Doorgaan naar artikel

Waarom wordt er eigenlijk maïs geteeld?

Vanaf de introductie in de jaren 70 van de vorige eeuw heeft het areaal maïs een grote vlucht genomen. Hoewel deze oppervlakte door GLB-maatregelen en wetgeving (derogatie) de laatste jaren onder druk staat, is het na gras met afstand het belangrijkste ruwvoedergewas.

Maïsteelt vraagt weinig werk

Daar waar er voor de teelt van gras veel meer machine- en arbeidsuren ingezet moeten worden, blijft dit voor de teelt van maïs beperkt. Vaak wordt de bemesting, zaai en oogst van maïs uitbesteed aan de loonwerker. Hierdoor hoeft er door de veehouder niet geïnvesteerd te worden in de benodigde machines en kan de tijd gebruikt worden voor de verzorging van het vee of voor de grasteelt.

Maïs gaat efficiënt met water om

Maïs heeft een betere waterbenutting omdat het een zogenaamde C4-plant betreft ten opzichte van bijvoorbeeld granen als C3-plant. Een maïsgewas verbruikt in vergelijking met granen, maar ook ten opzichte van gras, minder water voor verdamping. Tegelijkertijd is het door de diepere beworteling in staat om gedurende een droogteperiode langer vitaal te blijven en droge stof te produceren. Een voldoende kaliumvoorziening geeft hier, door verhoging van de osmotische druk, nog eens een belangrijke positieve impuls aan.

Maïs is in staat om, afhankelijk van regio, bodemvruchtbaarheid en grondsoort, tijdens de groeiperiode met een waterverbruik van gemiddeld 350 liter water per kilogram droge stof een opbrengst van gemiddeld 18 ton droge stof per hectare te produceren. Bij gras is dat al gauw 700 liter water per kilogram droge stof bij een opbrengst van gemiddeld 10 ton droge stof per hectare.

Maïs heeft een lage stikstof input

Voor een goede maïsopbrengst is een input/behoefte van 180-200 kg stikstof per hectare benodigd. Deze behoefte mag, als gevolg van de mestwetgeving, maar ten dele worden gegeven via de organische bemesting. De overige benodigde stikstof moet middels mineralisatie beschikbaar komen en/of aangevuld worden met aangekochte kunstmeststikstof. Om een goede grasproductie te kunnen realiseren is gedurende het gehele groeiseizoen al gauw 350 kg stikstof per hectare benodigd. Er zal dus, in vergelijking met maïs, meer kunstmeststikstof aangekocht moeten worden om de opbrengst te halen in zowel droge stof alsook in ruw eiwit.

Maïs levert een hoge droge stofproductie per hectare

Maïs kent, van alle inheemse teelten, de hoogste dagelijkse groei. Maïs realiseert veel hogere droge stofopbrengsten dan gras. Dit verschil wordt nog eens groter naarmate de grondsoort droogtegevoeliger is.  Verschillen in de praktijk tussen de 5 en 10 ton droge stof per hectare tussen gras en maïs zijn niet uitzonderlijk. Maïsrassenlijsten laten zien dat de genetische potentie boven de 20 ton droge stof per hectare ligt. De uitdaging voor de praktijk is om dit zo goed mogelijk te benaderen door optimalisatie van teeltmanagement. Denk hierbij aan de aanvullende kaliumbemesting, bekalken voor een goede pH en behoud van bodemvruchtbaarheid door bijvoorbeeld grasonderzaai, gras-/maïs bouwplantrotatie of het gebruik van compost.

Maïs levert (glucogene) energie

In gras zit hoofdzakelijk eiwit. In maïs, naast onder andere eiwit, ook zetmeel. Zonder kolf stond er in heel Nederland geen hectare maïs. Het is dan ook meer dan terecht dat de korrelopbrengst als eerste genoemd wordt bij de rassenkeuze. Meer korrel levert meer zetmeelopbrengst en meer droge stofopbrengst. De keuze voor meer of minder energieconcentratie kan op voorhand gemaakt worden door een gerichte rassenkeuze of tijdens het groeiseizoen (afhankelijk van de groeiomstandigheden en de ruwvoerpositie) door managementmaatregelen zoals hoger hakselen of oogst als CCM of MKS. Bovendien is zetmeel ook nog eens voor bijna 100% verteerbaar en levert zetmeel glucogene energie.

Daarom wordt er maïs geteeld

Door veredeling worden moderne maïsrassen steeds vroeger. Met name selectie op vroegheid van de korrel maakt dat steeds meer rassen geschikt zijn om te telen onder Nederlandse omstandigheden. Natuurlijk hebben (wisselende) weersomstandigheden invloed op het slagen van de teelt. Maar gemiddeld over meerdere jaren bekeken is de teelt van maïs zeer succesvol!

Al meer dan 160 jaar veredelt KWS gewassen waaronder maïs, in de gematigde klimaatzones. Maïs is wereldwijd het meest geteelde gewas en heeft een belangrijke positie in het productassortiment van KWS.

KWS Benelux is als onafhankelijk kweekbedrijf marktleider in de Benelux in maïszaden.

De doelstelling is om iedere maïsteler te voorzien van toegevoegde waarde op het landbouwbedrijf in de vorm van goede, op het bedrijf passende, maïsrassen en een professionele teeltbegeleiding. Met trots, passie en de ervaring die is opgedaan in de landbouwpraktijk werken de medewerkers van KWS Benelux dagelijks aan het behalen van deze doelstelling.

KWS hanteert in de Benelux al meer dan 20 jaar een duidelijke visie die volledig conform is aan de goede landbouwpraktijk. Deze visie is gebaseerd op duurzaamheid, vertrouwen en degelijkheid. KWS streeft, op basis van een uitgebreid veredelingsprogramma, naar het hoogst haalbare saldo voor de teelt van voedermaïs.

Meer over KWS

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin