Doorgaan naar artikel

‘Goed verdienen in melkveehouderij’

De Litouwers Kestutis en Ingrida Palciauskas hebben een kostprijs lager dan 25 cent per kilo melk. Ze investeren nu in het drukken van de arbeidskosten.

Melkveehouderij is een business waarin goed te verdienen is”, stelt Kestutis Palciauskas. Dat hij geld verdient, stralen zijn bedrijf en woning wel uit. Alles zit strak in de verf, rondom de stallen ligt een zee van betonverharding en geen van de trekkers is ouder dan vijf jaar. De woning is ook niet bepaald sobertjes ingericht. Het vee blaakt van gezondheid. Het enige minpuntje is de bevuiling van de ligboxen. Dat ziet de vakman ook: “Dat staat me niet aan. Zo nat als de herfst dit jaar is, heb ik nog niet eerder meegemaakt. We weiden normaal 20 uur per dag van april tot eind november, nu hebben we ze noodgedwongen al op 3 oktober moeten opstallen en zijn ze ineens op winterrantsoen gegaan. De koeien zijn nu, enkele dagen later, nog dun op de mest van het najaarsgras. Over een week ken je het hier niet weer.”

Goedkope start

De Litouwer kreeg in 1994 van zijn grootouders 21 hectare grasland. Daarop startte hij met enkele koeien en breidde gestaag uit, meestal volledig vanuit de cashflow. Alleen bij de bouw van een nieuwe ligboxenstal moest hij in 2005 een ton lenen van de bank, af te lossen in vijf jaar bij een rente van 7%. Door de hoge EU-subsidies, rond 30% op investeringen die de bedrijfsstructuur verbeteren, was die lening in 2007 afgelost.

Nu heeft hij 240 hectare in eigendom, melkt krap 150 koeien en is vrij van financiering. De laatste hand wordt gelegd aan de bouw van een jongveestal met 120 plaatsen, zodat het gesleep van vee tussen twee aangrenzende locaties dit jaar eindigt. “We investeren nu vooral in makkelijker en efficiënter werken. Voeren op twee locaties vreet tijd en geld”, zegt zijn vrouw Ingrida.

Arbeid nog weinig efficient

De nadruk op verbetering van de arbeidsefficiëntie klinkt vreemd. De lonen in dit voormalige oostblokland liggen immers ver onder die in West-Europa. De ondernemers hebben vijf mensen fulltime, dus voor 45 uur per week, op de loonlijst staan, waarvan drie melkers en twee allround-medewerkers. De totale loonsom blijft echter onder de € 6.500 per maand. “De lonen stijgen snel”, zegt Ingrida. “Veel Litouwers zijn naar Duitsland en de Scandinavische landen vertrokken.” Het vinden van melkers wordt moeilijker, merkt ze. De generatie die nog op de sovchozen werkte, gaat nu met pensioen en er is weinig instroom in de landbouw. “De kennis en vaardigheden verdwijnen. Daarom investeren we in het verminderen van de arbeidsbehoefte.”

De nieuwe jongveestal is daarvan een duidelijke exponent. De vervanging van de voermengwagen door een voerrobot, die in december geplaatst wordt, is de tweede stap die veel arbeid moet gaan besparen. Daarna ligt een aanpak van het melken voor de hand. Twee keer daags 150 koeien door een 2×5 visgraat jagen, vraagt inclusief reinigen van de melkstal toch al snel zes uur per dag. Opschalen naar een 2×14 komt dan snel in beeld, of investeren in melkrobots. “Een grotere melkstal is duur omdat we dan ook bouwkundig zaken moeten aanpakken. Dat is niet terug te verdienen door lagere arbeidskosten.” En melkrobots dan? “Twee melkrobots is te weinig voor ons aantal koeien, een derde wordt bij onze omvang voor minder dan de helft van zijn capaciteit benut. We dubben daar nog over, want een overstap op robots betekent weer bedrijfuitbreiding.”

Investeringen doorgerekend

Ingrida ziet daarom voor de korte termijn meer in productieverhoging dan in aanpassing van het melkproces. “Met onze Holsteins moeten we makkelijk richting 8.000 kilo melk per koe per jaar kunnen door meer krachtvoer te verstrekken.” Het krachtvoerverbruik, inclusief granen, is met 6 kilo per koe per dag ook niet echt hoog. Door dat te verhogen, zijn goedkoop meer kilo’s te melken.

Door het lage krachtvoer- en kunstmestgebruik -20 ton kalkammon per jaar- en de afwezigheid van financiering zijn de directe kosten laag. De veehouders konden in 2016, bij een gemiddelde melkprijs van 24 cent, alle kosten betalen en hielden mede dankzij de akkerbouwtak zelfs nog geld over.

Nu de melkprijs begin oktober 2017 39 cent aantikt, klotst het geld tegen de plinten. Kestutis verwacht dat hij een deel ervan gaat gebruiken voor aankoop van 20 tot 50 hectare grond. Het aanbod ervan is groot in deze met name op melkveehouderij gerichte regio. De vraagprijs voor de gemiddelde tot de iets betere grond ligt rond € 2.800 per hectare. Deze grond is bij een lage bemesting goed voor drie zware sneden gras per jaar.

Wat wil de 50+-er verder nog in het leven? “We hebben het vaak over het maken van grote reizen”, zegt Kestutis. In de praktijk komt het er niet van omdat ik te veel van mijn werk houd.”

 

Profiel

Kestutis (50) en Ingrida (39) Palciauskas houden in Skuodas in het noordoosten van Litouwen 148 melkkoeien en 120 stuks jongvee op 240 hectare. Daarvan is 170 hectare grasland en 70 hectare tarwe en gerst. Van het graan wordt ongeveer de helft vervoederd aan het vee. De gemiddelde melkproductie (geleverd aan de fabriek) is iets hoger dan 7.000 kilo per koe met 4,60% vet en 3,50% eiwit. Het bedrijf heeft alle mechanisatie in eigendom en is vrij van financering.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin