Doorgaan naar artikel

Integraal bedrijfsplan

De euro kan maar één keer worden uitgegeven. Waarin moeten melkveebedrijven investeren? Fosfaatrechten, grond, asbestsanering, nieuwe machines, of bovengenoemde klimaat- en energiemaatregelen? Hiervoor is een integraal bedrijfsplan met visie nodig.

De laatste fase van het fosfaatreductieplan is aangebroken, en per 1 januari worden de fosfaatrechten heel waarschijnlijk ingevoerd. Hopelijk zet de onverwachte groei van de veestapel, die zeer onlangs aan het licht kwam, niet door. Dit type van calculerend ondernemerschap, waarin wordt vooruitgelopen op de bedrijfssituatie van volgend jaar, of waar melkveehouders nog even willen profiteren van de hoge melkprijs, kan aardig roet in het derogatie-eten gooien. De finish is in zicht met de fosfaatreductie. En de vooruitzichten voor een nieuwe ­derogatieverlening zijn goed, maar deze is nog niet ­definitief binnen.

Het gaat niet alleen om behoud van derogatie. Grondgebondenheid wordt steeds belangrijker, mogelijk moet nog een asbestdak van een oude stal worden vervangen, speelt er een bedrijfsovername, of moet het machinepark onderhouden worden. Dan heb ik het nog niet over de uitdagingen uit het regeer­akkoord Vertrouwen in de toekomst. De partijen hebben gekozen voor ondernemerschap binnen groene kaders. Een hoofdstuk wordt gewijd aan die groene kaders; de verduurzaming van Nederland. Voor de melkveehouderij gaat het dan vooral om klimaat en energie. Het klimaatverdrag van Parijs, dat de mondiale temperatuurstijging onder de 2 graden moet houden, krijgt een belangrijke plaats in het ­beleid. In 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen met 49% zijn gedaald ten opzichte van 1990. Dit betekent een flinke additionele reductie. Voor de melkveehouderij is de komende 4 jaar 1 Mton minder methaanuitstoot ingerekend en een bijdrage in de 1,5 Mton door slimmer landgebruik. Dit lijken al grote uitdagingen, maar ik ben bang dat het nog niet voldoende is om de ambities voor 2030 te realiseren. Er zal de komende 5 tot 10 jaar nog wel een aanscherping overheen komen. Mogelijke maatregelen volgens een recent PBL-rapport zijn productie van groen gas, ­methaanoxidatie en monovergisting van mest, maar ook levensduurverlenging en rantsoenoptimalisatie van melkvee, en precisiebemesting. Slimmer land­gebruik omvat onder andere drainage en vernatting veenweide en koolstofvastlegging in landbouwgrond.

Zijn dit nu kansen of bedreigingen? Ik zie ze als kansen. Dit lijkt me hét moment om te werken aan ons maatschappelijk draagvlak en nieuwe exportkansen te creëren. We hebben samen met overheden en kennisinstellingen, een collectief innovatieprogramma nodig om bovenstaande maatregelen nader uit te werken en toepasbaar te maken op onze bedrijven. Aangezien ­afnemers in de zuivelketen in binnen- en buitenland nu al vaker vragen om ‘Parijs’, kunnen we tegelijk investeren in een betere marktgerichtheid, maatschappelijk draagvlak en kwaliteit van onze bedrijven, dus in échte duurzaamheid.

De euro kan maar één keer worden uitgegeven. Waarin moeten melkveebedrijven investeren? Fosfaatrechten, grond, asbestsanering, nieuwe machines, of bovengenoemde klimaat- en energiemaatregelen? Hiervoor is een integraal bedrijfsplan met visie nodig. Langetermijnrendement en maatschappelijke acceptatie zijn belangrijkere criteria dan de huidige ruimte in de financiering! Niet alle melkveebedrijven zullen deze slag willen en kunnen maken, maar wel diegene die in de toekomst willen overleven. Geen emotie dus, maar goede onderbouwing.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin