aan één kant iets afgeplatte koepel achter de stallen van VOF Boerkamp in het Overijsselse Olst is al van een afstandje te zien.

“Ik wilde hem zó hebben dat hij het beste past bij het landschap, dus donkergroen van onderen, met een luchtkleurige koepel, maar het lukt niet om de installatie helemaal te laten opgaan in het landschap,” reageert Rob Boerkamp.

8 jaar plannen en praten

Sinds begin juni is de installatie officieel in gebruik en levert die gas rechtstreeks aan het aardgasnetwerk. Het is de kroon op 8 jaar plannen, praten en regelen, want zo lang is Boerkamp al in de weer om een monovergister geplaatst te krijgen.

2 jaar geleden werd hij lid van coöperatie Jumpstart. Toen was het vergunningentraject al vrijwel rond. Jumpstart zorgde ervoor dat de technische en juridische vragen goed werden afgehandeld en dat het financiële plaatje beter rond kwam, want via Jumpstart betaalt FrieslandCampina € 10 per ton CO2-reductie die wordt behaald.

Voor Boerkamps bedrijf met 350 melkkoeien komt het neer op een berekende reductie van 1.200 ton CO2. Dat lijkt een getal waarbij je je als leek weinig bij kunt voorstellen. “Tegen een groepje bezoekende burgers zei ik laatst dat wij hiermee 600 auto’s van de weg halen, waarmee ons dorp qua uitstoot autovrij is. Dan begint het beter te dagen, en zie je ook meteen begrip.”

Profiel

  • Rob Boerkamp (37) werkt in maatschap met zijn vader.
  • Rob is getrouwd met Anne (32). Ze hebben 2 kinderen: Teun (5) en Suus (3). Anne werkt grotendeels buiten het bedrijf.
  • Het bedrijf heeft 2 locaties in Olst (Overijssel): 1 met 350 melkkoeien, 1 met jongvee.
  • Het meeste land ligt dicht bij het bedrijf, maar omdat bijkopen erg moeilijk is in de eigen omgeving, is jaren terug al 50 hectare grond bijgekocht in Drenthe. Dat wordt gebruikt voor de maisteelt.
  • Voor al het werk op het bedrijf maakt Boerkamp gebruik van externe arbeid: 3 Polen voor het melken (in een 2×12 swing-over melkstal) en 4 zzp’ers voor allerlei overige werkzaamheden.

Jumpstart belangrijk voor onderhoudscontract

Overigens was en is de hulp van Jumpstart heel belangrijk voor het verkrijgen van een goedkoper en juridisch goed afgedicht onderhoudscontract.

“Ik betaal nu veel minder dan wat ik zelf aan offertes kreeg voorgelegd en dat met veel minder eigen werk. Ook hoef ik niet, zoals de eerste boeren met een co-vergister, bij een geschil met de fabrikant te vrezen voor de toekomst van mijn bedrijf.”

Niet dat er geschillen zijn. Boerkamp is tevreden over de werking van de installatie en de service. Hij heeft er ook alle vertrouwen in dat hij de berekende reductie gaat halen.

Testen, aanpassen en van elkaar leren

Hoewel de installatie pas een maand officieel levert aan het aardgasnetwerk, draait die al iets langer. Er is eerst uitgebreid getest en ook moest worden gecontroleerd of het geproduceerde gas aan alle eisen voldoet. Biogas kan namelijk niet zomaar in het aardgasnetwerk. Met een speciale filterinstallatie worden eerst allerlei ongewenste stoffen uit het gas gehaald. Op het allerlaatst wordt tenslotte het bekende ‘aardgasluchtje’ toegevoegd.

Tijdens het testen worden eventuele onvolkomenheden en problemen opgespoord. Ook daarna wordt soms nog gesleuteld. In de 2e week van juli werd besloten om de aanzuigleiding, die dikke mest van de overstortkelder naar de vergister moet halen, te vervangen door een versie met een iets grotere diameter.

“We ontdekten dat 150 millimeter eigenlijk te dun is voor dikke mest, dus plaatsten we een leiding van 200 millimeter. Zo zijn er weleens meer dingen die we nog iets aanpassen. Via een app-groep houden we als Jumpstart-leden elkaar daarover op de hoogte. We leren zo veel van elkaar.”

Foto: Ruud Ploeg
Foto: Ruud Ploeg

Regelmatige aanvoer verse mest is een ‘must’

Boerkamp: “Essentieel voor een goede werking van de vergister is dat je een heel regelmatige aanvoer hebt van verse mest. Dat is echt een ‘must’. De samenstelling van het rantsoen maakt veel minder uit. Bij mij zorgt een computer ervoor dat elk uur een paar kuub verse mest in de vergister gaat. Het moet op maat.” “In de overblijvende tijd zorgen de software en een kleppensysteem ervoor dat de mestpomp mest in de navergister brengt of uit de installatie in een put. In de vergister is het zaak een stabiel vergistingsklimaat op te bouwen, via de juiste temperatuur en mix van oude en nieuwe mest.”

Financieel aantrekkelijk?

Al heeft hij alle vertrouwen in het concept van de monovergisting, en ook in de techniek die er nu is, toch denkt Boerkamp dat het financieel nog niet maximaal uitpakt: “Ik heb het gevoel dat we wat te vroeg zijn. Bij veel boeren leeft het klimaat volgens mij nog niet zo, en misschien is het ook in de bredere maatschappij nog niet zo urgent als zou moeten. Ik hoor echter dat de prijs per ton CO2-reductie hard aan het oplopen is. Sommige bedrijven betalen zelfs € 30 of € 40 per ton.” “Intussen doe ik het op dit moment met € 10 per ton. Daarbij verdient FrieslandCampina alle lof dat het 12 jaar garant wil staan voor de afname tegen deze prijs. De komende tijd gaat dit echter stijgen en wordt het voor meer melkveebedrijven financieel aantrekkelijk om in te stappen.”

Medewerkers werken via vaste protocollen

Rob Boerkamp werkt nog in maatschap met zijn vader. “Die werkt mee omdat hij het mooi vind, het hoeft niet meer.” Zijn vrouw springt ook af en toe een beetje bij op de boerderij, maar heeft ook haar eigen baan en is daarnaast vooral actief met de boekhouding.

Veel werk op het bedrijf van Boerkamp wordt gedaan door externe krachten. Daarvan zijn er verschillende. Voor het melken zijn er 3 Poolse medewerkers, waarvan er altijd 2 in Nederland zijn en een op verlof in Polen.

Daarnaast huurt hij een aantal zzp‘ers in, allemaal voor een relatief beperkt aantal uren. “Dat maakt mij minder uitvalgevoelig dan 1 of 2 zzp‘ers met veel uren en geeft hen meer vrijheid om onderling te ruilen.”

Ze werken allemaal volgens vaste protocollen. Ze werken, zowel op het melkveebedrijf als op de locatie met jongvee.

Mestkorrels van vergiste mest

Van hen werken er nog 2 mensen in het bedrijf dat zich richt op de afzet van mestkorrels, die geproduceerd worden van de vergiste mest. Dit bedrijf, dat werkt onder de naam Doso, staat echter los van het melkveebedrijf en de vergister. Voor een deel van de korrelproductie is al een 10-jarig afzetcontract gesloten, een ander deel wil Doso zelf vermarkten. De eerste winst voor Boerkamp is als hij met Doso de afzetkosten van de ‘overmest’ kan wegstrepen, maar de lat ligt hoger.

Jaarrendement van 1,5 cent per kilo melk

Boerkamp heeft een uitgebreide doorrekening vooraf gemaakt en een begroting van wat de vergister hem aan rendement moet opleveren, maar hij kan nog niet zwaaien met jaarreeksen van zwarte cijfers. De installatie is nieuw, de techniek is jong en wordt nog altijd verder geoptimaliseerd. Toch verloopt tot nu toe alles zoals begroot.

‘Ik moet het hebben van lage kosten, efficiënte productie en extra inkomsten uit mest en CO2’

Hij gaat uit van een jaarrendement van ongeveer 1,5 cent per kilo melk. “Vergelijkbaar met het rendement van weidegang. Weidegang heb ik zelf niet, want ik heb onvoldoende grond om het bedrijf. Ook maak ik geen gebruik van de derogatie.”

“Dat heeft voor mij wel het voordeel dat ik meer voer kan maken. We hebben 150 hectare grond, waarvan 70 hectare in gebruik is voor mais, terwijl ik ook 10 hectare luzerne verbouw. Ik moet het voor mijn bedrijf hebben van lage kosten, efficiënte productie en extra inkomsten uit mest en CO2.”

‘Monovergisting zal zich bewijzen’

Monovergisting zal zichzelf gaan bewijzen, ook al wordt het door veel critici al weer als een mislukt concept bij het grof vuil gezet. Dat is de overtuiging van Rob Boerkamp.

Naast melkveehouder is hij vice-voorzitter van coöperatie Jumpstart. Scepsis over monovergisting is er al lang, zoals over vrijwel elk project met mestverwerking. De kritiek zwol de laatste tijd weer sterk aan na het bekend worden van het nieuws dat Pieter Heeg, de eerste melkveehouder met een monovergister, het apparaat inlevert.

En dan was er nog het nieuws dat een groot deel van de Belgische monovergisters niet meer werkt. Boerkamp neemt er kennis van en stelt dat een deel van de kritiek wel een serieuze ondertoon heeft, maar de ontwikkelingen gaan snel. “Een deel van de kritiek klopt, maar het plaatje erbij niet.”

“Veel Belgische vergisters die stil staan, zijn oude Biolectrics,” stelt hij. “Dat was zogezegd versie 0.0. Bovendien draaiden er vele alleen op subsidie. De installatie die eerst bij Heeg stond, was versie 1.0, maar inmiddels is die verbeterd tot versie 2.0 en nu prima werkend.”

‘Goede vergister bij het verkeerde bedrijf’

“Helaas is de bedrijfssituatie bij Heeg sterk veranderd. Het was uiteindelijk een goede vergister bij het verkeerde bedrijf, want te weinig aanvoer van verse mest. Dan kun je hem ook beter wegdoen.”

Boerkamp gelooft echter in het concept, want monovergisting is een effectieve manier om CO2 te reduceren, het is duurzaam, zeker als de verwerkte mest als kunstmestvervanger op het land mag, en het levert rendement op. “Wat we nu moeten doen, is eerst een tijdje rustig doorwerken, resultaten leveren en ondertussen de beloning voor CO2-reductie omhoog zien gaan.”

Er draaien nu 8 monovergisters van Jumpstart.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin