Mengkwaliteit als vereiste
Een goede mengkwaliteit was voor Groot Roessink een belangrijke factor voor een nieuw voersysteem. “Hier hadden wij nog wel enige zorgen over” geeft hij toe. “De Vector werkt met één vijzel op een laag toerental. We hebben vooraf andere bedrijven gevraagd naar hun ervaringen en die waren positief”, verklaart Ton. Met vertrouwen zijn ze opgestart met de Vector. “Met onze voeradviseur hebben we de mengkwaliteit op meerdere momenten en plaatsen gemeten met een schudbox. Dit zag er overal langs het voerhek goed uit”, geeft hij tevreden aan.
“Het is een andere manier van werken”, merkt de veehouder. “De koeien krijgen nu meerdere malen per dag kleine porties aangeboden. De Vector meet de voersoorten nauwkeurig af en mengt ze in de juiste volgorde, waardoor we gericht kunnen voeren”, legt hij uit. “Na de opstart heeft de adviseur van het Lely Center in samenwerking met onze voeradviseur de instellingen, zoals de laadvolgorde en de mengtijd, verder geoptimaliseerd.” Groot Roessink monitort de kwaliteit van het voer regelmatig: “Bij een verandering in het rantsoen controleren we samen met de voeradviseur de kwaliteit van het voer met behulp van de schudbox. Wanneer nodig kunnen we makkelijk bijsturen.”
Lactatiewaarde vaarzen gestegen
Op het bedrijf worden de koeien drie keer daags gemolken. “Na de ochtendmelking gaan de koeien naar buiten, tenzij het heel warm is dan lopen ze ’s nachts buiten”, vertelt Groot Roessink. De veehouders voeren vijf verschillende rantsoenen voor de melkkoeien, droge koeien en het jongvee. Met name rond de melkingen is de voeropname hoog ziet de veehouder. “De Vector houdt zelf in de gaten hoeveel voer er voor het hek ligt als hij zijn aanschuifronde doet en voert bij waar nodig. Hierdoor hebben de koeien altijd vers voer ter beschikking”, legt Ton uit. “We zien aan de lactatiewaarde dat de vaarzen nu beter meekomen, deze is inmiddels gestegen naar 104-105”, vertelt hij tevreden.