Op de etiketten van de kazen prijkt de Witrik. Boerenkaas is voor een deel emotie en beleving en daar past het beeld van de Witrik volgens Van Oosterhout heel goed bij. “Het geeft extra elan.” Ook de eigen geteelde voeders sluiten naadloos aan; het geeft zekerheid over de herkomst en dat geen GMO-houdende grondstoffen zijn gebruikt. “Onze klanten vertrouwen erop dat we zo duurzaam mogelijk werken.”
De stap naar biologisch lijkt op dit bedrijf daarom klein, maar dat durft hij niet aan. “In de kaasmakerij levert het niks extra’s op. Ik kan de kaas niet duurder maken.” Bovendien teelt hij te graag mais en andere gewassen, en verwacht hij problemen als dat zonder onkruidbestrijding moet. “Voor de melk die we afleveren, is het financieel interessant, maar de risico’s zijn te groot.”
Ruim in het jongvee
De komende jaren blijven de ondernemers streven naar meer Witrikken in de stal. Ook het aantal koeien zal wat toenemen. In de stal is enkele jaren geleden ruimte gemaakt om door te groeien, dus 110 koeien is geen enkel probleem. Fosfaat aankopen gaan ze niet doen; groei komt uit het verminderen van het aantal stuks jongvee.
Met 140 stuks op 95 melkkoeien zit Van Oosterhout ruim in het jongvee. De door de overheid gedwarsboomde groeiambitie speelt daarbij een rol, maar ook het beleid om veel jongvee aan te houden. Hij vindt het handig om maximaal te fokken op Witrik en er is veel vraag naar deze koe en soms een stier. Voor de betere dieren ontvangt hij een bovengemiddeld bedrag. “Met gewoon vee van ons bedrijf, waar geen productieresultaten van bekend zijn, kan ik die prijzen nooit maken.”