Doorgaan naar artikel

Zeven stellingen, vijf deskundigen

Nieuwe regelgeving voor de melkveehouderij gaat voor de sector consequenties hebben maar de individuele impact is sterk bedrijfsafhankelijk.

Nieuwe regelgeving voor de melkveehouderij gaat voor de sector consequenties hebben maar de individuele impact is sterk bedrijfsafhankelijk.

De melkveehouderij is het tijdperk van melkreductie ingetreden en maakt op zich voor fosfaatrechten, met inzet het behoud van derogatie. Vijf deskundigen geven hun visie op de onderwerpen.

De uitwerking en gevolgen van melkreductie en fosfaatrechten voor de sector als geheel en individuele bedrijven moeten nog blijken. Sectordeskundigen denken over de impact van een aantal aspecten hetzelfde, maar er zijn ook verschillen. Ze doen dat aan de hand van zeven stellingen.

De stellingen:
❶ Het melkreductieplan en nieuwe fosfaatwetgeving zijn per definitie slecht voor de Nederlandse kostprijs en concurrentiepositie.
❷ Idem voor het verlies van derogatie.
❸ Vooral grote melkveebedrijven gaan de gevolgen ondervinden van de fosfaatmaatregelen.
❹ Het verschil in impact wordt gemaakt door de mate van visie door de ondernemer.
❺ Fosfaatrechten zorgen er opnieuw voor dat veel geld de sector uitstroomt en maakt de sector in totaal ‘armer’.
❻ De sector moet een sturingsmechanisme krijgen om de kosten voor fosfaatrechten in de hand te houden.
❼ Afschaffing van het melkquotum pakt uiteindelijk slechter uit dan behoud ervan.

Klaas de Jong, Agro Advies

❶ Ja en nee. Ja, elke opgelegde beperking leidt tot extra kosten en administratieve lasten. En nee, als dit ervoor zorgt dat derogatie behouden blijft. Verlies van derogatie kost meer. De afspraak die Nederland indertijd met Europa heeft gemaakt over de maximale fosfaatproductie was in feite al de eerste aanzet voor een fosfaatquotum. De gevolgen daarvan ondervinden we nu.

❷ De prijs van de landbouwgrond draagt bij aan de relatief hoge kostprijs voor de Nederlandse melkveehouder. Verlies van derogatie betekent dat per hectare minder kan worden bemest en dat een duur productiemiddel als grond nog minder efficiënt benut kan worden. Dit kost geld.

❸ Het zijn vooral de groeiende bedrijven die de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in uitbreiding van stalcapaciteit en of grond en qua melkkoeien nog niet op sterkte zijn, die de gevolgen ondervinden. Zij hebben wel de financiële verplichtingen maar nog onvoldoende omzet / onvoldoende fosfaatreferentie.

❹ Ondernemers met een visie en daar ook naar handelen, zullen sneller inspelen op veranderende omstandigheden.

❺ Het is en blijft een kwestie van vraag en aanbod. Elke stoppende boer onttrekt geld aan de sector. Dit betekent echter niet dat er minder geproduceerd wordt in de sector. Bovendien zal een investering, of dit nu in productierechten grond of stenen is, rendement op moeten leveren. Met de komst van fosfaatrechten zal de prijs voor grond wel wat meer onder druk komen te staan.

❻ Laat de markt maar sturen, de soep wordt niet zo heet gegeten als die is opgediend. Een beperkte vorm van sturing voor knelgevallen is echter wel wenselijk.

❼ Achteraf bekeken wel. Veel ondernemers hebben met het zicht op uitbreiding zonder quotumkosten fors extra geïnvesteerd met de daarbij behorende financiële verplichtingen tot gevolg. De Nederlandse melkveehouder heeft in het verleden bewezen goed te kunnen reageren op aanpassingen in de wetgeving en zal dat ook nu weer doen. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat nu ook weer gebeurd.

Herrold Lammertink, DLV Advies

❶ Iedere liter melk die niet gemolken wordt, levert geen bijdrage aan het BNP. De vooruitzichten voor de zuivel zijn nog altijd positief dus die liters worden wel op een andere plek in de wereld gemolken. Door de maatregelen benutten we niet de potentie van de veehouderij, zoals stallen die deels leeg staan. Dat is per definitie slecht voor de kostprijs en concurrentiepositie. Ook heeft het gevolgen voor de innovatiekracht van de sector. Ik ben bang dat de ondernemersdrive afneemt, en juist die is nodig voor vernieuwing.

❷ Voor Nederland als totaal zijn we het beste af met behoud van derogatie. Toch zien we dat een deel van de intensieve melkveebedrijven heel goed kan ondernemen zonder. Ze zullen in een situatie zonder derogatie maximaal mais telen met hoge drogestofopbrengsten.

❸ Dat kun je zo niet zeggen. De grootste impact is bij sterke groeiers die in juli 2015 de plannen nog niet gerealiseerd hebben. Daar zullen ook wel grote bedrijven bij zitten, maar niet per se. Andersom denk ik dat grote bedrijven met ondernemers te maken hebben die creatief zijn in het oplossen van problemen en ook de mogelijkheden hebben, zoals afstoten van jongvee.

❹ Het is deels visie, maar deels ook geluk. Je kunt nog zoveel visie hebben, maar daar heb je niets aan als de spelregels halverwege het spel worden veranderd.

❺ Er gaat zeker geld de sector uitstromen. Dat is jammer want dat gaat ten koste van innovatie en ontwikkeling van bedrijven die blijven. Binnen de fosfaatrechtensystematiek zoals voorgesteld, is het wel nodig dat er ook bedrijven stoppen, zodat de blijvers ontwikkelingsruimte overhouden.

❻ Nee, laat de markt van vraag en aanbod het maar bepalen. In die markt zal een evenwicht ontstaan wat bedrijven nog kunnen betalen, op dezelfde manier als destijds met het melkquotum. Dat zal gebaseerd zijn op de capaciteiten van de sterkste bedrijven.

❼ Ik denk het niet. Er wordt nu echt ondernemerschap gevraagd van melkveehouders. Een deel ervan zal zeker zijn weg hierin vinden. De sector wordt volwassen en dat is voor de blijvers alleen maar goed. Het is wel jammer dat de huidige maatregelen na twee magere jaren komen. Ook dit jaar kan geen van de bedrijven maximaal profiteren van een hogere melkprijs.

Kees Romijn, vakgroep LTO

❶ Elke beperking kost geld. Maar op veel bedrijven leveren de laatste koeien nauwelijks nog marge op en zal de consequentie beperkt zijn. Voor Nederland is het belangrijk dat aan de onzekere periode een einde is gekomen en ondernemers weer plannen voor de toekomst kunnen maken.

❷ Volmondig ja, het is goed voor het milieu, bodemvruchtbaarheid en portemonnee van de melkveehouder. Maar het is wel goed te beseffen dat derogatie een tijdelijke uitzonderingspositie is. Bij andere milieuwetgeving, andere meststromen en kunstmestvervangers ontstaat een andere situatie waarbij misschien geen derogatie meer nodig is.

❸ Het is eerder andersom: bedrijven aan – met alle respect – de onderkant ondervinden de meest negatieve gevolgen van nieuwe regelgeving. Dat is altijd al zo geweest. Grote bedrijven hebben de slagkracht zich aan te passen aan nieuwe situaties.

❹ Goed ondernemerschap is op alle facetten binnen je bedrijf vakman zijn. De huidige situatie vinden mensen lastig en ingewikkeld. Maar ondernemers die tegen een stootje kunnen, goed rekenen en plannen maken, gaan er goed uitkomen. Dat gaat het verschil maken de komende jaren.

❺ De sector krijgt de rechten voor niets, dus armer worden we er niet van. En zonder rechten was wel een andere productiefactor beperkend geworden, wat ook bij stoppende boeren terecht zou komen. De Nederlandse melkveehouderij kan niet zonder beperking en dat kost per definitie geld.

❻ Ik denk het niet. Als we in de EU kijken naar landen die meer beperkingen hebben gehad bij quotumoverdracht, staat de veehouderij er zeker niet beter voor dan in Nederland. Voor de toekomst is belangrijk dat melkveehouders een stip op de horizon plaatsen waar ze de komende jaren naartoe willen. Niet de prijs van rechten, maar de voorwaarden voor bedrijfsontwikkeling, zoals de geschiktheid van de locatie, moeten sturend zijn.

❼ De afschaffing van het quotum heeft voor meer omzet en sterke bedrijfsontwikkeling gezorgd. Dat is positief. Maar we moeten reëel zijn dat de sector niet zonder begrenzing kan. We hebben voor de extra gegeven productieruimte geen ‘wat als’-scenario vastgelegd. Hadden we dat wel gedaan, dan hadden we deze twee jaar niet nodig gehad. Dat had in samenspraak me alle partijen moeten gebeuren.

Pierre Berntsen, ABN Amro

❶ Het is kiezen uit twee kwaden. Fosfaatrechten verhogen inderdaad de kostprijs en zijn een money drain voor de melkveehouderij. Gebleken is echter dat de sector niet zonder een vorm van beperking kan. Gevolg is wel dat een deel van de investeringen van melkveehouders niet naar bedrijfsontwikkeling en verduurzaming gaat maar naar fosfaatrechten. Het melkreductieplan is niks minder dan voorsorteren op fosfaatrechten, nodig omdat de wetgeving pas in 2018 van kracht wordt en we derogatie nodig hebben.

❷ De impact is veel groter dan die van fosfaatrechten. Misschien niet op alle bedrijven maar voor de sector als geheel en voor Nederland wel. Daarbij, de derogatie doet gewoon recht aan de hoge opbrengsten van de Nederlandse landbouwgronden.

❸ Oneens. Vooral knelgevallen en bedrijven die in de toekomst willen groeien gaan de gevolgen ondervinden.

❹ Een visie hebben is slechts een begin. Aan de hand daarvan formuleer je een doel dat haalbaar is in jouw omstandigheden en een strategie om het doel te bereiken. Maar geluk speelt zeker ook een rol, bijvoorbeeld als je bij het uitvoeren van je strategie nog op het streefaantal koeien zat op de peildatum.

❺ Dat klopt, maar ook bedrijfsontwikkeling wordt anders. Om te groeien heb je behalve kapitaal voor grond en gebouwen nu ook kapitaal voor rechten nodig. Op bedrijven die niet groeien hebben fosfaatrechten alleen indirecte invloed. Bijvoorbeeld doordat de kosten van mestafzet, pacht of grond minder worden aangejaagd door groeiers.

❻ Idealiter blijft de prijs van fosfaatrechten heel laag, dan stroomt er immers minder geld uit de sector. De rechten worden waarschijnlijk vrij verhandelbaar, dus de markt zal haar werk gaan doen. Hoe houd je dan de prijs in de hand. Anderzijds, hoge prijzen zijn ook weer een teken van vertrouwen en ambitie.

❼ Dit is een theoretische stelling. Afschaffing van melkquotum was een Europees besluit en mede een gevolg van de afbouw van marktregulering. Het had te maken met de productie van en markt voor zuivel. Dat is een heel andere dynamiek dan die van nitraat, fosfaat en de Nederlandse milieusituatie.

Rick Hoksbergen, Alfa Accountants

❶ Voor de concurrentiepositie en kostprijs voor Nederland als geheel is het slecht. Verlagen van de productie bij dezelfde vaste kosten is altijd kostprijsverhogend. De impact op individuele bedrijven is sterk bedrijfsafhankelijk. Ik zie wel dat er genoeg mogelijkheden zijn om binnen het fosfaatquotum te optimaliseren. Over twee, drie jaar kan de melkproductie op hetzelfde niveau als nu zitten.

❷ Daarvoor geldt hetzelfde; het heeft vooral gevolgen voor de mestmarkt. Door meer mestafzet (kuubs) en hogere prijzen, stijgen de mestafzetkosten. Dit geeft een hogere kostprijs per kilo melk. Bovendien zal de hoeveelheid en prijs voor afzet naar de akkerbouw meer afhankelijk zijn van factoren zoals bijvoorbeeld het weer.

❸ Er zijn genoeg bedrijven met 300 koeien die er nauwelijks last van hebben. Natuurlijk gaat een paar procent krimpen op deze bedrijven wel gelijk over grote aantallen. Het gaat vooral om de stevige groeiers die de nadelen ondervinden.

❹ Visie is altijd belangrijk voor ondernemers, maar bij dit onderwerp is het ook een kwestie van geluk of pech. Je zult maar de visie hebben gehad om omwille van een hoge gezondheid alleen eigen aanfok te doen en gestaag te groeien. Het kan een goede visie zijn, maar nu verkeerd uitpakken. Belangrijker is om een visie te hebben op de toekomst en ontwikkelingsplan te maken voor de lange termijn.

❺ Er stroomt geld de sector uit, dat is een feit. De economische impact voor de sector is er zeker, maar zal per regio verschillen. De financiering heeft een keer het maximum bereikt. Als te veel financiering nodig is voor fosfaatrechten wordt grond goedkoper. Maar andere sectoren – zoals akkerbouw of fruitteelt – kunnen de grondprijs op peil houden. Uiteindelijk bepaalt de capaciteit van de sterkste bedrijven de prijs. De prijs voor fosfaatrechten zal ook afhangen van de aflossingstermijn die banken hanteren.

❻ Dat is niet wenselijk omdat bij elke vorming van sturing er keuzes gemaakt moeten worden die voor een bepaalde groep goed of slecht kan uitpakken. Het wordt dan een politieke discussie. Laat de markt zijn werk maar doen. Er zal vanzelf een maximumprijs ontstaan.

❼ Met het systeem met fosfaatrechten heeft een ondernemer meer ruimte om het eigen manier in te vullen. Het probleem is de periode dat er niks was. Was de periode van melkquotum vloeiend overgegaan in de fosfaatrechten, dan was er nu niets aan de hand geweest.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin