Doorgaan naar artikel

BTW-regeling blijft interessant

BTW-regeling blijft interessant

BTW-regeling blijft interessant

Rondom de grote bouwhausse zijn veel melkveebedrijven in de BTW-regeling gestapt. Ook voor bedrijven die nu minder investeren pakt de regeling meestal gunstig uit. Terug naar de Landbouwregeling is daarom niet nodig.

Een groot deel van de grotere melkveehouders zit in de BTW-regeling. Dat betekent dat ze BTW van uitgaven terugkrijgen en moeten betalen over omzetten. Zeker na het doen van grote investeringen zoals nieuwbouw of aanschaf van machines is dat interessant. Dat roept de vraag op wat melkveehouders die de afgelopen jaren ten tijde van bedrijfsontwikkeling in de BTW-regeling zijn gestapt het beste kunnen doen: in de regeling blijven of terug naar de Landbouwregeling?

Voor Robin Nijhuis, fiscaal specialist bij Flynth, is dat helder. “Voor de meeste ondernemers blijft de BTW-regeling het meest interessant. Met name grote melkveebedrijven blijven investeren, ook al hebben ze een nieuwe stal gebouwd.” Hij stelt dat alleen bedrijven die al jaren niks investeren of gaan stoppen voordeel van de Landbouwregeling hebben.

Het voordeel van de Landbouwregeling is groter op bedrijven met weinig machines en weinig loonwerkkosten. “Het is altijd een individuele rekensom of de BTW-regeling wel of niet interessant is. Het is de combinatie van de ‘going concern’-kosten en opbrengsten en het investeringspatroon van het bedrijf.” Op voorhand is daarom geen algemeen omslagpunt aan te geven. De accountant heeft daarvoor een rekentool ontwikkeld.

Naast de balans tussen betalen en ontvangen van BTW hebben deelnemers aan de BTW-regeling ook te maken met extra kosten. De accountant moet vier keer per jaar BTW-aangifte doen. Dat vraagt meer administratie van de ondernemer, wat ook meer tijd kost. Dat maakt een bepaalde omvang nodig is om te profiteren van de BTW-regeling.

Omslachtpunt dichterbij

Het omslagpunt voor het type regeling ligt nu een stuk dichterbij de BTW-regeling, aldus Nijhuis. Gangbare opbrengsten van een bedrijf vallen namelijk onder het lage BTW-tarief van 6%. Enkele jaren geleden is het hoge tarief verhoogd van 19 naar 21%. Bovendien vallen meer aankopen dan vroeger onder het hoge tarief. Dat zijn met name kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, kosten voor machines en onderhoud en investeringen in machines en gebouwen.

Terugschakelen naar de Landbouwregeling is in een aantal gevallen ook niet mogelijk. Wettelijk mag pas vijf jaar na het gebruik maken van de BTW-regeling, veelal gestart na investeringen in gebouwen of machines, overgestapt worden op de Landbouwregeling. Hier is het overigens wel oppassen geblazen. Voor gebouwen geldt namelijk dat voor een periode van tien jaar teveel afgetrokken BTW terugbetaald moet worden. Dat gebeurt op basis van de zogenaamde herzieningsregels.

Meer voordelen

Meedoen met de BTW-regeling heeft voordelen als er meer omzetbelasting wordt teruggevorderd dan betaaldBTW uitgekeerd. Verder kan een melkveehouder in de BTW-regeling die producten of diensten koopt van een ondernemer uit de Landbouwregeling, 5,4% van de aangifte terugvragen. Daarvoor moet de tegenpartij een zogenoemde landbouwverklaring afgeven.

Bij overgang naar de BTW-regeling kan ook de omzetbelasting van aanwezige voorraden worden teruggevraagd. Dat geldt voor aangekochte producten, maar ook zelf geteelde voeders en gefokt jongvee. Dat laatste is onlangs door de rechtbank bevestigd.

Van investeringen die onder de Landbouwregeling zijn gedaan kan toch een deel BTW worden teruggevorderd bij overgang naar de BTW-regeling. Voor onroerend goed is de herzieningstermijn 10 jaar, voor machines 5 jaar.

Jaarlijks voordeel €9.200

Melkveehouder Gerard Hakkert (37) in Tricht (Gld.) zit al zo lang in de BTW-regeling dat hij niet meer weet wanneer hij ermee begon. “We investeren regelmatig en dan is het eigenlijk altijd interessant. In perioden dat we niet investeren ga ik niet voor 1 of 2 jaar terug in de Landbouwregeling.” Hij schat dat hij gemiddeld zo’n €4.000 tot €5.000 per jaar voordeel heeft.
In 2012 bouwde de ondernemer een nieuwe ligboxenstal voor de huidige 150 melkkoeien. “Toen was het echt gigantisch wat we terugkregen.” Het is wel een keer besproken met de boekhouder om nadien misschien te stoppen met de BTW-regeling, maar heeft dat niet gedaan. “We blijven over de jaren heen toch wel investeren, ook al staat er een nieuwe stal. We hebben net een nieuwe kuilplaat gelegd en ook een andere kuilplaat willen we gaan renoveren. Maar eerst moet de melkprijs wat omhoog.”
Echte nadelen ervaart hij niet van de BTW-regeling; de extra administratie en de kosten daarvoor vallen mee. “Dat is wel te overzien, zeker gezien de voordelen die het oplevert.” BTW is één van de factoren die het investeringsritme bepaalt. “Het is niet de belangrijkste, maar ik houd er wel rekening mee.”
Samen met zijn vrouw Janine heeft Hakkert een tweede tak waarmee ze een vergaderruimte bovenin de stal verhuren. Daar werkt het net andersom als bij de koeien: de meeste inkoop gaat aan 6% terwijl hij voor 21% factureert. “Het gaat nog niet om zulke grote bedragen maar we gaan wel kijken of het interessant is een andere bedrijfsvorm te kiezen waardoor we dat BTW-nadeel niet hebben.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin